66
Oudewater, Muiden in 1576 met de Staten-Generaal in nadere verbinding
zijn getreden, en op bl. 177 blijkt, dat in 1577 ook Tholen dit heeft gedaan.
Tot een onderzoek in zes van deze plaatsen is het niet gekomen. Tocb
zal in Goes wellicht nog de m.i. belangrijke akte van de Staten-Generaal
te vinden zijn, waarvan Van de Spiegel in de Historie van de Satis
factie, bl. 230, melding maakt, en waarvan het bestaan uit de publicatie
niet blijkt, en is de kans niet uitgesloten, dat ook in de andere gemeente
archieven stukken aangetroffen worden, welke de staatkunde van de hooge
heeren te Brussel in deze moeilijke materie kunnen toelichten. Dr. Japikse
had zich in dezen o.i. minder behoeven te beperken.
Misschien zou de beperking te vinden zijn in de details. De bewerker
bestrijdt zelf allerminst, dat vele resolutiën van zeer gering belang te achten
zijn, maar hij verontschuldigt de opneming er van, omdat juist in het zich
moeten bezighouden met allerlei regeeringszaken, tot de kleinste toe, een
der eigenaardigheden van de werkzaamheid der Staten in de eerste jaren
van 1576 af ligt, en omdat dit natuurlijk in de bewerking duidelijk aan het
moest komen" Het z'ï 200Maar waarom dan de requesten van
puur privaat belang weggelaten? Kunnen deze voor de sociale geschie
denis met hunne beteekenis hebben? Als men de desbetreffende resolutiën
schrapt, kan men dunkt ons nog iets verder gaan dan Dr. Japikse gedaan
heeft. Ons bezwaar in dezen weegt echter niet zwaaralleen vreezen wij
dat de uitvoerigheid van den arbeid de voltooiing er van in den weè
zal staan. s
Dr. Japikse heeft zijne onderzoekingen niet mogen uitstrekken tot
nasporingen omtrent het ontstaan en de uitwerking der Staten-resolutiën
in de resolutiën der Provinciale Staten of die van andere colleges. Wie
zich geroepen voelen om deze te ondernemen en daarmede de kennis
van onze staatkundige geschiedenis te verdiepen, zullen een nuttig werk
verrichten. Mogen velen door de uitgave der Resolutiën daartoe worden
aangespoord
Literatuurkroniek.
01A de' R- Archivio di Stat0 in Milano per l'anno
l 9 1 6. Milano, Palazzo del Senato.
De directeur van het staatsarchief te Milaan, L. Fumi, opent het zesde
jaarverslag met eene Prefazione, waarin hij wijst op de plicht der archief
ambtenaren om het heiligdom der nationale geschiedenis te hoeden, terwijl
de Itahaansche jeugd haar bloed plengt „per la piü sacra delle revendi-
cazioni en eene Relazione generale, welke de jongelingschap op het hart
drukt dat de oorlog niet alleen „per Ia liberta" maar ook „per la gran
dezza d Italia" wordt gevoerd, welke het imperialisme van anderen
67
afkeurt, Von Treitschke zwart maakt en Macchiavelli roemt, welke de Italianen
er aan herinnert dat zij zijn „eredi e continuatori della romanita".
Het eigenlijke verslag deelt dan mede, dat de „Acquisti e Doni"
worden gesorteerd en dat de restauratie van eene zaal aanleiding gegeven
heeft tot eene behandeling van de administratieve archieven uit den tijd
der Cisalpijnsche republiek. De reeks van inventari sommari van het
gansche depot is bijna voltooid. Omtrent het meeste van den verrichten
arbeid worden we voorts verwezen naar eene vervelende tafel „Allegato B";
maar de directeur gunt zich persoonlijk en waarschijnlijk velen Italiaanschen
lezers het genoegen, om iets mede te deelen van hetgeen aan het licht is
gekomen bij de bewerking door den heer Pierucci van de archieven van
den districtscommissaris van Monza (18161859), het voorloopig bestuur
(1848), de legerintendance (18481849), en het algemeen bestuur van het
Lombardisch-Venetiaansche koninkrijk (18491857). De bijzonderheden
omtrent moeilijkheden, die de Milaneezen vroeger met de Oostenrijkers
hebben gehad, zullen ginds de aandacht trekkenoverigens komt het mij
voor, dat de opneming van dergelijke zaken in een archiefverslag onpractisch
is, hoogstens wegens de tijdsomstandigheden te verontschuldigen.
De voortgang van de vervaardiging van „inventari descrittivi" heeft
geleden onder de vermindering van het personeel in den loop van 1915.
De in het vorige verslag zie Archievenblad, 19151916, bl. 30 -
vermelde overbrenging van een deel der archieven naar het klooster van
S. Eustorgio heeft eene verschikking in het hoofdgebouw mogelijk gemaakt
in het klooster bevinden zich nu rechterlijke archieven van 1786 en later.
Bij de reconstructie van het archief der Visconti's, waarmede andere
stukken vermengd geraakt zijn zie Archievenblad t. a. p. bl. 31
heeft prof. Vittani veel nut gehad van een register van liassen in het
kasteel, samengesteld in de zeventiende eeuw. Het archief van Francesco
Sforza is gesplitst in een grafelijk en een hertogelijk gedeelte, waartusschen
1 Maart 1450 als grens is aangenomen.
Verdere wetenswaardigheden ga ik voorbij, om mij te wenden tot
den Appendice I, „II momento attuale e le scuole degli archivi di
stato", de rede waarmede ons correspondeerend lid, de heer Giovanni
Vittani, den cursus 1915'16 van de archiefschool heeft geopend. Ik
kan niet ontkennen, dat deze op mij een aangenamer indruk gemaakt heeft
dan de ontboezemingen van den directeur. Wel zijn de gedachten van
den professor even vol van den oorlog, maar hij handelt meer over de
wetenschappelijke betrekkingen met het vijandelijke landhij brengt in
herinnering, dat Sickel, „al quale, pur nel presente fragore d'armi, sem-
plicemente rispetto alia fortezza della nostra dignita d'attribuire il titolo
di principe di queste scienze nel suo tempo", na den oorlog van 1859
eenigen tijd mag zijn weggebleven, doch dat zijn portret een der weinige
t\. H.