108 zich met elkander verstaan omtrent het zenden van een order aan de corps commandanten aan het front, om alle stukken van openbaren aard, aan getroffen in de gemeentehuizen der verwoeste dorpen in de vuurlinie, op te zenden naar Parijs, aangezien de verbindingen met Parijs bijna altijd gemakkelijker waren dan die met de hoofdplaatsen der departementen, waar de administratie der archieven die rangschikt en bewaart en den prefect van het betrokken departement kennis geeft, dat zij de archief stukken tot zijn beschikking houdt. Een groot aantal welgevulde kisten is op die wijze binnengekomen, waarvan de inhoud zonder dezen maatregel ongetwijfeld te loor ware gegaan. Behalve met deze buitengewone werkzaamheden, heeft de dienst der departementsarchieven zich bezig gehouden met de voorbereiding van reeds lang noodige maatregelen, nl. de herziening, vereenvoudiging en opstelling der reglementen op het ordenen der archieven. Het laatste voorschrift dateert van 6 Maart 1843 en is thans in vele opzichten verouderd, hoewel het telkens door circulaires is aangevuld en verbeterd. Een voorloopig ontwerp is thans opgesteld en zal, zoodra de omstandigheden het ver oorloven, door de „commission supérieure des archives" in studie worden genomen, alvorens het den minister wordt voorgelegd. Ten slotte wordt nog opgemerkt, dat in April 1916 de papiernood naar buitengewone middelen deed zoeken tot het verschaffen van grondstof aan de papierfabrieken. Er werd een propaganda georganiseerd om zoo veel mogelijk oud papier met dat doel bijeen te brengen, en de autoriteiten hechtten hun steun aan dit streven. Maar zoo ontstond een groot gevaar voor archieven, welke niet onder deskundige hoede waren gesteldlieden met meer ijver dan inzicht hadden die lichtelijk kunnen begrijpen onder de definitie „oud papier". De Minister van Onderwijs heeft toen onmid dellijk nauwkeurige instructies 'aan de prefecten en andere ambtenaren toegezonden, om onder geen voorwendsel aan de archieven te laten raken. Deze tijdig genomen voorzorg heeft zeker heel wat ongelukken voorkomen. A. M. v. E. Berichten. Op 8 November 1916 overleed de heer C. L. de Leur, sedert 1908 adjunct commies aan het oud-archief der gemeente Utrecht. Bij Kon. besluit van 22 December 1916 zijn, met ingang van 1 Januari, benoemd a. tot hoofdcommies bij het Rijksarchief in Gelderland. r. J. van Veen, thans commies bij dat archief; 109 b. tot commies bij het Rijksarchief in Zeeland: C. de Waard, thans adjunct-commies bij dat archief c. tot adjunct-commies bij het Rijksarchief in Utrecht: Ph. J. C. G. van Hinsberoen, thans klerk bij dat archief d. tot adjunct-commies bij het Rijksarchief in Groningen: B. Lonsain, thans klerk bij dat archief. Staatsbegrooting. Aan de Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1917 ontleenen wij het volgende: Begrooting met uitgewerkten en toelichtenden staat. Vde Hoofdstuk, Vide Afdeeling. Kunsten en Wetenschappen. Art. 186. Jaarwedden, toelagen en verdere belooningen der ambte naren en bedienden bij 's Rijks archief te 's-Gravenhage a. Rijksarchivaris 6000.— b. 13850.— c. hoofdcommiezen 12750.— d. 8262.50 e. adjunct-commiezen 5025.— f- klerken 2362.50 g- concierges en verdere bedienden 9240.— h. toelagen voor gemis van genot van 500.— 57990.— Art 187. Kosten van onderhoud, huishoudelijke uit gaven, personeele hulp, schrijfloonen, reis- en verblijfkosten, inrichting en onderhoud van gebouwen, terreinen en van lokalen en aankoopen voor's Rijks archief te's-Gravenhage 2) 11500.— Art. 188. Jaarwedden, toelagen en verdere belooningen der ambtenaren en bedienden bij de Rijksarchieven in de provinciën 3) Voor periodieke traktementsverhoogingen ingevolge de bij Koninklijk besluit van 13 Maart 1914 no. 6 vastgestelde regeling is ƒ1690 meer noodig. ■i) Is ƒ500 hooger geraamd voor drukkosten van een index op de tot dusver verschenen archiefverslagen. 3) Zie Memorie van toelichting.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1916 | | pagina 19