verloren gingen, behoeft de archivarissen-als-zoodanig niet te verontrusten. In beginselOok in de praktijk niet, sedert een speciale vereeniging is opgericht en begonnen is een depot te stichten, waar de Nederlandsche economische archieven kunnen worden samengebracht. Samenvattend kom ik dus tot deze slotsom Opneming van private archieven is wenschelijk, zoo zij voldoen aan deze voorwaarde: dat zij beteekenis hebben voor de historische ontwikkeling van het ressort. Tenslotte voeg ik daaraan dit toe, dat, al moge ik vanzelf hierbij allereerst aan de taak van gemeentearchieven hebben gedacht, de stelling evenzeer geldt voor de archieven van grootere ressorten de provinciën, en zelfs voor het Algemeene Rijksarchief, daar mutatis mutandis de ver schillende besproken criteria voor die beteekenis voor de historische ont wikkeling, ook daarbij kunnen worden toegepast. Nemen wij dit beginsel aan, dan zullen wij het nut van onzen arbeid zeker verhoogen, en door onze actieve werkzaamheid krachtig bevorderen, dat veel belangrijks bewaard worde, dat door veronachtzaming of wanbe heer nu of in de toekomst verloren zou gaan, en dat wij voor de be hoorlijke vervulling onzer taak niet kunnen missen. Den Haag, Aug. 1916. H. E. VAN GELDER. Over de verzorging van private archieven. Met vergunning van de redactie van dit tijdschrift wil ik hier hetgeen ik in de laatste vergadering der Vereeniging van archivarissen heb gezegd, maar zoo kort mogelijk heb gezegd, omdat de tijd daartoe drong, iets uitvoeriger herhalen, daarbij tevens gebruik makende van hetgeen bij de discussie door anderen in het midden is gebracht. Men heeft in die vergadering aan het begrip „private archieven" allerlei beteekenissen gehecht. Mij schijnt het het beste zich te houden aan het spraakgebruik der Handleiding, niet alleen omdat verba valent usu, en omdat de Handleiding geschreven is, voordat er een Historisch- economisch archief bestond, en de strijd daarover invloed op de opvattingen had kunnen uitoefenen, maar ook omdat mij dat spraakgebruik juist voor komt. De Handleiding nu zegt aan het einde van de toelichting tot 1: „Wackernaoel definieerde voor eenige jaren een archief aldus: „Das Archiv ist die Sammlung derjenigen Schriftstücke, welche auf dem Wege und zu Zwecken der öffentlichen Verwaltung entstanden sind, sowie derjenigen, welche auf dem Weg privater Verwaltung entstanden, aber durch Uebergang derselben an den Staat nachtraglich öffentlichen Charakter erhalten haben." Deze definitie, voor rijksarchieven juist, is als algemeene omschrijving van een archief bepaald onjuistimmers ook privaatrechtelijke lichamen vormen zonder twijfel archieven." Deze opmerking wordt nu nog nader uitgewerkt in de toelichting tot 3„Ook besturen of ambtenaren van privaatrechtelijke lichamen kunnen een archief vormen." Gemakshalve schrijf ik die toelichting hier af: „Er zijn privaatrechtelijke lichamen, zooals kloosters, gasthuizen, broederschappen enz. en in onzen tijd maatschappijen en vereenigingen b.v. de Maatschappij tot exploitatie der Staatsspoorwegen, de Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van Nijverheid, de Zuiderzee vereeniging, de Maatschappij van Nassau-La Lecq, welker besturen of ambtenaren contracten sluiten, brieven ontvangen, notulen houden enz., alles ambtshalve, en die dus in dat opzicht met publiekrechtelijke lichamen zijn gelijk te stellen. Zelfs particulieren kunnen archieven hebben. Een handelaar kan even goed als eene handelsvennootschap of eene handelsvereeniging een archief hebben, bestaande uit journalen, kasboeken, ingekomen brieven, kopieboeken van uitgaande brieven enz. „Men rekene hieronder echter niet de zoogenaamde familie-archieven of huisarchieven. Deze toch zijn doorgaans een conglomeraat van papieren en stukken, welke de verschillende leden van een geslacht of de verschil lende bewoners van een huis of kasteel, als private personen of in ver schillende functiën, soms zelfs als verzamelaars van curiosa, in handen hebben gekregen en bewaard. De stukken van een familie archief vormen geen geheel, zij zijn meermalen op de meest zonderlinge wijze bijeenge komen en missen het organisch verband van een archief in de beteekenis, daaraan in deze handleiding gegeven. De regels voor gewone archieven kunnen daarom op familie- of huisarchieven niet toegepast worden." Men ziet, dat in de Handleiding het begrip privaat archief scherp omlijnd wordt. De private archieven worden eenerzijds onderscheiden van de zoogenaamde familie- of huisarchieven, op grond dat dat geene archieven in den technischen zin van het woord zijn, en aan de andere zijde van de archieven van publiekrechtelijke lichamenstaat, provincie, gemeente, water schap, „die auf dem Wege der öffentlichen Verwaltung entstanden sind De opvatting van de Handleiding lijkt mij nog altijd de juiste. Eene verzameling familiepapieren is geen archief, dat altijd gevormd moet zijn door of afkomstig van een bestuur of een zijner ambtenaren. Elk bestuur nu heeft eene bepaalde taak, waarvoor het in het leven is geroepen: het bestuur van een kookschool of eene kiesvereeniging even goed als het bestuur van eene gemeente of een waterschapdaarom vormen al die besturen archieven. Maar een zoogenaamd familiearchief bevat de papieren, afkomstig van verschillende leden derzelfde familie, niet in ééne functie, maar in alle functiënmen kan er in vinden de brieven, door iemand 24 25

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1916 | | pagina 18