178 van ons zijn ontslagen." Het bestuur heeft den indruk gekregen, dat zijn verzoek in welwillende overweging zal worden genomen. In afwachting van den uitslag van zijn bemoeiingen heeft het bestuur gemeend een Archieffonds te moeten stichten, dat in het bijzonder bestemd zal zijn de verkrijging en de installatie van een eigen archiefgebouw te bevorderen. Voor dit fonds hoopt het bestuur van belangstellenden gelden te verkrijgen, terwijl de Vereeniging zelf daarvoor bepaalde inkomsten zal reserveeren. Ook is tot stichting van een Publicatiefonds overgegaan, waaraan dank zij de medewerking van verschillende directies tot heden een jaarlijksch bedrag van 1600 is toegezegd. Van den heer J. de Groot, te Batavia, ontving het bestuur in het afgeloopen jaar eenige mededeelingen omtrent den uitslag van zijne pogin gen om het doel der Vereeniging in Nederlandsch-Indië meer belfend te maken. Het oorspronkelijke plan tot oprichting eener zelfstandige ver eeniging blijkt eene wijziging te hebben ondergaan, waarvan de strekking op den duur duidelijk worden zal. Ten slotte moge uit het bestuursverslag nog deze passage aangehaald worden: „Met aandacht heeft het bestuur de discussiën betreffende het verzamelen van handelsarchieven gevolgd, die in de laatste jaren in het tijdschrift en- de vergaderingen der Vereeniging van Archivarissen zijn gehouden. Het heeft zich als zoodanig buiten deze besprekingen, die in den laatsten tijd een meer principieel .karakter hebben aangenomen, ge houden, maar wacht met belangstelling het resultaat hiervan af." Het jaarverslag van den directeur van het archief vermeldt de nieuwe aanwinsten en de werkzaamheden van de beambte en van eene copiïste voor de publicatie. Aan dit verslag zijn twee bijlagen toegevoegd, eene lijst van stukken betreffende het bankiershuis Goll Co. te Amsterdam, en een inventaris van het archief der bierbrouwerij ,,'t Scheepje" te Haarlem. Het jaarverslag der Commissie voor de publicatiën bespreekt het Jaar boek en den stand der voorbereiding van verschillende bundels. Van de uitgaven, welke de Commissie zoekt te bevorderen, belooft die over de buitenlandsche handelspolitiek van Nederland in de negentiende eeuw de omvangrijkste te zullen worden. Zij zal naar schatting tien deelen om vatten, terwijl een algemeene inleiding nog een deel zal eischen. De Commissie heeft zich na uitvoerige besprekingen met den bewerker tot het bestuur gewend met het voorstel, deze uitgave aan Prof. Posthumus op te dragen. In de vraag, in hoeverre de financieele toestand der Ver eeniging zulks zou toelaten, heeft zij gemeend niet te moeten treden. De beslissing hierover heeft zij aan het bestuur overgelaten, dat in dezen nog geen besluit heeft genomen. Met andere uitgaven, die voorloopig ter sprake gekomen zijn, is zij nog minder gevorderd. 179 Verder treft men in het Jaarboek de volgende bijdragen tot de econo mische geschiedenis van Nederland aan: 1. Bescheiden betreffende een verdwenen Nederlandsche nijverheidde vingerhoedindustrie, medegedeeld door G. van Klaveren Pz., allen ontleend aan de protocollen van notaris Nic. Vonck, die zich in het gemeente-archief van Utrecht bevinden 2. Stukken betreffende den Amsterdamschen graanhandel omstreeks het jaar 1681, medegedeeld door Dr. J. G. van Dillen, uit verschillende portefeuilles in het gemeente-archief van Amsterdam3. Korte aanteekenin- gen betreffende verzekering in de dagen der Republiek, medegedeeld door Mr. W. H. A. Elink Schuurman, welke aanteekeningen grootendeels ge trokken zijn uit het archief der directie van de Maatschappij van Assurantie, Disconteering en Beleening te Rotterdam; 4. Zestiende-eeuwsche vracht vaartbescheiden, medegedeeld door Dr. H. E. van Gelder, uit de „Collectie Van Adrichem" in het Algemeen Rijksarchief. De meester van den scherpen zwaarde te Haarlem, door C. J. Gonnet. Deze bijdrage tot de geschiedenis der lijfstraffelijke rechtspleging is uitgegeven door de vereeniging „Haerlem". De schrijver heeft over den beul van Haarlem, zooals de gemeenzame titel van den ambtenaar luidt, vele bijzonderheden bijeengebracht, vooral uit de thesauriers rekeningen van de stad. Wie zich door het onderwerp voelt aangetrokken, zal zijn gading vinden in dit aangenaam verluchte boekje. Behalve van de belangstellenden in onze oude lijfstraffelijke rechtspleging verdient het ook de aandacht van de beoefenaars der geschiedenis van de medische wetenschap; de scherprechter blijkt immers als nevenbedrijf het vak van chirurgijn en ledenzetter te hebben beoefend. K. H. Berichten. Bij Kon. besluit van 27 Maart 1918 zijn, met ingang van 1 April, benoemd a. bij het algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage, tot hoofdcommies J. K. Bondam, thans commies, en tot commies P. J. van Rosmalen, thans adjunct-commies, beiden bij dat archief b. bij het Rijksarchief in Noordholland, te Haarlem, tot commies R. D. Baart de la Faille, thans adjunct-commies, en tot adjunct-commies H. L. Driessen, thans klerk, beiden bij dat archief. Het nieuwe ministerie van Landbouw. In het sousterrain, van waaruit het gebouw centraal wordt verwarmd, bevinden zich naast de

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1917 | | pagina 45