18
toewenschen, dan dat het haar even voorspoedig moge gaan als hare
oudere zuster, het Nederlandsch Economisch Historisch archief, welke
vereeniging thans naast hare serie jaarboeken, ook eene serie werken is
gaan uitgeven, en zoodoende blijk heeft gegeven van hare levensvat
baarheid.
De steun der Regeering is voor alle dergelijke ondernemingen onont
beerlijk. Wij verheugen er ons dan ook in, dat de Regeering en Hare
adviseurs op het gebied van kunsten en wetenschappen niet enghartig zijn,
maar steunen, wat steun- verdient. Daarvan getuigt o.a. de uitbreiding van
het personeel van het bureau voor 's Rijks geschiedkundige publicatiën en
van het Historisch instituut te Rome. Dat geeft moed, nu bij uitbreiding
der archiefzorg uitbreiding van het archiefpersoneel noodig wordt.
Niet minder dan voör het archiefwezen is voor onze vereeniging het
afgeloopen jaar een gewichtig jaar geweest. Tot dusverre was de Vereeni
ging van Archivarissen in Nederland zoo niet uitsluitend dan toch in
hoofdzaak eene wetenschappelijke vereeniging, waarin de belangen van de
archiefambtenaren slechts bij uitzondering, die van het archiefwezen en de
archiefeconomie bij voorkeur behandeld werden. Thans gaat dat anders
worden. Zooeven zijn de beide afdeelingen, die zich met de materiëele
belangen der archiefambtenaren zullen bezig houden, geïnstalleerd, en het
is te voorzien, dat juist die belangen in den eersten tijd op den voorgrond
zullen treden. Gelijk ik reeds boven opmerkte, ziet onze vereeniging door
het in werking treden der Archiefwet een belangrijk deel van haar programma
verwezenlijkt, en zal het zaak zijn, alvorens verdere plannen op touw te
zetten, de werking der nieuwe voorschriften af te wachten. Één hoofd
bezwaar tegen de nieuwe regeling alleen kon reeds thans geformuleerd en
tevens kon het geneesmiddel aangewezen worden de lust van jonge doctoren
in de rechten of de Nederlandsche letteren met historischen aanleg om
zich aan de archiefstudie te wijden moet worden aangewakkerd, en dat kan
het beste geschieden door hunne arbeidsvoorwaarden, gelijk de technische
term luidt, te verbeteren. Vóór den oorlog hadden althans de archiefamb
tenaren in dienst van het Rijk en de groote gemeenten over hunne bezol
diging niet te klagen; maar dat alles is sedert dien veranderd. De duurte
van het leven in vergelijking met vroeger is oorzaak, dat allen, die in
openbaren dienst zijn, van Rijk of gemeente verwachten, dat hunne bezol
diging in overeenstemming met de veranderde omstandigheden zal worden
gebracht. Er worden aan de openbare kassen zware eischen gesteld, en
zij, die het best georganiseerd zijn, hebben de meeste kans hunne wenschen
verwezenlijkt te zien. Dat heeft ook een deel onzer leden begrepen, en
de archiefambtenaren der gemeenten hebben zich het eerst tot eene afzon
derlijke vakvereeniging georganiseerd, die, naar sommigen vreesden, hare
19
oudere zuster overvleugelen zou. Dat gevaar, zoo het bestaan heeft, is
afgewend. De Vereeniging van Archivarissen heeft zich gereorganiseerd,
en de nieuw opgerichte vereeniging is er in opgegaan. Ik behoef U niet
uiteen te zetten, hoe die reorganisatie is tot stand gekomen, en hoe de
persoonlijke belangen der leden door de beide afdeelingen, die in onze
vereeniging gevormd zijn, behartigd zullen worden. In Januari jl. eerst
is de buitengewone vergadering gehouden, waarop de zaak haar beslag
gekregen heeft, en sedert heeft het aan alle leden toegezonden reglement
de nieuwe inrichting vastgelegd.
Het boven opgemerkte moge D tevens bewijzen, hoe noodig deze
regeling, waardoor dezelfde vereeniging voor de belangen van het archief
wezen en voor die der archivarissen opkomt, eigenlijk is. Traktements
verbetering is zeker een zaak, die de persoonlijke belangen der archiefamb
tenaren raakt, maar hoe nauw is ook het archiefwezen zelf er niet bij
betrokken. Juist in het belang van eene behoorlijke recruteeririg van het
wetenschappelijk archiefpersoneel is traktementsverbetering in de eerste
plaats gewenscht. Waar die verbeteringen moeten worden aangebracht,
hoe zij moeten worden verkregen, dat te beoordeelen is de taak der
afdeelingen, en ik zal er dus hier over zwijgen.
Het nieuwe reglement bepaalt ook nauwkeuriger den kring dergenen,
die in onze vereeniging kunnen worden opgenomenalle wetenschappelijke
archiefambtenaren, zoo der eerste als der tweede klasse, hebben recht op
het lidmaatschap. Er zijn daardoor eenige nieuwe leden toegetreden: ik
roep hun een hartelijk welkom toe.
Verloren hebben wij één lid, dat vóór de laatste wetsverandering
buitengewoon lid was: Th. Morren, die ver van ons, in Indië, overleden
is. Morren was het tegendeel van dat, wat the man in the street zich
onder een archivaris voorstelteen droog kamergeleerde, die in gezelschap
uiterst verlegen is; hij was integendeel een man van de wereld, in Haagsche
uitgaande kringen zeer bekend. Zijne ongesteldheid was hem dikwijls eene
belemmering bij het werk. Toch had hij hart voor de archieven. Dat heeft
hij ook nog na zijn aftreden als hoofdcommies aan het Algemeen Rijks
archief getoond door in de West de archieven uit te zoeken, die naar het
moederland zouden worden opgezonden, en nog kort voor zijn dood door
het aanvaarden eener opdracht om de geschiedenis van Soerabaja en zijne
haven uit de bronnen te beschrijven. Dat hij ook hart had voor de
archiefambtenaren, daarvan zal wellicht spoedig een treffend getuigenis
worden afgelegd.
De overige personalia, die op onze medeleden of onze ambtgenooten
betrekking hebben, zijn van meer verblijdenden aard: Breen en Been
hebben beiden den dag herdacht, dat zij vijf-en-twintig jaren verbonden
waren, de eerste aan het gemeentearchief van Amsterdam, de tweede aan