90 heid, die dit trouwe hart mij getoond heeft heel den langen tijd, dat wij samen verbonden zijn geweest. Niets heb ik hem te vergeven gehad. Maar anderen hebben dit wèl, ik weet hethij kon hard zijn en ook wel onbillijk, als hij de zaak, die hij liefhad met zoo sterke liefde, verongelijkt achtte. Maar thans is dit voorbij, alle strijd is uitgestreden. Laat dan allen vergeten, wat hen gegriefd heeft, wat wellicht onvolkomen wasthans zij alleen nog het woord aan dank bare waardeering. Qui tollis peccata mundi, dona ei pacem, is gezongen bij de uitvaart, en ik heb het verstaan. De dood heeft alle wereldsche onvolkomenheden uitgewischt: de onvermoeide strijder rust van zijn werk. Qui tollis peccata mundi, dona ei pacem S. MULLER Fz. Het Registratuurstelsel. Met bijzondere belangstelling heb ik kennis genomen van de bro chures en artikelen in tijdschriften en vakbladen, den laatsten tijd over de wijze van ordenen der administratiën van staat, provincie of gemeente verschenen. Dat ook van zulk eene bekwame hand als die van Dr. Mr. S. Muller Fz., Rijksarchivaris in Utrecht en Archivaris der gemeente Utrecht, verschillende artikelen over het zoogenaamde Registratuurstelsel het licht zagen, kon mij, daar ik van het noodzakelijke van algemeen geldende voorschriften voor archiefinrichting overtuigd ben, niet anders dan blijde stemmen. Door gestadige gedachtenwisseling komt het meer en minder goede der toege paste nieuwe systemen aan het licht en zal men ten slotte kunnen geraken tot het vaststellen van eene weldoordachte en practisch bruikbare regeling. Dat een dossierstelsel boven de thans vrij algemeen gevolgde methode van chronologische berging de voorkeur verdient, staat naar mijne be scheiden meening vast. Men zal het mij vergeven, indien ik mij beroep op de ervaring met de toepassing van beide methoden opgedaan bij eene omvangrijke administratie en hier de voordeden, die dossiersvorming biedt, stilzwijgend voorbijga. In het bijzonder heb ik bij het schrijven dezer regelen op het oog het opstel van Dr. Mr. S. Muller, verschenen in no. 2 van den loopenden jaargang van het Nederlandsch Archievenblad. In de eerste plaats zou ik willen behandelen de wijze, waarop de dossiers zullen worden gerangschikt (in chronologische, lexicographische of syste matische orde) en hoe zij moeten worden gevormd. Alvorens in nadere beschouwing te treden moge voorafgaan, wat door mij verstaan wordt onder de verschillende benamingen van registers, die bij de registratuur in gebruik zijn. 91 Het is gebleken, vooral na een onderhoud, dat ik met den heer Zaal berg had, dat er op dit gebied eene verwarring bestaat, die tot misver stand en verkeerd beoordeelen aanleiding geeft. Zouden andere schrijvers mijn voorbeeld willen volgen en in hunne artikelen, die op dit gebied nog zullen verschijnen, willen aangeven, welke registers door hen met vreemde namen worden aangeduid, dan zou dit, naar mijne bescheiden meening, de goede zaak, die wij voorstaan, ten goede komen en mogelijk zou daaruit blijken, dat wij dichter, veel dichter bij elkaar staan, dan thans wordt gedacht. Het zou mijns inziens aanbeveling verdienen de vreemde namen, meestal uit buitenlandsche litteratuur over het onderwerp overge nomen, zooveel mogelijk door Nederlandsche, voor ieder begrijpelijke namen, te vervangen. De indicateur is een register, waarin, voor zoover dit, in verband met de eischen aan de registratuur gesteld, noodig is, worden aange- teekend de stukken, die bij de administratie inkomen en deze verlaten. Vaste algemeene regels voor het bijhouden van den indicateur kunnen moeilijk worden gegeven. Zij zullen voor de ééne administratie deze, voor de andere gene zijn. De indicateur moet naar mijne meening in het algemeen dezelfde functie verrichten als de rol bij een rechtscollege. Hij geeft op ieder oogenblik een overzicht van den stand, waarin iedere bij de betrokken administratie in behandeling zijnde zaak verkeert. Het dossier is eene verzameling van stukken, die alle op dezelfde zaak betrekking hebben. De rotulus is de inhoudsopgave van een dossier. Onder repertoire wordt verstaan een register, dat aangeeft, welke dossiers zijn aangelegd. Hoe dossiers moeten worden gevormd, hangt af van de eischen der betrokken administratie. Dr. Mr. S. Muller Fz. schrijft in het Archievenblad: „Een dossier der registratuur moet alle stukken bevatten, die, op één zaak be trekking hebbende, ter secretarie zijn ingekomen en uitgegaan „Is bij het einde van het jaar de behandeling eener zaak nog niet afge- loopen, dan wordt het dossier (dat onder het nummer van het aanvangs jaar geboekt blijft) nog achtergehouden en voortdurend met de inkomende stukken vermeerderd, totdat in een volgend jaar de behandeling der zaak afgeloopen is; dan wordt het dossier afgesloten en in het archief opgeborgen. Naast deze normale dossiers, wier inhoud op één bepaalde zaak betrekking heeft, vindt men echter ook doorloopende, waarin bijeenge- borgen zijn de stukken betreffende gelijksoortige zaken, die geregeld en herhaaldelijk voorkomen, maar waarover telkens slechts één of zeer enkele stukken inkomen, zoodat het niet gewenscht is, over ieder der zaken een

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1915 | | pagina 2