162 en dan zou het wel zeer lastig zijn, als men naar de hoofdplaats der classis moest gaan. De heer Schrieke schaart zich aan de zijde der heeren, die zeggen beter goed bewaard dan slecht bewaard. Zoodat het soms beter is de archieven te bewaren in een algemeen depót. Ontzaglijk veel is er reeds verloren gegaan. Overbrenging naar rijksarchieven acht spreker bezwaarlijk. Beter ware het in een kerk der hoofdplaats van een provincie een brand vrije bewaarplaats te maken dan ze te geven onder bewaring der rijks archivarissen. De heer Tammens acht het van groot belang, dat de archieven veilig bewaard worden; maar opneming in de rijksarchieven zou hij ten zeerste afraden. Hij wijst op blz. 389 van Bijlagen 1915 waaruit wel blijkt hoe ongewenscht het is, de archieven bij het rijk in depót te geven. Ook zou men te zeer aan bepaalde dagen en uren gebonden zijn, indien men ze zou willen raadplegen. De heer Bolt sluit zich aan bij hetgeen door dr. Aalders is gezegd; er zijn wel middelen te vinden om de archieven veiliger te bewaren dan nu het geval is. De heer Bloem zegt, dat men toch onderscheid moet maken tusschen archieven, die van historische waarde zijn en zulke stukken, die b.v. met diaconale zaken in verband staan. De geheimhouding is bij het in depót geven weg. Ook thans is die wel niet geheel gewaarborgd. Het ideaal zou zijn kerkelijke archieven in te stellen Maar dit zal moeten afstuiten op de kosten. Wanneer men de kerkeraden verplicht tot afgeven van archieven aan veilige bewaarplaatsen, zal men moeten zorgen voor het inrichten van brandvrije kluizen in elke classicale hoofdplaats. Of er zal een centraal gebouw voor alle archieven moeten worden gesticht. De heer dr. Visser kan niet zien, dat de regeling van dit concept practisch uitvoerbaar is. De besturen in Drenthe acht hij wel op den goeden weg. Op deze wijze worden de verzamelingen naar de regelen der kunst bewaard. Men geeft niet in bruikleen, maar in bewaring. In zage van deze stukken kan niet plaats hebben zonder toestemming van den kerkeraad, enz. Zulk een acte van depót geeft alle waarborgen. Tegenover het bezwaar, dat men niet op alle dagen en uren in het rijksarchief terecht kan, zegt hij, dat dit toch evenmin bij den scriba of secretaris van een kerkelijk bestuur mogelijk is. Den eisch van een vijf jarigen opzeggingstermijn kan hij geen onbillijke bepaling noemen, omdat het rijk de kosten van inventariseeren en in orde brengen voor zijn reke ning neemt. De heer dr. Callenfels zegt: men moet toch constateeren, dat het i) Zie hiervóór blz. 149. 163 niet zoo blijven kan als het nu is. Is het te duur brandvrije kluizen in te richten, dan is het beste de archieven in depót te geven. De President (ds. H. A. Leenmans Jz.) vereenigt zich hiermede. De heer dr. Hulsebos zegt: de commissie is uitgegaan van het denk beeld, dat de Kerk haar eigen archief moet bewaren. Hij wijst er op, dat op hem een onaangenamen indruk heeft gemaakt een catalogus van het archief van Coevorden, waaruit blijkt, dat het kerkelijk archief zonder meer overgebracht was naar Assen. Het is een plicht van de Kerk, te zorgen voor de bewaring van het eigen archief. De kosten zijn niet altijd onoverkomelijk.. De inrichting in de Nieuwezijdskapel te Amsterdam is uitnemend. In Rotterdam is ook een dergelijke bewaarplaats. Te Alphen aan den Rijn, waar de kerk is afgebrand, zal men nu ook een brandvrije bewaarplaats inrichten. Er wordt in die richting reeds veel gewerkt. Over het algemeen heeft de heer Hulsebos slechts te roemen over de welwil lendheid der predikanten en kerkeraden. Maar hij had toch den indruk, dat men hem niet altijd gezag toekende; zijn opvolger moet met meer autoriteit kunnen optreden. De bedoeling van het Reglement was, om te geven een afdoende regeling. Moet vaststaande Kerk moet 'haar eigen archief bewaren, de Synode moet hebben een persoon, die, met gezag bekleed, over de kerkelijke archieven waakt, of niet? In de meeste rijksarchieven zal men niet aannemen, allerlei voorwaarden te stellen om de kerkelijke archieven te bewaren. En ook al maakt men allerlei bepa lingen, de archivaris zelf kan er toch in nazien wat bij wil. Er zijn toch dingen, die men niet gepubliceerd wil hebben. De heer Couvret zegt: er is allereerst bezwaar gemaakt tegen de verschillende behandeling van oud- en nieuw-archief. Men heeft betwijfeld, of men recht had tot hetgeen in art. 7 is bepaald maar dat is een be zwaar tegen elke bewaring, als niet de kerkeraad verplicht kan worden voor het archief te zorgen. Het tweede bezwaar geldt art. 10, maar dit is in overeenstemming met het beginsel, dat verleden jaar is aangenomen. Het bezwaar van de kosten blijft. De heer dr. Aalders merkt op, dat hij in het geheel niet gesproken heeft van een stringente bepaling om de archieven in depót te geven. De Synodale Commissie had ook de bedoeling, den archivaris door het Reglement meer gezag te verleenen. De heer dr. Hulsebos acht het in depót geven niet gegrond in de kerkelijke reglementen; men moet het als iets abnormaals beschouwen. De kerkelijke besturen moeten daartoe niet zoo gemakkelijk overgaan. De heer dr. Weyland legt er nog den nadruk op, dat de Kerk degenen, die verantwoordelijk zijn, ook die verantwoordelijkheid moet op leggen. Een kerkeraad, die zijn archief verwaarloost, moet kerkrechtelijk vervolgbaar zijn.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1916 | | pagina 10