160
begrooting gegeven is van hetgeen de aanneming van het voorgestelde
Reglement op de archieven zal kosten. Dat was dan ook niet gevraagd
aan de commissie, die dit Reglement gemaakt heeftUwe rapporteerende
commissie acht zich niet in staat deze kosten te begrooten, maar is er
van overtuigd, dat deze zeer aanzienlijk zullen zijn.
Uit een reglementair oogpunt heeft Uwe commissie geen aanmer
kingen op het voorgestelde Reglement en zou zij dus gaarne tot voor-
loopige aanneming adviseeren, mede uit waardeering van het werk der
samenstellers, uit een financieel oogpunt beschouwd, aarzelt Uwe com
missie echter U zoodanig advies te geven en moet zij met grooten nadruk
U wijzen op de financieele gevolgen, die de aanneming zal hebben.
Is Uwe vergadering echter overtuigd van het groote belang van de
Kerk, dat de archieven goed bewaard worden en door eene oordeelkundige
behandeling aan beteekenis winnen en is haar daarvoor geen prijs te hoog,
dan neme zij dit Reglement voorloopig aan en onderwerpe het aan de
consideratiën der Provinciale Kerkbesturen en der Classicale Vergaderingen.
P. P. Couvret.
J. C. Prins.
A. M. Bloem
A. A. Cremer Rzn.
G. E. M. Picard.
De heer dr. Aalders wenscht zich aan te sluiten aan eenige opmer
kingen in het rapport. Hij heeft wèl reglementair bezwaar: heeft men de
bevoegdheid de archieven te onttrekken aan de natuurlijke eigenaars? Er
wordt hier beslist, in plaats van facultatief gesteld. Misschien is het
financieel bezwaar overwegend. Ook kan hij niet inzien, dat het noodig
is de archieven zoo uiterst kerkelijk te bewaren. De archieven moeten
worden bewaard in depots, maar zij moeten ook algemeen toegankelijk
zijn. De oude kerkelijke archieven bevatten ook gegevens voor maat
schappelijke toestanden, omdat kerkelijke en maatschappelijke belangen
oudtijds veel meer dan nu waren samengeweven. Samenwerking
tusschen openbare en kerkelijke colleges atht hij
gewenscht. Deze gaat tegenwoordig veel vlotter
dan vroeger1). Kan men zelf voldoende bewaren, dan kan men het
doen, maar zoo niet, dan is in depót geven toch gewenscht. Hij adviseert
het Reglement niet aan te nemen, maar voort te gaan op den weg,
waarop wij zijn.
De heer dr. Daubanton vereenigt zich geheel met het advies van
dr. Aalders. Men kan toch alle condities stellen bij het in bruikleen geven,
De spatieering is van mij. (L. L.)
161
en men kan tot type nemen het contract van de kerkelijke bibliotheek te
Utrecht met de rijksuniversiteits-bibliotheek aldaar.
De Secretaris (ds. Bakhuizen van den Brink) brengt hulde aan de
samenstelling van het Reglement, maar betreurt, dat het vee! te ver gaat
en daardoor onaannemelijk is. De bezwaren van dr. Aalders deelt hij en
zal hij niet herhalen. Maar hij wijst er op, dat de in het Reglement
bedoelde archivaris de verzorging der kerkelijke archieven tot zijn levenstaak
zal hebben en daardoor, natuurlijk, van zijn taak zóóveel werk zal maken,
dat zijn arbeid lastig wordt voor de gemeenten, in plaats van helpend en
ondersteunend zooals die van dr. Hulsebos.
De Vice-president (dr. Weyland) vereenigt zich daarmede. Een dergelijke
waardigheidsbekleeder zou een bezwaar worden voor de gemeenten en
kerkelijke besturen. Ook meent hij, dat in dit concept op het eigendoms
recht van gemeenten en besturen en ook op hun verantwoordelijkheid
wordt inbreuk gemaakt. Op het geven van de archieven in dépot bij rijks
archieven zou hij niet willen aandringen. Dan heeft de Kerk toch niet
geheel de vrije beschikking er over.
De heer Prins zegt, dat wel degelijk het recht der gemeenten in de
commissie is besproken. Uit de verslagen der schriftelijke kerkvisitatie
heeft hem getroffen, dat in de tabel over de archieven zeer weinig wordt
vermeld.
De heer Steenbeek gelooft, dat men bij de discussie over deze zaak
het oog moet vestigen op de verwaarloozing der archieven. Moet men
den toestand zoo laten als die is? Hij hoopt, dat er toch iets tegen
gedaan zal worden.
De heer Couvret herinnert aan hetgeen de Algemeene Synodale
Commissie heeft gerapporteerd aan de Synode, hetwelk geleid heeft tot
de benoeming van een commissie voor een Reglement op de kerkelijke
archieven. Daarvan is de commissie van rapport uitgegaan.
De heer Cremer acht de zaak niet uitvoerbaar. Als men bezwaar
maakt tegen het in depót geven van kerkelijke archieven, zou hij willen
zeggenbij den toestand zooals die nu is, is veeleer de gelegenheid ge
opend, dat de stukken komen onder oogen of in handen, die men onge-
wenscht acht.
De heer de Groot acht het beslist noodig, dat de archieven der
kerkeraden goed bewaard blijven. Als de beheerders er niet goed voor
zorgen, is er reden om er achter heen te zitten. Is dit Reglement onuit
voerbaar, dan is het beter de archieven in een veilige plaats in depót te
geven.
De heer Zoete vereenigt zich met hetgeen door de eerste sprekers is
gezegd. Ook is dit tegenover slordige kerkeraden nog maar een halve
maatregel. Het oud-archief moet soms herhaaldelijk geraadpleegd worden