166 Art. 200. Traktementsverhoogingen in den thans bekleed en rang aan het in het vorig artikel bedoelde personeel toegekend of nog toe te kennenf 17.500 Art. 201. Buitengewone traktementsverhoogingen in den thans bekleeden rang aan het in het vorig artikel bedoelde personeel toe te kennenMemorie. Art. 202. Kosten van onderhoud, huishoudelijke uitgaven, personeele hulp, schrijfloonen, reis- en verblijfkosten, inrichting en onderhoud van gebouwen, terreinen en van lokalen en aankoopen voor 's Rijks archief te 's-Gravenhage11.750 3). Art. 203. Aanvangstraktementen, toelagen en verdere be looningen der ambtenaren en bedienden bij de Rijksarchieven in de provinciën 3)83.300 4). Art. 204. Traktementsverhoogingen in den thans bekleeden rang aan het in het vorig artikel bedoelde personeel toegekend of nog toe te kennen25.050 6). Art. 205. Buitengewone traktementsverhoogingen in den thans bekleeden rang aan het in het vorig artikel bedoelde personeel toe te kennen Memorie. Art. 206. Kosten van onderhoud, huishoudelijke uitgaven, personeele hulp, schrijfloonen, reis- en verblijfkosten, aankoopen, meubilair, aankoop, huur, stichting en inrichting van lokalen en terreinen en verdere uitgaven voor de archieven in de provinciën 6)32,000. Art. 207. Aanvangstraktementen en verdere belooningen der ambtenaren bij het bureau der Commissie voor 's Rijks geschiedkundige publicatiën8.800. Art. 208. Traktementsverhoogingen in den thans bekleeden rang aan het in h§t vorig artikel bedoelde personeel toegekend of nog toe te kennen2.620 7j. Art. 209. Buitengewone traktementsverhoogingen in den thans bekleeden rang aan het in het vorig artikel bedoelde personeel toe te kennen Memorie. 167 Art. 210. Kosten van huishoudelijke uitgaven, personeele hulp, schrijfloonen, reis- en verblijfkosten en verdere uitgaven der Commissie voor 's Rijks geschiedkundige publicatiën 17.000. Art. 265. Traktementen van het personeel van het Neder- landsch Instituut voor geschiedkundig en kunsthistorisch onder zoek te Rome1)6.500. Art. 266. Subsidie voor het Nederlandsch Instituut voor geschiedkundig en kunsthistorisch onderzoek te Rome 3 000. In het Voorloopig Verslag van de Tweede Kamer omtrent Hoofdstuk Va der Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1919 komt het volgende voor Archiefwet. Aangedrongen werd op een spoedige uitvaardiging van den alge- meenen maatregel van bestuur, noodig ter uitvoering van de Archiefwet. In de Memorie van Antwoord op het voorloopig verslag van de Tweede Kamer omtrent Hoofdstuk Va der Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1919 komt het volgende voor: Archiefwet. De uitvaardiging van de verschillende algemeene maatregelen van bestuur, noodig ter uitvoering van de Archiefwet, kan spoedig worden tegemoet gezien. Nadere verhooging van het artikel. Art. 202. Tot nu toe heeft voor het wetenschappelijk personeel bij het archiefwezen een speciale vakopleiding ontbroken. Candidaat-archief- ambtenaren waren op zichzelf aangewezen en kregen, over het geheel genomen, tot dusver eerst na hunne plaatsing bij een archiefdepót de gelegenheid, zich in de onderscheidene archiefwetenschappen te bekwamen. Volgens de voorschriften van de Archiefwet dient daarin verandering te worden gebracht. Die wet voert den rang van wetenschappelijk archief ambtenaar in en bepaalt, dat bij algemeenen maatregel van bestuur eischen vastgesteld worden voor de benoembaarheid daartoe. Zal de bedoeling Later verhoogd met 5000 en gebracht op 22.500. 'T Dit artikel, in verband met de voortdurende stijging van prijzen, f 250 hooger geraamd dan het vorige jaar, is later verhoogd met 22.450 en gebracht op 34.200. 3) De commies bij het Rijksarchief in Gelderland komt (met ingang van 1 October 1919) in aanmerking voor bevordering tot hoofdcommies, de commies bij het Rijksarchief in Groningen (met ingang van 1 April 1919) eveneens. T Later verhoogd met f 1.440 en gebracht op 84.740. 6) Later verhoogd met 7.000 en gebracht op 32.050. c) In verband inet de voortdurende stijging van prijzen wordt dit artikel ƒ2000 hooger geraamd. 7) Later verhoogd met 400 en gebracht op 3.020. 1) De secretaris van het Instituut, die reeds een 10-tal jaren in functie is, geniet nog slechts eene jaarwedde van ƒ2000, welke tot nu toe gekweten werd uit het subsidie, voor het Instituut uitgetrokken op het artikel „Uitgaven en subsidiën voor ondernemingen van wetenschap en kunst en hare aanmoediging''. Het komt wen- schelijk voor, de wedde te verhoogen tot ƒ2500 en haar te brengen ten laste van hetzelfde artikel, waaruit de wedde van den directeur wordt gekweten. Voor het subsidie wordt een afzonderlijk artikel (onmiddellijk hierop volgend) ingelascht.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1918 | | pagina 3