'228
duidelijk: met den afstand van grondgebied gaat die van de daarbij
behoorende archieven gepaard. De Poolsche archivalia vormen afzonder
lijke afdeelingen in de Russische bewaarplaatsenmen heeft ze dus, na de
noodige formaliteiten verricht te hebben, slechts in te pakken en te ver
sturen.
Met de boeken en museumvoorwerpen staat men voor grootere moei
lijkheden. Men zal hier meer bezwaar hebben om ze terug te vinden, om
het eigendomsrecht er van vast te stellen en om ze te scheiden van de
Russische bibliotheken en musea. Duizenden deelen van de bibliotheek van
Zaluski zullen een voor een moeten worden nagezien en vergeleken
met catalogi, die tot nog toe bewaard gebleven zijn, maar waartoe de
Polen geen toegang hadden.
De opeisching van het Poolsche eigendom moet wel tegelijk met de
afwikkeling van andere zaken plaats hebben, maar eène afzonderlijke han
deling blijven. De tegenwoordige tijd is eene eenige gelegenheid om alle
schatten terug te krijgen, welke eens Poolsch eigendom waren, en de
waarde der Russische bibliotheken hebben verhoogd de Russen begrijpen,
dat wanneer zij ze teruggeven, zij daaraan niet meer dezelfde ruime be-
teekenis kunnen toekennen als vroeger, vandaar hun verzet tegen de
overgave, vandaar ook de hardnekkige aandrang van de Polen.
Een dagblad te Warschau geeft hierover eenige bijzonderheden, welke
het vernomen heeft van iemand, die juist uit Rusland is teruggekeerd. Het
gepeupel onderscheidt zich daar door een bijzonderen haat tegen bibliotheken,
en verwoest ze zorgvuldig om geen boek te laten overblijven. Om private
verzamelingen onder het Poolsche eigendom te redden, welke soms eene
groote historische waarde bezitten, heeft men uit Warschau Dr. Radwan
naar Sint Petersburg afgevaardigd. Toen deze den jongen commissaris
voor de zaken van onderwijs, Lunaczewski, het doel "van zijn zending
medegedeeld had, kreeg hij van het volkscommissariaat verlof om de Poolsche
verzamelingen in geheel Rusland te beschermen. De centrale regeering
bezorgde dus geene moeite, maar in de praktijk blijkt dat de provinciale volks
commissarissen zich weinig van hare decreten aantrekken en niet toestaan
dat de Poolsche verzamelingen in veiligheid worden gebracht; integendeel,
zij werken dikwijls mede aan de vernietiging er van. Het optreden van
Dr. Radwan schijnt dus niet veel kans van slagen te hebben.
K. H.
b J. A. Zaluski (1701—1774) heeft een bibliotheek van 230.000 deelen bijeen
gebracht, daarvoor een afzonderlijk gebouw te Warschau gesticht en ze bij
testament aan het Poolsche volk vermaakt. Katiiaeina II heeft ze 1795 inge
lijfd bjj de keizerlijke bibliotheek te Sint-Petersburg.
229
Boekbespreking.
Notulen van de Staten van Zeeland en van hunne Gecommitteerde
Raden 1578—1579 (Boek van Resolutiën). Notulen van de Staten van
Zeeland en van hunne Gecommitteerde Raden 1578—1579 (Collegiaalboek).
's-Gravenhage, Martinus Nijhoff, 1916; 1917.
Dr. Heeringa's naamlooze uitgave, waarover ik hier reeds vroeger
handelde'), vordert goed. In de twee laatstelijk afgeloopen jaren zijn we
twee deelen rijker geworden, die resp. 688 en 650 bladzijden druks beslaan.
En altijd blijft het een genot deze royale banden ter hand te nemen.
Ochochwat doen de gele omslagen, waarin de werken van het Histo
risch Genootschap worden uitgegeven, en het dunne papier, waarop ze
gedrukt zijn, hiertegenover leelijk!
In de beide, hier nu te bespreken deelen der Notulen van Zeeland
hebben we een stuk van het jaar 1578 en het geheele 1579. Het eerst
verschenen deel heet van ouds„Boeck van Resolutiën". Het tweede heet
eveneens van ouds: „Collegiaalboeck". Het strekt ter vergemakkelijking
in het gebruik der beide deelen, dat de voorletters dezer benamingen op
den rug onder den hoofdtitel zijn aangebracht.
De beide deelen loopen, chronologisch gesproken, grootendeels parallel.
Het „Collegiaalboeck" gaat van 1 September 1578—31 December 1579.
Het „Boeck van Resolutiën" begint afgezien van een paar stukken, die
men als „geïnsereerd" pleegt aan te duiden op 11 Augustus 1578 en
sluit dus aan bij het derde gedeelte (de resolutiën der Staten van Zee
land van 1577 en 1578 omvattende) van het eerste deel dezer uitgave,
dat op 4 Augustus eindigt. Het „Collegiaalboeck", voor zoover hier uit
gegeven, is gedrukt naar de minuut; het omvat één register uit het Staten
archief (no. 7 van den ms. inventaris)2). Het „Boeck van Resolutiën", dat
geen minuten, maar copieën behelst, omvat iets minder dan één register
uit het Staten-archief. Dit register n.l. (no. 8 van den ins. inventaris 3)),
gaat door tot het einde van 1580. Dr. Heeringa heeft het, om het gebruik
der beide deelen naast elkander te vergemakkelijken, wenschelijk geacht
dit „Boeck van Resolutiën" in zijne uitgave in het einde van 1579 af te
breken, en men zal dit slechts kunnen goedkeuren. Men heeft inderdaad
„C." en „B. v. R." voortdurend naast elkander noodig, omdat zij naar
elkander verwijzen; het is dus ook nuttig, dat ze in de uitgave chronolo
gisch zooveel mogelijk met elkander in overeenstemming zijn gebracht.
Jaargang 1915/16, no. 4.
2) Er bestaat bovendien een copie van in 2 registers (no. 5 en 6 van den
ms. inventaris).
Er worde er hier aan herinnerd, dat het in de griffie ook bekend is als:
„Register van Oude Acten C" en als zoodanig door van de Spiegel wordt geci
teerd deze „C" heeft dus een andere beteekenis dan de pas genoemde afkorting „C".