78
behoedhij heeft de regels van de indeeling, ordening en inventarisatie
van 's Rijks archieven, die later in de Handleiding zijn overgenomen, doen
vaststellenhij heeft het Koninklijk besluit over het gebruik en de toegan
kelijkheid der Rijksarchieven, nu onlangs eerst door de Archiefwet achter
haald, uitgelokt. Er is eigenlijk in de laatste jaren geen belangrijke maat
regel op archiefgebied genomen, waartoe hij niet rechtstreeks of middellijk
heeft medegewerkt.
Maar wij herdenken heden den dag, dat Muller veertig jaren Rijks
archivaris in Utrecht is. Wat heeft hij als zoodanig gedaan? Toen
hij er kwam, vond hij er eene massa, waarvan alleen de oudste charters
en de boekdeelen en bundels, zoo het heette, beschreven waren. Hij heeft
die verzameling geregeld, de losse stukken die geheel ongeordend
waren tot de archieven, waartoe zij behooren, gebracht en zoo orde
in den chaos geschapen. De door hem en onder zijn toezicht bewerkte
inventarissen zijn te talrijk om ze hier op te noemen. Hij heeft bovendien
die verzamelingen aanzienlijk uitgebreid. Ik behoef slechts de namen
Bisschoppelijke Clerezy en Cheltenham te noemen, om twee belangrijke,
speciaal Utrecht ten goede komende aanwinsten in het geheugen te roepen.
Getrouw aan zijne opvatting, dat het de eereplicht van den archivaris is
de belangrijkste geschiedbronnen, die in de hem toevertrouwde archieven
berusten, te publiceeren, heeft Muller de registers en rekeningen en het
oudste cartularium van het bisdom het licht doen zien en door zijne uit
gaven van Hugo Wstinc en de rechtsbronnen van den Dom ook de oudste
documenten uit het kapittelarchief openbaar gemaakt Tal van kleinere
publicaties laat ik hier onvermeld.
Veertig jaren is een lange tijd, en Muller is zeker zijn langsten tijd
Rijksarchivaris geweest; maar veel langer dan veertig jaren zal de nieuwe
geest, dien hij in de Nederlandsche archieven en de Nederlandsche archi
varissen heeft gebracht, nawerken. Deze overtuiging moge hem op dezen
dag tot voldoening strekken.
R. FRUIN.
Dr. Mr. S. Muller Fz.
Tot' een voorrecht acht ik het mij te behooren tot de oudere, thans
nog levende, vrienden van den heer Dr. Mr. S. Muller Fz.
Levendig herinner ik mij nog onze eerste kennismaking te Utrecht,
waar ik als jong officier der artillerie van Naarden uit in 1872 in gar
nizoen kwam.
Welk een wisseling van personen en wat een verandering in tijden
hadden sinds plaats! Utrecht ging toen in zijn wereld van geleerden
prat op een Buys Ballot, een Donders, een Beets, een Opzoomer enz.
79
Het huis van onzen Nicolaas Beets, waarin ik het voorrecht had als
kind te verkeeren, vormde een middelpunt, waarin men een zeker deel
van Utrecht's elite ontmoette, die allen min of meer onder den invloed
van de persoonlijkheid van den huisheer stonden.
Hier leerde ik ook den heer Dr. Mr. S. Muller Fz. kennen. Een
kennismaking, waarvan de banden bleven bestaan en versterkten, trots mijn
betrekkelijk bewogen leven, waarbij wij elkander soms weinig ontmoetten.
Met opzet zou ik den nadruk willen leggen op het versterken dier banden,
althans mijnerzijds, omdat, wat ook veranderde in tijden, de heer Muller
niet wijzigde. Hij werd sinds ouder, maar zijne karaktereigenschappen
bleven ongerept. Hij behoort tot die personen, die niet meegesleept
worden, maar die een eigen oordeel, een eigen zienswijze hebben en
hierbij niet vragen, of zij hiermede in hun omgeving bijval vinden.
Onkreukbaar staat de figuur voor mij van den man, wiens veelzijdig
heid en toch hierin ook weer beperking den meester verraadt.
Anderen mogen hulde brengen aan zijne groote gaven op velerlei
gebied, ik wil alleen aan het karakter van mijn vriend Dr. Mr. S. Muller Fz.
een eeresaluut brengen.
Aanbeveling in zijn voortdurende vriendschap is overbodig. Bij een
karakter als het zijne denkt men niet aan wisseling.
Hattem, November 1918.
F. A. HOEFER.
Dr. Mr. S. Muller Fz. en de Vereeniging tot uitgaaf der
bronnen van het oudvaderlandsche recht.
Muller veertig jaar rijksarchivaris te Utrecht! Wat
geeft ons dat veel te denken, hoeveel aangename herinneringen roept ons
dat voor den geest. Hij had met heel wat minder kunnen volstaan, dan
hij gedaan heeft, en niettemin volle aanspraak kunnen maken op den
warmen dank van zijn land en van allen, die met de historie te doen
hebben. Indien een archivaris gedurende zulk een periode met onbezweken
ijver, rustelooze zorgvuldigheid, omvangrijke kennis en groot talent zijn
archief heeft geordend en beschreven naar de beste methode, als hij een
uitmuntenden staf heeft opgeleid en geleid, als hij verder zijne archief
schatten goed heeft verzorgd, en allen, die ze hadden te gebruiken, den
weg heeft gewezen en hun taak vergemakkelijkt, dan heeft hij inderdaad
bij zoo'n rijk archief al geen geringe taak vervuld en aanspraak
op erkentelijkheid verworven.
Maar Muller heeft het hierbij niet gelaten, op verre na niet.
Hij heeft geschreven en doen drukken, veel en velerlei, bronnenuit-