12
aangelegenheid alsnog nader uit te werken, en in het rapport op te nemen,
waartoe de heer Bijlsma zich bereid verklaart.
Op voorstel van den heer Lasonder wordt besloten in de voorlaatste
regel van de toelichting bij art. 9 te lezen in plaats van„als het archief
van het electrisch bedrijf"„als bijvoorbeeld het archief van het electrisch
bedrijf".
Bij paragraaf 10 betoogt de heer Breen de wenschelijkheid om het
bestaan van geleende stukken in de dossiers van gewone stukken te
signaleeren. De vergadering gaat in beginsel hiermede accoord, en draagt
de uitvoering aan de Commissie op.
Bij par. 15 merkt de heer Bouricius op, dat verdubbeling langs
fotografischen weg nog beter is dan typeering. Deze opmerking wordt juist
bevonden en aan de Commissie ter behartiging aanbevolen.
Eveneens een opmerking van den heer Wiersum bij art. 16, waar het
voorlaatste woord niet„kunnen", maar „moeten" zal dienen te luiden.
Op voorstel van hel Bestuur zal de registratuurcommissie den heer
Donker Duyvis (c q. de op te richten vereeniging) en den heer Zaalberg
hare conclusies mededeelen, zoodra zij haar rapport in den definitieven
vorm heeft gegoten. Hetzelfde zal op voorstel van den heer Bouricius ook
geschieden aan de Vereeniging van Gemeentebelangen.
Nadat de behandeling van het Rapport der registratuur-commissie is
afgeloopen, wordt op voorstel van het Bestuur Mr. J. A. G. Verspijck Mijnssen,
hoewel nog niet in het bezit zijnde van het radicaal van wetenschappelijk
archiefambtenaar, volgens art. 5 al. 2 van het Reglement als gewoon lid
der Vereeniging aangenomen.
Bij de rondvraag zegt de heer Van Meurs, dat sommige archief
ambtenaren lid zijn van een ambtenarenbond. Moeten zij nu lid daarvan
blijven of niet? De voorzitter zegt, dat dit aan ieder individueel moet
worden overgelaten, waarmede ook de heer Berends instemt.
Na afloop van de vergadering werd door de leden een bezoek ge
bracht aan het Gemeenelandshuis van Rijnland en aan de Bibliotheca
Thysiana, terwijl een gemeenschappelijke maaltijd in den Vergulden Turk
den dag besloot.
Toespraak van den Voorzitter.
Waarde Medeleden,
Mij aansluitende aan de goede gewoonte mijner voorgangers, wensch
ik U met een enkel woord te herinneren aan het belangrijkste, wat in het
afgeloopen jaar op archiefgebied, meer in het bijzonder binnen den kring
onzer vereeniging, heeft plaats gegrepen. Dat jaar is, ik meen het zonder
13
overdrijving te mogen zeggen, een der rijkste aan belangrijke gebeurtenissen
geweest, dat onze vereeniging heeft mogen beleven.
In de eerste plaats herinner ik er U aan, dat de Archiefwet 16 Sep
tember 1919 is ingevoerd, en dat de algemeene maatregelen en Koninklijke
besluiten, welke in de wet zijn voorgeschreven, of welke tot hare richtige
uitvoering noodig worden geacht, alle zijn tot stand gekomen. Onze ver
eeniging heeft aan dat alles een overwegend aandeel gehadzij heeft de
Archiefwet ontworpen, heeft een model-instructie voor den gemeente
archivaris en eene model-verordening op de plaatselijke archieven aangeboden,
die door den Minister zijn overgenomen, en heeft in vele gevallen de
lijnen aangegeven, waarlangs, naar zij meende, de uitvoering der Archiefwet
moest worden geleid. De Regeering heeft in ruime mate met de wenschen
der vereeniging rekening gehouden, en al is zij er hier en daar van afge
weken, die afwijkingen zijn toch te onbeduidend, dan dat wij niet met
voldoening mogen constateeren, dat niet slechts onze vereeniging het initi
atief heeft genomen tot de belangrijke hervorming van ons archiefwezen,
die nu tot stand is gekomen, maar ook dat de hoofdbeginselen er van in
overeenstemming zijn met hetgeen zij jaren lang heeft begeerd en voor
gestaan. Wij hebben thans, waarom wij zoo vaak gevraagd hebben, eene
regeling van het archiefwezen bij de wet; nieuwe, vrijzinnige voorschriften
zijn vastgesteld omtrent het gebruik en de toegankelijkheid van de archieven,
zoowel van het Rijk, als van de gemeenten en waterschappen, en omtrent
het uitleenen van archiefstukken de bevoegdheid van den archivaris om
authentieke afschriften af te geven ligt wettelijk vast; de opleiding tot
wetenschappelijke archiefbetrekkingen is geregeldde eischen van benoem
baarheid zijn vastgestelder is eene archiefschool ingericht, waar men zich
voor het examen bekwamen kan nieuwe voorschriften zijn gegeven omtrent
het personeel der Rijksarchieven, waarbij de oude titel chartermeester in
eere is hersteldde mogelijkheid is geboden kreisarchieven en kleine
Rijksarchiefbewaarplaatsen voor onderdeelen van provinciën op te richten
voor de vernietiging van archiefstuken zijn regels gegeven, waardoor ver
nietiging buiten voorkennis van een deskundig archiefambtenaar is uitge
sloten; onlangs heeft de Minister van Waterstaat vastgesteld eene lijst van
voor vernietiging in aanmerking komende stukken in waterschapsarchieven,
die zal worden gedrukt en verspreid; de naar de Rijksbewaarplaatsen
overgebrachte en over te brengen archieven zullen volgens vaste regels
over die bewaarplaatsen worden verdeeldde besturen van gemeenten
en waterschappen zijn wettelijk met de zorg voor hunne archieven belast
en het provinciaal toezicht op de nakoming van die voorschriften is van
Rijkswege geregeld en in vele provinciën reeds in trein gebrachtde
gemeentearchivaris is van het toezicht van den secretaris geëmancipeerd
en rechtstreeks ondergeschikt gemaakt aan burgemeester en wethouders