102
In elk geval zal die grens niet te vroeg moeten worden gesteld. In het
algemeen kan men als beginsel aannemen, dat stukken van een bepaalden
tak van administratie naar de bewaarplaatsen moeten worden overgebracht,
voor zooverre zij voorafgaan aan de laatste belangrijke verandering van
beheer in dien tak van dienst, en bovendien alle stukken, nadat zij ge
durende een bepaalden tijd onder de administratie hebben berust. Bij
welke bestuursverandering in elk bijzonder geval de scheiding moet worden
aangenomen, en gedurende welken termijn voor eiken diensttak de stukken
onder de administratie moeten blijven berusten, zal telkens bij Koninklijk
besluit voor de Hooge Colleges van Staat en voor de provinciale be
sturen na verkregen goedkeuring der betrokken autoriteiten worden
vastgesteld.
Artikel 12. Hoewel art. 162 der Provinciale wet geacht kan worden
ook het toezicht op de provinciale archieven in te sluiten, schijnt het
echter gewenscht aan Gedeputeerde Staten in dit artikel de zorg voor die
archieven nog eens uitdrukkelijk op te dragen en tevens te beperken tot
dat gedeelte er van, dat niet naar eene Rijksbewaarplaats is overgebracht.
Titel III.
Van de Gemeentearchieven.
De noodzakelijkheid om van Rijkswege in te grijpen tot behoud van
de oude gemeentearchieven blijkt maar al te zeer uit den droevigen staat,
waarin vele dezer archieven met name in kleinere plaatsen verkeerenhet
is bekend genoeg, dat voor het behoud der bescheiden_Op verschillende
plaats niets wordt gedaan, dat hun toestand dientengevolge dikwijls treurig
is, dat de bewaarplaatsen onvoldoende beveiligd zijn tegen vocht en brand
gevaar, en dat veelal de beheerders ontbreken, die in staat zouden zijn,
onderzoekingen te doen of anderen bij hun onderzoek behulpzaam te zijn.
Wel zijn er gelukkig besturen, ook van kleine gemeenten (de groote
gemeenten gaan meest alle goed voor), welke het belang van het oud
archief inzien, en van die belangstelling blijk geven door het aanwenden
van die zorg, welke zij kunnen geven met het oog op de financiëele
draagkracht hunner gemeente; wèl zijn er zoodanige uitzonderingen, maar
uitzonderingen zijn zij, en zij bevestigen zoo den treurigen regel, een
regel welke ingrijpen van het Rijk noodig maakt.
De wenschelijkheid om bij de wet bepalingen omtrent het gemeentelijk
archiefwezen te maken, vloeit uit het bovenstaande voort, terwijl boven
reeds betoogd is de wenschelijkheid, die bepalingen op te nemen in eene
wet, die het archiefwezen in zijn geheel regelt.
Artikel 14. In dit artikel wordt het beginsel uitgesproken, dat op de
gemeente zelve in de eerste plaats de plicht rust zorg te dragen voor
103
hare archievenmeer in het bijzonder is die zorg opgedragen aan Burge
meester en Wethouders, op dezelfde wijze als deze bij art. 179 der
Gemeentewet voor verschillende andere takken van dienst met die zorg
zijn belast.
Artikel 15. Het tweede lid van art. 103 der Gemeentewet kan thans
niet meer voldoen. Vooral in de grootere gemeenten is „het archief" een
zeer heterogene massazoowel in dit als in de andere artikelen van dit
wetsontwerp wordt dan ook van „de archieven" gesproken.
Hoe kan de Secretaris de verantwoordelijkheid dragen voor beheer
der archieven, b.v. van directeuren van gemeentebedrijven, van een gemeente
architect enz.? Derhalve dient deze algemeene verantwoordelijkheid van
den Secretaris te worden opgeheven. Evenals zulks in artikel 12 is ge
schied voor Gedeputeerde Staten, dient ook aan Burgemeester en Wet
houders vrijheid te worden gelaten, hoe zij de hun in artikel 14 opgedragen
zorg wenschen uit te oefenen.
Burgemeester en Wethouders bepalen verder, welk gedeelte der
gemeentearchieven naar eene gemeentelijke archiefbewaarplaats zal worden
overgebracht. Wal de grenzen betreft, welke zij hierbij stellen, daarin zijn
zij volkomen vrij, zoo die grens slechts niet wordt gesteld vóór het tijd
stip, waarop de gemeente bevrijd werd van de Fransche overheersching
en dus eene periode werd afgesloten, die thans geacht kan worden tot de
geschiedenis te behooren.
Alleen aangaande het beheer der in deze bewaarplaatsen overgebrachte
archieven wordt hier iets naders gezegd. Dit is opgedragen aan den
Secretaris, althans dit zal het geval zijn in de meeste gemeenten. Er zullen
evenwel ook tal van gemeentebesturen zijn, die het om verschillende
redenen wenschelijk achten, dat dit beheer in plaats van aan den Secretaris
worde opgedragen aan een afzonderlijken ambtenaar, den archivaris.
Deze staat, evenals de secretaris, rechtstreeks onder Burgemeester en
Wethouders. Zijne benoeming enz. is ook geregeld op soortgelijke wijze
als die van den secretaris; een aanbeveling van twee personen is echter
niet gebiedend voorgeschreven, aangezien een dergelijk tweetal, vooral in
kleinere gemeenten, wel dikwijls bezwaarlijk te vinden zal zijn.
Omtrent het beheer der archieven of van deelen van archieven, welke
buiten de bewaarplaats blijven, bepaalt dit ontwerp niets. Buiten de
bewaarplaats zullen meestal blijven de voor den loopenden dienst bestemde
archieven, en als regel zullen Burgemeester en Wethouders het beheer
dier archieven wel opdragen aan de hoofden der onderscheidene takken
van dienst.
Elk gemeentebestuur is behoudens het bepaalde in art. 14 vrij in de
keuze van archiefbewaarplaatshet kan er eene kast ter secretarie voor