244 residentie te Haarlem overgebracht, naar aanleiding van het terechtkomen der oudste twee deelen kapittelakten, waardoor de aandacht zeer op de oudere geschiedenis der instelling gevestigd werd. Het artikel bevat een menigte bijzonderheden over bestanddeelen van het archief. A. M. v. E. T ij d schrift van het KoninklijkAardrijkskundigGenoot- schap. XXXV, 2. Leiden, E. J. Brill. Dr. F. C. Wieder geeft in deze aflevering verslag van een onderzoek naar de oudste kaarten van de omgeving van New York, door hem ingesteld op uitnoodiging van S. N. Phelps Stokes, ter voorbereiding van een groot historisch typographisch werk over de genoemde stad. De onderzoekingen hadden plaats te 's-Gravenhage, Londen, Parijs, Florence, Simancas, Madrid en Sevilla, en leidden tot-: het aanwijzen van Hudson's karteering van de Hudson-rivier, welke met bijna volkomen zekerheid met behulp van eene kaart te Simancas was vast te stellen; het terugvinden in de villa Castello te Florence van den oudsten plattegrond van New York, den eenigen uit de Hollandsche periode, waardoor de aantijging van slordigheid van het Hollandsche bestuur in dit opzicht vervalt; het recon- strueeren van een wijd en zijd verstrooiden monumentalen atlas der Neder- landsche handelsplaatsen buiten Europa in de 17de eeuw het vinden van eene vaste basis voor de oudste cartographie der koloniale landen. Meddelelser fra det Danske Rigsarkiv I, 9—13. Kopen hagen 1918. Met dit stuk is het eerste deel der Mededeelingen van het Deensche Rijksarchief, waarvan het eerste stuk in 1906 verscheen, compleet. Al de bijdragen, evenals zeven van de acht voorafgaande, zijn van de hand van den Rijksarchivaris Dr. V. A. Secher. Terwijl vier er van speciale Deensche onderwerpen behandelen, kan de laatste, een „Bidrag til genealogisk Metodelaere" in wijderen kring belangstelling vinden. Mijne geringe kennis van de Deensche taal veroorlooft mij slechts er op te wijzen. K. H. Berichten. De wet tot regeling van het Archiefwezen is 1 Mei door de Tweede Kamer, 14 Juni door de Eerste Kamer aangenomen. Het schijnt gepast, Zou het niet mogelijk zyn, dat het Algemeen rijksarchief dien te onzaliger ure verspreiden atlas heroverde door een stel photographieën te bestellen? Kostbaar, maar onwaardeerbaar! S. M. 245 behalve onzen dank aan de Regeering, die deze belangrijke zaak heeft weten door te zetten, hier onze hulde te brengen aan allen, die aan de langdurige voorbereiding er van hebben medegewerkt, in de eerste plaats aan de commissie uit de leden onzer vereeniging, welke het eerste ontwerp der wet heeft samengesteld, Mrs. S. Gratama, J. E. Heeres, R. Fruin, J. C. Overvoorde en A. Telting. In de volgende aflevering zal de eerstgenoemde een artikel er over plaatsen. Bij de behandeling der wetsontwerpen betreffende de salaris-verhooging van burgerlijke Rijksambtenaren, in de vergadering van de Tweede Kamer op 4 Juni j.l., zeide de Minister van Financiën o.a. „Naar mijne meening zullen de opmerkingen, die hier zijn gemaakt, de bezwaren die in verschillende adressen tot uiting zijn gekomen en de bezwaren die alsnog door de organisaties mochten worden gemaakt, door de commissie moeten worden onderzocht, nadat de organisaties dé gele genheid zullen hebben gehad om hun meening ook mondeling mede te deelen." Naar aanleiding van deze woorden heeft het bestuur onzer vereeniging bij de commissie belet gevraagd voor Mr. A. C. Bondam, om als zijn vertegenwoordiger te worden gehoord. Hierop is het volgende antwoord ontvangen ,,'s-Gravenhage, den 14 Juni 1918. Staatscommissie voor de salarisregeling van burgerlijke rijksambtenaren en beambten. U. no. 89. In antwoord op Uw schrijven van 12 Juni 1918 hebben wij de eer U mede te deelen, dat wij tot ons leedwezen niet kunnen voldoen aan het verzoek, om met Uw bestuur een onderhoud te hebben. Ten einde de totstandkoming van de salarisregeiing niet al te zeer te vertragen, is uitsluitend overlegd met de vertegenwoordigers van de groote combinaties of centralen van ambtenaarsvereenigingen. De Staatscommissie voornoemd: (Get.) D. W. Stork, voorzitter. van Wijk, secretaris. Aan het Bestuur van de Vereeniging van Archivarissen in Nederland (adres Dr. E. Wiersum, te Rotterdam)". Op 28 Mei hebben de Rijksarchivarissen en de archivarissen aan het Algemeen rijksarchief hunne jaarlijksche vergadering gehouden.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1917 | | pagina 32