60
De Staten beschouwden dus (en te recht) de door de leeraren en
geesteliken van de verschillende gezindheden gehouden registers van de
oo/in lSn aVr hC! la"d geh0uden archieven, als hoedanig ze
en a s hoed -°Z T gemeente" k°nden ^evorderd morden
en als hoedanig de overal in ons land nog bij kerkelike gemeenten aan
wezige en vaak op schrotnelike wijze verwaarloosde gelijksoortige stukken
verder opgevorderd zullen moeten worden.
State" hadden> zoals wij zagen, o.a. de twee lichamen van Gecom
mitteerde Raden geautorizeerd tot de uitvoering van het besluit over de
reu. en doopboeken. het archief van Oecornmh,eerde Raden ,a„
Staten van Holland en West-Friesland, d. z. die van het Zuiderkwartier
dat zich op het Algemeen Rijksarchief bevindt, kon ik nagaan, waarin hun
mirie^ p'h °P hCt VCrSlag Va" ee" kornmissie, door Gekom-
teerde Raden aangewezen, stelden zij bij rezolusie van 25 Julie 1792
een aanschrijving aan de schouten en gerechten van de dorpen in het
Zuiderkwartier vast, van welke rezolusieGekommitteerde Raden in het
aanschrMvTnT'd1" M eZ°'Usie kennis zoude" knjgen. Bij de bedoelde
aanschnjvmg deelden Gekommitteerde Raden aan de geadresseerden de
tterhke inhoud van het betreffende gedeelte van de rezolusie van 15junie
92 mee, en gelastten hun ingevolge de ontvangen autorizasie eenvoudig
„om zorge te dragen, dat dit Hun Edele Groot Mogende geresolveerde
prasciselyk werden geobserveerd en naargekomen." Deze aanschrijving
werd, ook onder dagteekening van 25 Julie 1792, volgens een „register
en misslves" van Gekommitteerde Raden verzonden aan schouten
gerec en van de dorpen, ambachten en gehuchten in het Zuider
kwartier en bovendien aan de predikant op den huize Loevestein. (Deze
stneeTsgpPnJ aanSCh,rijVingen aIIe Stede" e" P'aatsen in Holla"d ook
steeds een eksemplaar, om „van den predikstoel te publiceeren
In een dorpsarchief kon ik nagaan, welke uitvoering op zijn beurt
boekPd g<TCht aa" dC °ntvan^en °Pdracht gaf. In een „registeratie-
boek der requesten, appoinctementen van Sliedrecht", op het Algemeen
R.jksa. chief, vond ,k zowel de brief van het gerecht aan de kerkeraad als
1792 dWeei°d ^"h 'ngeSchreven- BiJ de ee^e, van 30 Augustus
792 deelden schout en schepenen weer de letterlike inhoud van het
etreffende gedeelte van de rezolusie van de Staten mee en bevalen in
gevolge aanschrijving van Gekommitteerde Raden, de kerkeraad, om'van
nu voortaan het bovengemeld door Hun Edele Grootmogenden o-eresol-
veerden pneciselyk te observeren en naar te komen, en ons van de w"ze
jrg. xil,Dblz.e49met dS daarb9 vastgestelde aanschrijving, is afgedrukt in dit blad,
61
op welke door UI. aan dit geresolveerden wordt voldaan, te informeren."
Het antwoord luidde als volgt
„Achtbaare Heeren,
Ingevolge U Ed. Achtbrs gevenereerde aanschrijving, den 30 Augustus
laatstleden aan ons gedaan, hebben wij de eer, U Ed. Achtb. te infor-
meeren, dat wij ter precise voldoening aan de resolutie van Hun Ed.
Gr. mogenden, dato 15 Junii dezes jaars, ons voorzien hebben van dubbele
trouw- en doopboeken, waarvan de gewoone twee in het huis van onzen
predikant, als na gewoonte, blijven berusten en de andere twee in een
kistje in de kerk bij den predikstoel gelegd zullen zijn, terwijl de kerkenraad
naauwkeurig zorge dragen zal, dat daarin de aanteekeningen, bijzonder in
de doopboeken, geschieden zullen overeenkomstig de bepaling, in hoog-
gemelde resolutie van Hun Ed. Gr. mogenden vervat.
Waarmede wij, onder toebidding van 's Heeren heil, met verschuldigd
respect ons noemen,
Achtbare Heeren,
Uw Eds heilw. dienaren, die van den
kerkeraad van Sliedrecht.
Uit aller naam
Sliedrecht, (get.)
17 November 1792. Iz. Beausar, Predikant.
(Superscriptie.)
Achtbaare Heeren de Heeren Schout
en Scheepenen van Sliedrecht."
Bij onderzoek van tal van kerkelike archieven in Zuid-Holland merkte
ik op, dat daar in veel gemeenten de bewaring van de twee stellen doop-
en trouwboeken geregeld is geweest als te Sliedrecht.
PETER VAN MEURS.
Het archief van het amt van Over-Betuwe. Uit het
„Verslag der vergadering van het Gecombineerd College van het Polder
district Over-Betuwe, op Dinsdag 27 Juni 1916."
Voorzitter de heer A. D. Duijs, Dijkgraaf.
Aan de orde is
5. Schrijven van den Rijks-archivaris te Arnhem, om in bruikleen te
mogen ontvangen stukken uit het Archief van Over-Betuwe, met voorstel
van den Dijkstoel.
De voorzitter zegt, dat vele stukken uit het Archief worden gevraagd,
bijna alles.
J) Vgl. Archievenblad 1899/1900, 133, en Verslagen omtrent 's-Rijks
oude. archieven, 1899, 375 en 379, en 1909, 288.