174
in Juli 1570 door den Hertog van Alva doorgezet, bij artikel 5 van de
Pacificatie van Gent weder werd geschorst, kan de aanleiding zijn geweest,
dat Raad en Meente eerst den 12en januari 1576 besloten daartoe over
te gaan. En de secretaris Ter Steohe zal dus meer lust hebben gevoeld
daaraan mede te werken dan het werk van zijn voorganger af te maken.
Op verzoek van Raad en Meente concipieerde hij een nieuw Keurboek
en een nieuw Stadboek. Het eerste werd 11 Januari 1579, het tweede
26 Januari 1609, nadat het door deskundige juristen was herzien en ge
formuleerd, door zijne committenten bekrachtigd.
Het geheimschrift, waarin de woorden „per me Henricum Circulanurti
alias de Lorewart Secreta" gesteld zijn vertoont groote overeenkomst met
het zoogenaamde magonnieke quadraatschrift, dat mij alleen uit de vermoe
delijk onechte 3) Keulsche oorkonde van 1535 bekend was. Beide
letterschriften verschillen evenwel in zooverre, dat de Keulsche oorkonde
de k weglaat en voor s en f twee verschillende teekens gebruikt, terwijl
het Stadboek de k medetelt en a en v door hetzelfde teeken aangeeft 3).
In het Woordenboek voor vrijmetselaren van A. S. Carpentier Altino
(blz. 47) lees ik echter, dat het geheimschrift der Keulsche oorkonde zich
juist in die twee opzichten van het gewone quadraatschrift onderscheidt,
waarmede dus dat op het titelblad van het Stadboek overeenkomt. De
schrijver voegt er bij, dat dit quadraatschrift in 1535 reeds zeer bekend
was. Ik moet bekennen het nooit elders te hebben gezien, en het in het
Vr. W. blz. 59 aangehaalde geheimschrift op een grafzerk te Regens
burg van 1583 komt er niet mede overeen. Daarom scheen het niet on
dienstig, de aandacht nog eens op dit geval van geheimschrift van omstreeks
1550 te vestigen.
P. BERENDS.
Boekbespreking.
Archief der gemeente Rotterdam. Catalogus van de portretver
zameling door Dr. H C. H. Moquette.
Met genoegen begroeten wij dezen eersten catalogus van eenigen
omvang betreffende het Rotterdamsche archief, waarvan, behalve de be
scheiden inventarissen van de Weeskamer (door Dr. Moquette) en van de
Enkele malen heeft de schrijver zich vergistin plaats van „Circulanuni"
staat er eigenlijk „Cihculkum"; diergelijke vergissingen komen ook vaak in de Keulsche
oorkonde voor.
-) Zie Delprat, in de Bijdragen voor Vaderl. Gesch. en Oudheidk. Nieuwe
reeks, deel III.
8) De letter v komt in het geheimschrift van het Stadboek niet voor, maar de
w wordt er door eene dubbele v aangeduid.
175
geannexeerde dorpen (door Mr. R. Bijlsma), in de laatste jaren nagenoeg
niets in druk verscheen. Het thans verschenen vrij lijvige deel (met de
registers 386 bladzijden) bewijst, dat intusschen niet stilgezeten is door
den vrij uitgebreiden stoet van beambten, en doet ons verlangend uitzien
naar verdere publicaties van de belangrijke Rotterdamsche archieven en
verzamelingen.
De hier beschreven prentcollectie vond haar begin in den atlas, die
met de geschreven kronieken van J. E. W. Thompson 1857) werd
aangekocht, en schijnt in de eerste jaren niet met alle zorg te zijn beheerd
althans een deel der toen verkregen portretten is thans niet terug te vinden.
Tegenover deze kleine verliezen staan echter in latere jaren zeer belang
rijke aanwinsten, waaronder speciaal te vermelden valt de in 1892 ver
kregen collectie Anderson MiltNer, met 1300 portretten. De Rotter
damsche verzameling heeft thans 2979 nummers, waarbij verschillende
reproducties dikwijls onder één nummer zijn bijeengevoegd.
Bij elk portret is eene korte beschrijving gegeven en eene verwijzing
naar Muller en Van Someren, en bij elk persoon zijn de data van geboorte
en overlijden vermeld met de belangrijkste functies, in het bijzonder in
zooverre die met Rotterdam in verband staan. Het geheel is met zorg
bewerkt en gaarne betuigen wij onzen dank aan de kundige bewerkster
van dit eerste deel van den catalogus der Rotterdamsche prentverzameling,
hetwelk spoedig gevolgd moge worden door die van de topographische
en een historische afdeeling. Hoe goed toch het Roterodamum
Illustratum van J. H. Scheffer voor zijnen tijd moge geweest zijn,
thans kan deze verouderde en niet bijgehouden catalogus moeilijk meer
geacht worden aan de behoefte te voldoen. Zelfs schijnt eene nieuwe
bewerking der topographie nog van meer gewicht dan de thans geboden
portrettenbeschrijving.
Na de welgemeende hulde aan de bewerkster voor de bewerking als
geheel, kom ik thans tot de bespreking van enkele punten van onderge
schikt belang, die aan de waarde van de bewerking weinig afdoen, doch
hier in een vakblad niet onbesproken mogen blijven.
Vooreerst de druk. De uitvoering hiervan is goed, doch de namen
der afgebeelde personen hadden iets meer sprekend kunnen gedrukt worden,
waardoor het gemakkelijk naslaan bevorderd ware.
De indeeling is alphabetisch, de eenig logische en thans vrijwel
algemeen gevolgde methode. Hierbij treft het ons echter, dat de gehuwde
vrouwen op haar mans naam zijn ingedeeld, zelfs bij de portretten van vóór
haar huwelijk. Dit terugvallen tot de tijden van slavernij verwondert ons
te meer, waar de catalogus door vrouwelijke zorgen is bijeengebracht.
Verliest ook volgens haar de vrouw door haar huwelijk haar eigen bestaan,
om tot een aanhangsel van den heer gemaal af te dalen Het onlogische