154
mag worden verwacht. De doopregisters van de Groote Kerk
(1656—1674) en van de Nieuwe Kerk (16671680) werden op
fiches gebracht. De bewerking van de registers der besnijdenissen
der Israëlitische Gemeenten is gereed slechts de lexicografische schik
king geeft nog allerlei moeilijkheden, tengevolge van de ingewikkelde
naamsaanduidingen der akten, die het schrijven van tal van verwijs-
bladen noodig maken.
Wederom konden van 1262 boedels van de Weeskamer de
papieren worden geordend en met de registers in verband gebracht.
De bewerking der notarieele protokollen, door de vereeniging
„Die Haghe" ondernomen, vorderde ook dit jaar weder, al is de
geheele periode van 1660 tot 1670 nog niet gereed.
Met de inventarisatie der archieven na 1795 werd een aanvang
gemaakt, zoo ook met de beschrijving van het archief van de Sociëteit.
Haarlem. Een menigte bescheiden, afkomstig van den zolder
van het Stadhuis, werd geïnventariseerd.
Het archief van de afdeeling „Haarlem" der Maatschappij van
Nijverheid werd voorloopig geordend, terwijl een aanvang werd ge
maakt met de beschrijving van het archief der Weeskamer.
Een aantal boedelpapieren werd in het genealogisch archief
ingedeeld.
De bewerking van het oudste trouwregister kwam gereed.
Van de doopboeken der St. Bavokerk werden die over de jaren
1601 1612 op fiches gebracht.' Het alphabetiseeren der doop- en
trouwfiches werd voortgezet.
Vier protokollen van den notaris Jacob Schoudt, over de jaren
1627—1635, werden geklapperd. De voorraad fiches (1621 1634)
werd alphabetisch gerangschikt.
's-H ertogenbosch. Met de beschrijving der archieven kon nog
niet worden aangevangen. Een der redenen daarvan is, dat de groote
werktafel van den archivaris benevens een deel der kamer is inge
nomen door den ambtenaar, belast met de uitbetalingen der militaire
vergoedingen gedurende de mobilisatie.
De 19 portefeuilles met „Huwelijkszaken", loopende van 1731 tot
1800, werden bewerkt; ook werden in orde gebracht 120 portefeuilles met
bijlagen der Rekeningen van het Groot Gasthuis, het Geref. Weeshuis,
het Roomsche Weeshuis, het Geefhuis en de Kerken. Alles tusschen
1696 en 1808.
Met de „Documenten behoorende tot stadsrentebrieven" werd
begonnen.
Kampen. Met de inventarisatie en rangschikking der archieven
werd ook dit jaar voortgegaan.
155
Leeuwarden. De verschillende vroeger aangelegde registers
werden bijgehouden en voortgezet. Het register op de Decreetboeken,
loopende over 1561 1811, is voltooid.
Met de bewerking der hypotheekboeken, die deel uitmaken van de
rechterlijke archieven, werd een aanvang gemaakt. Het zevende deel
der Leeuwarder Placcaetboeken, dat de jaren 1597—1610 omvat,
werd beschreven.
Leiden. De inventaris en regestenlijst van de kloosterarchieven
werden verder voor het ter perse leggen gereed gemaakt, waarna in
het najaar met het drukken kon begonnen worden. Het eerste deel
is gereed en het geheele werk zal in 1917 verkrijgbaar gesteld kunnen
worden.
De beschrijving der gilden werd voltooid, waarna begonnen werd
aan de bescheiden betreffende de textiel-nijverheid. De inventaris
der notarieele archieven werd voltooid en is gedrukt als bijlage van
het verslag der Rijksarchieven.
Het collationeeren der fiches van de namen uit de Attestatieboeken
kwam gereed over de jaren 1691 1803. Evenals in 1915 werden
ook hierbij de afschriften aangevuld door vergelijking met de Attestatie-
boeken der verschillende kerken. Hierbij zijn ook de namen der
gehuwde vrouwen, voor zooverre vermeld, ingedeeld, welke bij de
eerste bewerking niet waren opgenomen.
Het alphabetiseeren der doopbriefjes van de hoofdkerken na het jaar
1700 werd geregeld voortgezet. Dit jaar werden gecollationeerd
de briefjes van de Hooglandsche kerk over 17171780.
De nog aanwezige lacune in de doopfiches van de Marekerk over
de jaren 1769—1782 werd aangevuld. Met het alphabetiseeren van
de namen der Hervormde bruiden werd begonnen en tot de letter S.
gevorderd.
De bewerking van de Roomsch-Katholieke doopboeken werd voort
gezet. De doopboeken van vijf kerken tot 1701 kwamen gereed. De
aanteekeningen werden vergeleken met de kladboeken, welke nog
onder de parochie-geestelijken berusten. Ook werd de doodenlijst uit
het groote register der Sint Pieters-parochie op fiches gebracht.
Maastricht. Met voldoening kan de archivaris, wiens geheele
verslag in zeer optimistischen zin is gesteld, verklaren, dat de ordening
en rangschikking van het archief in den loop des jaars werd voltooid.
Het archief is thans volkomen geordend en gerangschikt en er is een
geschreven inventaris van vervaardigd.
Aan de vervaardiging van klappers op pastoreele registers, die ten
Raadhuize berusten, kon wegens spoedeischende bezigheden niet be
hoorlijk worden doorgewerkt. De klapper op de geboorte-registers