170
Bij Kon. besluit van 11 Januari 1919 is aan Jhr. mr. Th. H. F. van
Riemsdijk, te 's-Gravenhage, lid en voorzitter van de Commissie voor
's Rijks geschiedkundige publicatiën, op zijn verzoek, eervol ontslag ver
leend als voorzitter dier commissie en als zoodanig benoemd het lid dier
commissie prof. mr. R. Fruin, algemeen rijksarchivaris, te 's-Gravenhage.
Den 5en December 1918 overleed na eene korte ongesteldheid mejuf
frouw Dr. J. M. Sernée, volontaire aan het Algemeen Rijksarchief. Hare
bewerking van de archieven der kloosters in Delfland was juist ter perse
gelegd.
In een vergadering van ambtenaren aan het Algemeen Rijksarchief
leden van den „Bond van ambtenaren bij Departementen van algemeen
bestuur en Hooge colleges van staat te 's-Gravenhage", gehouden op
Donderdag 30 Januari, is als afdeeling van dien bond gevormd de groep
„Algemeen Rijksarchief", ter bespreking van de interne aangelegenheden.
Het bestuur wordt gevormd door de heeren Mr. P. A. N. S. van Meurs,
voorzitter, J. Smit, secretaris, en P. Berends.
Utrecht.De gemeenteraad van Utrecht heeft 22 December 1918,
op voorstel van B. en W., met ingang van 1 Januari 1919, onder dank
betuiging voor de langdurige en gewichtige diensten aan de gemeente
bewezen, eervol ontslag verleend aan Dr. mr. S. Muller Fz. als gemeente
archivaris wegens het bereiken van den 70-jarigen leeftijd, en den heer
Muller opgedragen de inrichting van het nieuwe centraal museum. Mr.
W. C. Schuylenburo, die sinds 15 Januari 1900, laatstelijk in den rang
van commies-chartermeester, aan het gemeentearchief verbonden is, werd
tot gemeente-archivaris benoemd.
Op 1 Januari 1919 was het juist veertig jaar geleden, dat Dr. mr. S.
Muller Fz. werd benoemd tot rijksarchivaris in Utrecht. Naar aanleiding
van dit jubileum had eene commissie het initiatief genomen tot eene toe
passelijke hulde aan Mr. Muller. Zij bestond uit de toezending per
soonlijke aanbieding heeft om verschillende redenen niet plaats gehad
aan den jubilaris van een speciaal tot dat doel geredigeerde aflevering
van het Nederlandsch Archievenblad, gebonden in een geheel leeren,
donkergroenen band, in diep goud aldus bedrukt:
Nederlandsch Archievenblad.
Dr. Mr. S. Muller Fz.
1879—1919.
Het binnenwerk vangt aan met een gecalligrapheerde opdracht
Aangeboden aan Dr. Mr. S. Muller Fz. bij zijn veertigjarige ambtsvervulling
171
als rijksarchivaris in Utrecht door zijn vakgenooten en vrienden. Waarop
in alphabetische orde volgen in groene omlijning de 63 kaartjes van de
deelnemers aan de huldiging, gewone en buitengewone leden der vereeni-
ging, alsmede bureau-ambtenaren van den jubilaris, om die reden tot
medewerking genood.
's-Gravenhage. De gemeenteraad van 's-Gravenhage heeft 21
October 1918, met ingang van 1 October te voren, Dr. H. E. van Gelder
benoemd tot directeur van een dienst voor Kunsten en Wetenschappen,
en als zoodanig chef van het archief, het historisch museum, het kunst
museum, het bureau voor monumentenzorg en wat er verder bij mag
komen, op een jaarwedde van ƒ6000.
Hoorn. De gemeenteraad van Hoorn heeft 18 Januari 1919
besloten een crediet te verleenen van f 300 ten behoeve van de restauratie
van een plattegrond van Batavia, aanwezig in het archief der gemeente.
Na restauratie zal het stuk worden afgestaan ten behoeve van eene in Mei
a.s. te houden tentoonstelling ter herinnering aan het 300-jarig bestaan van
Batavia. De hoogere kosten van verdoeking en bijwerking, die in totaal
zijn geraamd op 1000, zullen worden betaald door den heer J. W.
IJzerman te 's-Gravenhage.
Het reglement op de kerkelijke archieven. In de najaars
vergadering van de Algemeene synodale commissie der Nederlandsch
Hervormde kerk heeft de secretaris op 19 November 1.1. medegedeeld, dat
de uitslag van de hoofdelijke stemming door de leden der Provinciale
kerkbesturen over het Reglement op de kerkelijke archieven is geweest,
dat dit reglement met 52 tegen 11 stemmen is aangenomen. Het regle
ment zal dus met 15 Januari 1919 in werking treden.
Uit Limburg. De heer P. F. H. Willemsen, pastoor te Swalmen,
heeft zich zeer veel moeite gegeven om het mogelijk te maken, dat ver
schillende archivalia, die in zijne pastorie berustten, werden afgestaan aan
het rijksarchief in Limburg. Bij Kon. besluit van 19 October 1918 is
hem, als blijk van waardeering van zijne belangstelling in 's rijks weten
schappelijke verzamelingen, toegekend de zilveren eerepenning, bedoeld bij
Kon. besluiten van 24 Mei 1897 no. 87 en van 22 Juni 1898 no. 43.
Verkoop van kerkelijke archiefstukken. Naar aanleiding
van het op blz. 72 van dezen jaargang medegedeelde schrijft de heer
J. v. 't Hof, te Haarlem, Jansstraat 68, aan de redactie, dat het bericht