122
Hij heeft daarbij het middel gebruikt, dat, letterlijk, voor de hand
lag: zijn pen. Slechts met deze is er „de zielsrust, die hij behoeft". Dan
heeft de geest zijn volle spankracht, dan is er evenwicht, en logica, ook
rust en rijke gemoedelijkheid, dan kan zijn omvangrijke kennis tot haar
volle recht komen, geleid door zijn scherp, diep-gaand inzicht; maar ook
en daarvan leven en tintelen zijn brieven, dan laait al de lichtbewogen
heid helder en zuiver op, dan komt al de geestdrift tot uiting, naast het
bezonken levensinzicht, de gerijpte ervaring. Zoo zijn die brieven, zoekt
men documenten van den schrijver, de meest echte, de meest zuivere.
Als wij, zooals ik geneigd ben te doen, de Verlegenen onder ons
rekenen tot de fijner-besnaarden en dieper-gevoelenden, die als het ware
een schat van gevoelswaarden voor onze samenleving onbedorven bewaken,
dan moet daarbij vanzelf ook een gevoel van erkentelijkheid daarvoor
komen, zoodra zij althans zich niet afsluiten, maar ondanks de moeite, die
het hun kost, zich uiten en geven van hun bezit.
Zoo zie ik Mr. Muller doen, en ik begrijp hem dan ook het best in
zijn publicistisch werk, omdat ik hem daar weet in rustelooze maar
volkomen rustige bezigheiddoch het rijkst en het meest levend, het meest
verscheiden en het meest aantrekkelijk, want altijd weer geheel zich-zelf,
zie ik hem als hij zich laat gaan op den stroom zijner correspondentie.
Een Bijzondere, maar bevangen in timiditeit; een Verlegene, maar
niettemin een gulweg gevende uit de schatkamers van zijn bijzonderen
rijkdom; een Mensch, in zijn strijd moeilijk voor zichzelf bovenal doch
ook voor anderen, maar evenzeer voortreffelijk in zijn overwinning.
's Gravenhage, 1 Dec. 1918. H, E. VAN GELDER.
1918/1919.
Orgaan van de VEREENIGING VAN ARCHIVARISSEN in Nederland.
IN MEMORIAM
H. D. J. VAN SCHEVICHAVEN.
Op 12 October 1918 overleed te Nijmegen onze ambtgenoot Herman
Diederik Joan van Schevichaven, die vele jaren lang het archief en de
bibliotheek zijner vaderstad heeft verzorgd.
Velen van de jongeren in ons gilde hebben hem niet gekend. Op de
jaarlijksche vergaderingen van de Vereeniging van archivarissen was hij
een zeldzame verschijning. Niet uit gebrek aan collegialiteit, evenmin uit
gebrek aan belangstelling, maar meer omdat hij daar niet in die mate
vond, waaraan hij behoefte had; terwijl in latere jaren ook zijn afnemend
gehoor hem een beletsel werd in grooter kring aan gesprek of gedachten-
wisseling deel te nemen. Maar zij, die hem hebben gekend in zijn archief
en in zijn huiskamer, zullen in warme sympathie en hoogachting zijne
herinnering bewaren.
Een flinke, elastische figuur, noch gezet noch mager, keurig verzorgd
doch niet verwijfd, kon men hem tot in zijn laatsten tijd zien wandelen
door en om Nijmegen. Zelfs toen zijn gezichtsvermogen in ernstige mate
afnam, nog meestal alleen langs de hem van ouds bekende wegen dolende;
doch soms ook in gezelschap van zijn zuster, van den vroegeren gemeente
secretaris Mr. van Munster van Heuven of een anderen vriend. Eerst
in den allerlaatsten tijd begreep hij soms geleide te moeten hebben. Een in-
Goedgekezird bij Kon. besl. van 29 Sept. 1891.
De abonnementsprijs van het Ned. Archievenblad bedraagt per jaargang ƒ4.50; voor het buitenland 5.25.
De jaargang loopt van Sept.Aug.
Bijdragen voor dit tijdschrift te zenden aan Dr. K. HEERINGA te Middelburg.