96 Artikel 18. In geval Burgemeester en Wethouders bij voortduring niet aan de in artikel 14 genoemde verplichting voldoen, kan door Ons, Gedeputeerde Staten gehoord, worden bepaald, dat een door Ons aan te wijzen deel van de archieven der gemeente tot nadere beschikking naar eene Rijks archiefbewaarplaats zal worden overgebracht. Artikel 19. Aan gemeenten, welke daartoe tot Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken het verzoek richten, kunnen de oude rechterlijke archieven, welke dagteekenen van vóór de invoering der Fransche wetgeving, in bewaring worden teruggegeven. De voorwaarden, waaronder aan een dergelijk verzoek gevolg kan worden gegeven, worden door Ons geregeld. Titel IV. Van de Archieven der Waterschappen, Veenschappen en Veenpolders. Artikel 20. De besturen der waterschappen, veenschappen en veenpolders zijn verplicht zorg te dragen voor de archieven dier instellingen. Artikel 21. Het gedeelte dier archieven, dagteekenende van vóór 1811, wordt naar eene door het betrokken bestuur daartoe bestemde archiefbewaarplaats overgebracht. Het bestuur is bevoegd te bepalen, welk ander gedeelte van de archieven naar de bewaarplaats zal worden overgebracht. De in die bewaarplaats overgebrachte archieven worden beheerd door den Secretaris of door een bijzonder daartoe aangewezen lid van het bestuur van het waterschap, het veenschap of den veenpolder. Het bestuur kan voorstellen een archivaris te benoemen, die, met afwijking van het bepaalde in het vorige lid, met het beheer der in de archiefbewaarplaats overgebrachte archieven zal zijn belast. In dat geval regelt het bijzonder reglement van het waterschap, het veenschap of den veenpolder de wijze van benoeming van den archivaris. De instructie aangaande het beheer der archiefbewaarplaats moet aan Gedeputeerde Staten worden medegedeeld. Artikel 22. Bestnren van waterschappen, veenschappen en veenpolders kunnen onderling of in samenwerking met gemeentebesturen eene regeling treffen omtrent de gemeenschappelijke berging van een deel hunner archieven in 97 ééne bewaarplaats en omtrent gemeenschappelijk beheer der in die bewaar plaats overgebrachte archieven. Die regeling bevat bepalingen omtrent hare wijziging of opheffing. De regeling, hare wijziging of opheffing behoeft de goedkeuring van Gedeputeerde Staten, of indien het gebied der waterschappen, veenschappen, .veenpolders of gemeenten in verschillende provinciën ligt, van Ons, Gede puteerde Staten gehoord. Indien Gedeputeerde Staten de goedkeuring weigeren, kan zij door Ons worden verleend. Artikel 23. Het toezicht op de behoorlijke uitoefening der in artikel 20 aan de bedoelde besturen opgedragen zorg wordt door Gedeputeerde Staten uit geoefend overeenkomstig bij algemeenen maatregel van bestuur te stellen regelen. Artikel 24. De kosten van de uitoefening der in artikel 20 bedoelde zorg komen ten laste van het waterschap, het veenschap of den veenpolder. Door Ons kan in bijzondere gevallen uit 's Rijks kas eene tegemoet koming in deze kosten, voor zoover zij de in de archiefbewaarplaatsen overgebrachte bescheiden betreffen, worden verleend. Artikel 25. Ingeval de besturen der waterschappen, veenschappen en veenpolders bij voortduring niet aan de in artikel 20 genoemde verplichting voldoen, kan door Ons, Gedeputeerde Staten gehoord, worden bepaald, dat een door Ons aan te wijzen deel van de archieven dier besturen tot nadere beschikking naar eene Rijksarchiefbewaarplaats zal worden overgebracht. Artikel 26. Onder waterschappen, veenpolders en veenschappen worden in deze wet ook begrepen de onderdeden van waterschappen, veenpolders en veen schappen, die een zelfstandig bestuur hebben. Slotbepalingen. Artikel 27. Deze wet kan worden aangehaald als: Archiefwet 19 Staatsblad no. Artikel 28. Deze wet treedt in werking op een door Ons nader te bepalen tijdstip. Gegeven De Minister van Staat, Minister van Binnenlandsche Zaken, V

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1917 | | pagina 4