232 van al de nog aanwezige registers kan uitmaken, in hoe verre deze bedoeling tot haar recht is gekomen. Geheel consequent is men stellig niet geweest. In verband met onze uiteenzetting valt nu nog de opmerking te maken, dat de titel: „B. v. R." op den inhoud niet geheel past; de naam: „depeschenboek" is beter, omdat het stukken bevat, die „gedepescheerd", d.i. uitgevaardigd, werden. Maar de naam werd in de griffie zelf gebruikt waarschijnlijk omdat het nog wel zoo genoemd kon worden, toen men het aanlegde er wordt in het collegiaalboek meer dan eens onder deze benaming naar verwezen. En Dr. Heerinoa was dus geheel gerechtigd den naam te behouden. Ook zal men het toejuichen, dat het deel in de serie is opgenomen, al staat het voor meer dan de helft niet op één lijn met de gewone notulen-boekenvoor de kleinere helft immers doet het dit wel en bovendien zijn de „depesches", die er in voorkomen, van den zelfden aard als die in de vorige en volgende Notulen-boeken geïnsereerd zijn, ten gevolge waarvan ze dan wel gedrukt worden. Zooals ik reeds opmerkte, vormen de resolutiën der Gecommitteerde Raden verreweg de meerderheid, zoowel in AugustusSeptember 1578 in B. v. R. als daarna in C. Zij zijn niet uiterlijk onderscheiden van de Staten-resolutiën, in zoo verre opschriften of marginale aanteekeningen er de aandacht op vestigen, waarmede men te doen heeft. De vorm en de inhoud maken het meestal vrij gemakkelijk uit. De resolutiën der Raden vertellen gewoonlijk tegen wanneer de Staten beschreven zijn en gewoonlijk zal men dan ook omstreeks dien datum, meestal wat later want men haastte zich nooitsporen vinden, dat de Staten zelf bijeen zijn. Eerst in 1580 (April), zooals we in een volgend deel zullen zien, begon men de besognes der Staten afzonderlijk aan te teekenen. Hiermede heb ik de aangename plicht, om iets over deze beide deelen in het midden te brengen, vervuld. Aan kritiek op de resolutiën zelf ik zal er mij ook nu niet aan wagenHaar belang uiteenzetten ik herhaal, wat ik vroeger reeds zeide, dit geheel overbodig te achten. Op de belang wekkende gegevens, die beide deelen aanbrengen voor de behandeling der Unie van Utrecht in Zeeland, wil ik terloops even de aandacht vestigen. Kritiek op de wijze van uitgaaf heb ik al evenmin. Ik waag het alleen er op te wijzen, dat het het gebruik van „B. v. R." vergemakkelijkt zou hebben, indien de ruimtes, die bij een nieuwe alinea in elke acte of missive natuurlijk naar het voorbeeld van het register opengelaten zijn, in den druk waren weggenomen. Het overzichtelijke van het geheel ware hierdoor bevorderd. Immers! het zou minder moeite gekost hebben elk stuk afzonderlijk als zoodanig te herkennen. Met de enkele noten, die de uitgever aan den voet der bladzijden aangebracht heeft en die uit sluitend van technischen aard zijnzal men zich zonder bezwaar kunnen vereenigen. N. JAPIKSE. 233 Besluiten der Tiendcommissie in het tweede Tienddistrict te Arnhem. Volledig is de collectie geenszins. De commissie nam slechts dan tot de drukpers haar toevlucht, wanneer ten gevolge van de lijvigheid des besluits of wel van de veelheid der belanghebbende tiendaangevers en reclamanten, die allen een exemplaar moesten ontvangen, het vervaardigen van geschreven copieën te bezwaarlijk werd. Van den omvang der com missoriale werkzaamheid geeft mitsdien deze verzameling geen juisten indrukniet meer dan een vijfde gedeelte van de bijkans 500 besluiten, die de nijvere commissie heeft genomen, vond zijn weg naar den zetter; en het drukken geschiedde in een dusdanig beperkte oplaag, dat slechts van de helft dier uitspraken een exemplaar ter bespreking kon worden afgestaan. 45 van de 500! Het voordeel voor den recensent is onmis kenbaar hij voelt zich zelf tiendheffer van de productie der commissie en aanstonds is zijn geest in harmonieuzen toonaard gestemd. Dergelijke tiendaanspraken worden door den voorzitter, ten spijt van zijn krachtdadige medewerking aan de volledige afslachting der tiendheffers, gaarne erkend zoolang de voorraad strekt, stelt hij de exemplaren der besluiten kosteloos ter beschikking van belangstellenden Evenwel niet de omvang alleen, ook de aard van de werkzaamheid der commissie wordt door deze besluiten-collectie niet juist weerspiegeld. De bovengenoemde factoren, die tot drukken aanleiding gavende lengte van het besluit en het aantal der belanghebbenden, zijn niet onafhankelijk van elkander; met name doet iedere nieuwe reclamant het besluit in omvang toenemen. Met dien verstande kan worden vastgesteld, dat de principale oorzaak, die hiér den drukker werk gaf, gezocht moet worden in het groot getal reclamanten, landeigenaren, die bij bezwaarschrift zich verzetten tegen de door den aangever gevraagde erkenning van zijn tiendrecht op hun perceelen. Natuurlijk lokte niet iedere aangifte uit tot een dusdanig veel koppig verzet, met den drukker in 't verschiet; de heffer, die tiendrecht pretendeert op een enkel perceel, kan slechts van deszelfs eigenaar tegen spraak duchtenhoogstens nog zal de gerechtigde tot een rente, waarvoor de gepretenteerde tiend is verbonden, bij memorie voor zijn belang waken. Maar voor tientallen van bezwaarden is hiér geen plaats. De toestand wordt een andere, wanneer de tiendheffer in zijn aangifte een complex van aan verschillende personen toebehoorende perceelen heeft begrependan kan hij zooveel protesteerende antwoorden hooren als hij eigenaren heeft aangesproken. Het oude instituut der bloktienden dan opent de gelegenheid tot zulk een luidruchtig gekijf. Bloktienden toch zijn Men wende zich tot hem, Mr. A. C. Bondam, Velperweg 94, Arnhem. Enkele der besluiten vindt men afgedrukt in het "Weekblad van het Recht, sc. in de nos. 9211 (besluit, door de commissie zelve niet gedrukt), 9331, 9413, 9814.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1917 | | pagina 26