148
ernst verdieptmaar in de hier aangeduide richting hebben de gedachten
der wetenschappelijke heeren zich niet bewogen. De stem uit de practijk
verdient met ernst te worden aangehoord.
Eene andere moeilijkheid, die onzen kring bezig houdt, is elders op
gelostuit eene advertentie in een nummer 7 van dezelfde krant, van
December j.l., vernemen wij het bestaan van „De Eerste Rotterdamsche
Electrische Papiervernietiging onder controle van belanghebbenden, de
eenigste in Nederland voor het machinaal vernietigen van archieven."
Eene andere wijze om archieven kwijt te raken, is ze te plaatsen in
gebouwen, die niet brandvrij zijn. In den nacht van Zondag 27 Februari
1916 is de kerk van de Ned. Herv. gemeente te Santpoort door brand
geheel verwoest. Bij deze gelegenheid is wederom een archiefkist met
belangrijken inhoud verloren gegaan.
C o 11 e c t i e - V a n Gijn. In de 21 Maart j.l. gehouden vergadering
van den gemeenteraad van Dordrecht is mededeeling gedaan van een
brief van Mr. S. van Gijn, waarbij deze aan de gemeente ten geschenke
aanbiedt zijn gedurende een halve eeuw verzamelde kaarten, teekeningen,
portretten enz. betreffende Dordrecht, onder voorwaarde, dat de collectie
zal geplaatst worden in het gemeente archief als afzonderlijk geheel.
De voorzitter stelde namens B. en W. voor, de schenking te aanvaarden
en den heer Van Gijn dank te betuigen voor zijn zoo gewaardeerde daad.
De aangeboden verzameling is, zoo zeide de voorzitter, voor de historie
van Dordrecht van onschatbare beteekenis; zij geeft een beeld van het
karakter van onze stad in den alouden en in den tegenwoordigen tijd
zij zal een bron van studie zijn voor historici, een bron van genot voor
allen, die belang stellen in merkwaardige prenten, bescheiden, boeken, en
terwijl zij daarvan zullen genieten, zullen zij dankbaar waardeeren den
verzamelaar Mr S. van Gijn, die gedurende een reeks van meer dan
vijftig jaren al deze stukken heeft bijeengegaard, bewaard, geordend,
gecatalogiseerd met groote liefde, met bewonderenswaardige volharding.
Aan deze verzameling is zijn hart verknocht; zij is als een deel van hem
zelf, de kern van zijn levensgenot, schitterend resultaat van zijn veel
omvattende kennis en van zijn onvermoeide arbeidzaamheid. Hij moge
verzekerd zijn, dat wij, van hem overnemende deze unieke kunstverzame
ling, dit doen met een gevoel van eerbied, in het vaste voornemen eraan
te wijden onze voortdurende en onze uiterste zorg, in het bewustzijn, dat
zij is een onschatbare aanwinst voor ons archief, een museum op zichzelf,
dat in onze stad een aantrekkingspunt zal zijn voor menschen van intellect
en kunstgevoel.
Onder applaus besloot de raad het geschenk, onder grooten dank
aan den schenker, te aanvaarden. (/v. Roti. Ct.)
149
Ameide. De burgemeester van Ameide vestigt de aandacht der
redactie op het feit, dat men ten bureele van den Burgerlijken Stand dier
gemeente bezig is een alphabetischen klapper samen te stellen op de
doop-, ondertrouw- en trouwregisters uit de 17de en 18de eeuw, dat men
dien op de doopregisters reeds voltooid heeft over de jaren 1663—1742,
en dien op de ondertrouw- en trouwregisters over de jaren 1660—1701.
Een archivaris gevraagd. Ds. J. C. Rullmann dringt er,
in zijn Kroniek in het „Gereformeerd Theologisch Tijdschrift" op aan,
dat de Generale Synode der Gereformeerde Kerken een der zake kundig
man tot archivaris zal benoemen.
Hij beschrijft daarbij, wat elke plaatselijke kerk in haar archief behoort
te hebben.
„Tot stukken voor het archief rekenen wij de voor copie conform
geteekende afschriften van requesten en verzoekschriften, van klachten,
protesten en aanklachten, van bedenkingen en toelichtingen, waaruit kan
opgemaakt worden, wat er aan Scheiding of Doleantie voorafging, in het
Archief behooren de gewaarmerkte lijsten van onderteekenaars, die indertijd
de gehoorzaamheid aan de Synodale organisatie opgezegd hebben, om
onder de Dordtsche Kerkenordening te gaan leven. Daarin worden be
waard alle oude notulenboeken van de vergaderingen van den Kerkeraad
en van de Diaconie, alle oude lidmaten- en doopboeken.
„Ook behooren daartoe, voor zoover zij niet in de notulen zijn
opgenomen, copieën van de beroepsbrieven, die verzonden werden, en de
daarop gegeven antwoorden. Niet gemist kunnen worden in deze rubriek
de gevoerde correspondenties in tuchtzaken, ook al zijn die zaken goed
afgewikkeld, en al zouden die briefjes minder aangename dingen bevatten.
In één woord er moet aanwezig zijn alles, wat op het eigen inwendige
leven eener plaatselijke Kerk betrekking heeft.
„Na deze categorie komt eene andere, die de saamleving eener
plaatselijke Kerk met de andere plaatselijke Kerken van dezelfde Belijdenis
en Kerkenorde betreft.
„Een derde soort schrifturen, die in het Archief behooren, hebben
betrekking op de stoffelijke belangen der Kerk.
„Een eigen plaats behoort te hebben het Diaconaal archief, dat,
vooral in een groote Kerk en in onzen tijd van weeropleving der Diaconie,
van grooten omvang worden kan.
„Het zou goed zijn, dat de Kerken van ééne Classis afspraken, dat
zij op elkanders archief zouden toezien en dat toezicht oefenden bij de
Kerkvisitatie.
„Maar waarvoor al dat nieuwe? Dat is nooit zoo geweest en het