172
Heylijck Hubrecht en Lenaert,
Hebdy niet Martijns wijn gespaert,
Soe heeft vrou Lijsbeth Prae-Cijs verlies,
Katrijn drinct mede en Dries
Loyken en Barbel, Claes en Marie,
Daer es Lucie, sijt alle blye.
Maes sprack: ic sal.
Kerst, Steent Jans kindt, daer est al 2)
Uit deze aanteekeningen blijkt, dat Petrus Levendale in de tijdreken
kunde belang gesteld en over het onderwerp vrij wat gelezen heeft. Niet
alle schrijvers, die hij citeert, zal hij zelf onder de oogen hebben gehad
het is meer waarschijnlijk, dat hij een of meer van de genoemden nage
schreven heeft. De namen van die auteurs heb ik ten deele voor het
eerst door Levendale vernomen, en ik zie geen kans, ze allen behoorlijk
thuis te brengen. De handboeken over chronologie vangen aan met Scaliger
wat vóór dezen geleerde over het onderwerp geschreven is, heeft weten
schappelijk niet veel waarde. Maar voor de geschiedenis der wetenschap
is niet zonder beteekenis, hetgeen een belangstellende in het tijdvak,
waarin de hervorming van de tijdrekening urgent was, over het onderwerp
beweerd heeft; daarom zijn ook verouderde beschouwingen hier opgenomen.
K. HEERINGA.
Kleinere bijdragen.
Duurzame inkt. Ter voldoening aan de belofte, in de ver
gadering te Arnhem gedaan, zond de heer Zaalberg aan de redactie eene
reproductie van het hier afgedrukte getuigschrift.
Zaandam, 4 November 1914.
Weledel Gestrenge Heer,
In antwoord op Uw schrijven dato 3 dezer heb ik de eer U mede
te deelen, dat ik genoemd schrijven ook met betrekking tot de daarin
aanwezige „materie", aan een dieper onderzoek heb onderworpen.
Het is mij daarbij gebleken, dat de door U gebezigde inktsoort tegen-
November: 3 Hupertus, 6 Leonhard, 11 Martinus, 19 Elisabeth, 21 Praesen-
tatio Mariae, 22 Caecilia, 25 Katharina, 30 Andreas.
2) December: 1 Eligius, 4 Barbara, 6 Nicolaus, 8 Conceptio Mariae, 13 Lucia
21 Thomas, 25 Kerstmis, 26 Stephanus, 27 Johannes evangelista.
173
over alle chemische agentia, welke schrifturen aangrijpen kunnen, zeer goed
standhoudt, zoodat ik niet aarzel, op Uwe vraag, of genoemde inkt na
langen tijd nog leesbaar schrift zou nalaten, bevestigend te antwoorden.
Noch chloor, noch zwavelig zuur, noch zwavelwaterstof en evenmin
verdunde zuren grijpen de inkt merkbaar aan. Ook lost ze weinig in de
meest gebruikelijke organische oplosmiddelen op, en wordt door waterstof
superoxyde evenmin geoxydeerd.
Echter wil ik hier opmerken, dat bederf van schrifturen in de meeste
gevallen zeker in even sterke mate afhangt van het papier, als van de
inkt, welke gebruikt wordt. Vandaar, dat men bij het conserveeren van
collecties in musea, zooals ikzelf onder andere indertijd wel te Leiden
heb gedaan, steeds het z.g.n. „normaalpapier" bezigt, en dit beschrijft met
oostindische inkt, welke vrijwel onveranderlijk is.
De qualiteit van het papier in dit opzicht is door eene analyse niet
wel te beoordeelenzekere waarborg tegen eventueel bederf is evenwel
te verkrijgen door genoemd normaal papier te bezigen, dat zeer duur is.
Ik hoop, dat een en ander althans iets tot beantwoording van Uw
verzoek zal kunnen bijdragen, en dat mijn antwoord tevens tot vreugde
en zegening van het archief-lezend nageslacht moge zijn.
Inmiddels met de meeste hoogachting
Uw dw.
(get.) Dr. F. M. JAEGER.
Aan
den WelEd. Achtb. Heer Burge
meester der gemeente Zaandam.
De afbrandende kerken. De dagbladen van 8 April 1916
behelsden het volgende bericht
„Men seint ons uit Alphen a/d. Rijn van gisteren
Hedenmorgen tegen kwart vóór tien is brand ontstaan in het gebouw
van de Ned. Herv. Kerk, vermoedelijk door onvoorzichtigheid van den
loodgietersjongen, die op het dak eenige werkzaamheden verrichtte. Het
vuur greep zóó snel om zich heen, dat aan blusschen nagenoeg niet viel
te denken. Tegen elf uur stortte het dak in. De motorspuit van de
Alphensche brandweer was spoedig ter plaatse, en men wist te voorkomen,
dat de belendende perceelen brandschade beliepen. Naast het kerkgebouw
is gevestigd het vergaderlokaal van de Ned. Herv. Kerk en de kosterswoning.
Het kerkgebouw zelf is geheel uitgebrand. Men kon slechts de kerk
archieven en eenige bijbels in veiligheid brengen. De toren, die op de
kerk stond, was het eigendom van de gemeentehet kerkgebouw zelf
behoorde aan het kerkgenootschap. Verzekering dekt de schade."
Hier werden de kerkarchieven dus gered. Het had even goed anders