10
beiden: Vorsterman van Oyen en Dommisse. De eerste heeft ons, nog
niet zeer bekend, op reeds gevorderden leeftijd verrast met eene voor
treffelijke uitgaaf van de belangrijke rechtsbronnen der stad Aardenburg,
en hij is op zijn ouden dag ook nog lid van de Tweede Kamer geworden.
Ook Dommisse is eerst als oud-predikant met de archiefstudie begonnen,
en hij heeft voor de geschiedenis van Zeeland, bepaaldelijk van Vlissingen!
werkelijk verdienstelijk werk geleverd, dat men van een nieuw-bekeerden
niet zou verwacht hebben. Drie nieuwe leden namen de plaatsen der
afgestorvenen inmej. Dr. Drossaers van het Algemeene rijksarchief, de
Bossche archivaris Ebeling en de nieuwe adjunct-archivaris van Den Haag
Mr. Moll; wij heeten onze nieuwe leden van harte welkom.
Wanneer ik rondzie op het veld van ons archiefwezen buiten onzen
eigen kring, dan trekken in dezen zwaren tijd, nu bijna niets ernstigs
ondernomen kan worden, de persoonlijke feiten haast de meeste aandacht.
Toch wil ik daarover kort zijn; het is altijd moeielijk en niet altijd aan
genaam, personenquesties te bespreken. Zoo wil ik dan ook slechts in
het algemeen vermelden, dat er aan het Algemeene rijksarchief weer ver
schillende personen benoemd, bevorderd en in tractement verhoogd zijn,
en dat dit ook elders hier en daar geschied is. Te Haarlem is de heer
Knappert tot gemeente-archivaris benoemd, die mij persoonlijk onbekend
is, maar wiens vroegere werkzaamheid, naar ik verneem, alle reden geeft
om zich over zijne benoeming te verheugen. Bovendien zijn er eenige
jubilé's gevierd: onze ambtgenoot Gonnet, in zijne stad zoo populair, is
nogmaals bejubeldik zelf heb met overtuiging mijnen ambtenaar aan het
gemeente-archief, den verdienstelijken De Leur, gehuldigd, en te Groningen
heeft men ook den gedenkdag van den bode Mekkers niet onopgemerkt
laten voorbijgaan. Aan het verdienstelijke drietal onze welgemeende
gelukwenschen
Met niet minder nadruk verheugen wij ons over het optreden van
onzen nieuwen referendaris Mr. Duparc. Kort na den dood van De Stuers,
die hem gevormd heeft, heeft hij plaats genomen op den zetel, waarop
zijn gewezen meester zoo krachtig geregeerd heeft. Wij verwachten van
hem geen zoo nadrukkelijk optreden, en wij zouden dit ook niet wenschen.
Maar wij verwachten wèl van hem wij weten, dat wij van hem mogen
verwachten groote belangstelling in het Nederlandsche archiefwezen en
intelligente behartiging van zijne belangen. Jarenlang is Mr. Duparc
speciaal met de behandeling der archiefzaken belast geweest; hij is er
grondig mee bekend geworden, er mee samengegroeid. Wij weten, dat
hij ons krachtig zal kunnen helpen; wij weten ook, dat hij het zal
willen.
Overigens is er ditmaal niet veel van de lotgevallen van het Neder-
11
landsche archiefwezen te verhalen. Onze gewezen ambtgenoot Morren
heeft in opdracht van de regeering eene reis gedaan naar de West, om
de verspreide en verwaarloosde archieven der Nederlandsche koloniën
aldaar te verzamelen en hunne overbrenging naar Nederland te leiden.
Overigens hoorde men van de rijksarchieven niet veel, al wordt er ook
in den oorlogstijd stellig in stilte druk gewerkt. Te Dordrecht is het nieuwe
gebouw voor het gemeente-archief nagenoeg gereed. En ook buiten de
publieke archieven schijnt het soms, of de belangstelling in het archiefwezen
zich langzamerhand zal uitbreiden: in de Hervormde kerk is sprake van
de benoeming van een vasten archivaris, daar de tegenwoordige titularis,
de verdienstelijke Dr. Hulsebos, op gevorderden leeftijd komt en ten
slotte alleen al het werk in de kerkelijke archieven niet kan verrichten.
En ook in de Gereformeerde kerk gaan stemmen op, die klagen over de
verwaarloozing der archieven. Laat ons het beste daarvan hopen
Deze slappe tijd is gewis het gevolg van den oorlogstoestand, die
alles hindert en bemoeielijkt. Maar in één opzicht is de oorlog ons toch
voordeelig geweestoveral heeft hij de geesten wakker gemaakt, en zoo
heeft hij ook de aandacht gevestigd op het gevaar onzer archieven, wan
neer brand of andere nood dreigt. Overal is dus met ijver en met nadruk
gezocht naar gelegenheid tot noodberging. En gelukkig is bijna overal
gebleken, dat de toestand beter was en meer voldoende dan men meende
door oefening en onderzoek is het gebruik der bestaande gelegenheden
nog belangrijk verbeterd. Over d i t gevolg van de wereldramp mogen
wij ons ten slotte nog verheugen.
S. MULLER Fz.
De opneming van private archieven in openbare depots.
Het debat, over dit onderwerp in onze laatste jaarvergadering gevoerd,
was eenigszins verward, zóózeer, dat men aan het einde het voorstel deed,
om maar niet te laten stemmen, een voorstel, dat ik dankbaar aan
vaardde want een behoorlijk debat was niet wel mogelijk geweest, omdat
de verdedigde stellingen onvoldoende geformuleerd waren en de toelichting
daardoor op bijpaden verdwaalde. De inleider, de heer Baart de la Faille,
had zich over de hoofdzaak, waarover het eigenlijk ging, niet uitgelaten
en zeide, daarover geïnterpelleerd, dat er geen algemeene regel te geven
was voor het opnemen van private archieven in openbare depots; hij had
dus, naar hij erkende, maar enkele criteria gesteld, waarop men bij de
opneming van private archieven z. i. zou dienen te letten. Als zulke
criteria gaf hij de volgende aan de hand
„1. De belangrijkheid der stukken zelf, waarbij in vele gevallen het
jaar 1700 als uiterste grens van ouderdom in overweging is te nemen;