92 nieuw dossier te openen (b. v. bouwvergunningen, vergunningen volgens de algemeene politieverordening enz.). Deze dossiers, die elk natuurlijk over meer dan één jaar loopen, moeten dus afgezonderd gehouden worden van de andere serie dossiers, die aan het einde van elk jaar afgesloten worden, waarna met 1 Januari eene nieuwe serie dossiers begint. Voor de vorming van dergelijke abnormale dossiers zijn geen vaste regels te geven; hunne vorming is altijd een quaestie van overleg en practijk. Men houde echter steeds in het oog, dat dergelijke dossiers, afwijkende van het gronddenkbeeld van het stelsel, dat elk dossier stukken betreffende één enkele zaak bevatten moet, altijd uitzonderingen moeten blijven. Elk bureau vormt zijne eigene, jaarlijks afgesloten serie dossiers, die in de archiefkast van het bureau bewaard wordt. Het secretarie-archief bevat dus vanzelf zoovele rubrieken, als de secretarie bureaux telt." Deze uitspraak geeft mij aanleiding tot de volgende opmerkingen, die ik gaarne onder de aandacht van den geachten schrijver zou brengen. A. Ik stel voorop, dat naar mijne meening de inrichting der regi stratuur bij iedere administratie zich zal moeten aanpassen aan hetgeen daar de practijk eischt. De registratuur is de dienaresse der administratie, al heeft zij overigens voor zich zelve strenge voorschriften te stellen, het door haar eenmaal aanvaarde stelsel te handhaven. Maar reeds bij hare geboorte zal zij er zich van bewust moeten zijn, dat de administratie, die van hare diensten gebruik zal maken, eene grillige meesteres is, wier eischen wisselvallig zijn. Herziening van bestaande wettelijke voorschriften, reorganisatie van haren dienst, hetzij geheel, hetzij ten deele, opheffing van het eene, bijvoeging van een nieuw onderdeel zijn gebeurtenissen, die herhaaldelijk voorkomen en der administratie telkens een nieuw aanschijn geven. I. Ik zou daarom als eerste eisch stellen, dat alles wat de registra tuur betreft, moet worden gecentraliseerd aan één bureau of, bij de kleinere administratiën, bij éénen ambtenaar. Dit bureau (die ambtenaar) moet van den gang en den aard der werkzaamheden, die bij de betrokken administratiën worden verricht, van de wetten, die worden toegepast, behoorlijk op de hoogte zijn. Hij toch is verantwoordelijk voor de juiste indiceering van alle inkomende en uitgaande stukken en niet minder voor stelselmatige indiceering. Hij moet derhalve ook ieder stuk kunnen vinden, dat de bureaux hoe die ook in den loop der tijden mogen zijn gevormd, gesplitst, gecombineerd of hervormd op een gegeven oogenblik noodig hebben. Bij splitsing nu van de dossiers, naar de indeeling van de admini stratie in bureaux, doet iedere inwendige reorganisatie waartoe vooral de grootere administratiën, willen zij van haar personeel een zoo econo misch mogelijk gebruik maken, herhaaldelijk verplicht zijn de systema- 93 tische dossier-indeeling vervallen, althans veranderen. Ik ontken niet, dat voor kleine administratiën die bedenking niet zwaar weegt, maar het regi stratuurstelsel is niet alleen geschikt voor kleine, doch is het ook en moet, als aanspraak makende op den naam van „stelsel", geschikt zijn voor omvangrijke administratiën. Mocht overigens de geachte schrijver in de laatste alinea van zijne door mij aangehaalde woorden bedoeld hebben, dat elke jaarlijksche serie dossiers in de bureaux, waar die dossiers zijn bewerkt, moet worden opgeborgen, dan vergunne hij mij de opmerking, dat ik dit uit den booze acht. Staat men den ambtenaren toe in zulk eene verzameling naar harte lust te grasduinen, dan durf ik te voorspellen, dat binnen zeer afzienbaren tijd van het geheele stelsel, dat stipte orde als hoofdvoorwaarde stelt, niets terecht komt. Het registratuurstelsel eischt centralisatie en het eischt tevens, zooals uit het vorenstaande volgt, naar mate van den omvang der administratie, één of meer bekwame ambtenaren, die zelfstandig kunnen werken/zij dit onder de leiding en onder het toezicht van den hoofdambtenaar of van het college, waaraan de algemeene leiding der betrokken administratie is opgedragen. II. Tevens volgt uit het vorenstaande, dat het registratuur-stelsel eischt stelselmatige indeeling van alle zaken „par ordre des matières." Die stelselmatige indeeling verbiedt, mijns inziens, het verspreid opbergen der dossiers, die gelijksoortige zaken behandelen. Daarom zou ik bezwaar hebben tegen „het afgezonderd houden" van de eene serie dossiers, die elk verschillende gelijksoortige zaken bevatten van eene andere serie, waarin ieder dossier over slechts één zaak handelt. Waar het op aankomt, is een behoorlijk systematisch ingericht en onderverdeeld registra tuurplan (indeelingsplan). Volgens dit plan, waarin ieder onderdeel zijne eigene, stelselmatig aangewezen plaats heeft, moeten mijns inziens ook de dossiers worden geborgen. Na den eerst gestelden eischcentralisatie, stel ik dus, stelselmatige dossierrangschikking, stipt volgens het registratuurplan. III. Ten slotte de vraag, hoe de dossiers gevormd worden. Juist in dit opzicht acht ik het noodig, dat gehandeld worde, zóó als de practijk het eischt. Vooreerst zij opgemerkt, dat men met den eisch, dat ieder dossier één bepaalde zaak bevatte, niet verder komt. De vraag is, wat men onder eene „zaak" verstaat. Dit kan b.v. zijn de op een bepaald tijdstip begonnen en op een bepaald tijdstip geëindigde bouw van een nieuw Raadhuis in eene gemeente (eene „afloopende zaak" dus), maar ook alles wat betreft het onderhoud van het Raadhuis, wanneer het eenmaal gebouwd is (eene doorloopende reeks van gelijksoortige handelingen). Men kan alle stukken, die betrekking hebben op beiderlei soort van „zaken"

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1915 | | pagina 3