110
middellijn, eveneens met hertogskroon, waarvan afdrukken van 1687 tot
1719 aanwezig zijn, en de zegels van het Mayorshof en Mayorschap van 1735.
Het zegel van 1 7 84. Na het vertrek van de Engelschen uit
New-York op 25 November 1783, maakte de Stadsraad 16 Maart d. a. v.
eene „Verordening om het gebruik van de publieke zegels dezer stad
te veranderen en aan te wijzen". Uit The New-Y ork Packet
and the American Advertiser van 8 April 1784 is de Verorde
ning in ons boek afgedrukt. Van belang is daarin de bepaling, dat „het
„Stadszegel, het zegel, gewoonlijk genoemd het zegel van het Mayors-
„hof, en het zegel, gewoonlijk genoemd het zegel van het Mayorschap,
„zullen respectivelijk veranderd worden op de volgende wijze, dat is te
„zeggen, dat het insigne respectievelijk op de gezegde zegels voorstellende
„een keizerskroon, zal worden vernietigd en dat in plaats daarvan gesteld
„zal worden de bekroning van het wapen van den Staat New York, dat
„wil zeggen een voorstelling van een halve globe met een zich verheffenden
„adelaar daarboven, en dat de Mayor geautoriseerd wordt de gezegde
„respectivelijke zegels dienovereenkomstig te doen veranderen". Ook het
gebruik dier zegels verdient de aandacht.
De afdruk van het stadszegel op plaat IV, die hier is overgenomen
(zie afbeelding 4 op de plaat hierbij), vertoont een schild, dat een wind
molen draagt, bevers en meeltonnen; de rechterschildhouder, een zeeman
in lange broek, die een peillood houdt; de linkerschildhouder een Indiaan
met haartooi vol van veeren, houdende een dubbel gekromde boog (die de
Algonquin Indianen niet gebruiken); de bekroning een naar rechts opvlie
gende adelaar, de datum ook weer 1686 en de inscriptie: Sigillum
Civitat. Nov. Eborac. Aan weerszijden van de bekroning, spruitende
uit de hoeken van het schild, is een rijs of tak, die een soort van bloem
of vrucht draagt. De Jacobsstaf is boven den zeeman weggelaten.
De adelaar en halve wereldbol zijn overgenomen uit het wapen van
den Staat, dat aangenomen was op 16 Maart 1778 (door de Vereenigde
Staten in 1782); de reden daarvoor was, dat deze vogel in Amerika
inheemsch is, en door zijn kracht, durf en gezicht aan macht, onafhanke
lijkheid en scherpzinnigheid doet denken. Daar de stadsvaderen van 1784
geen tegenstrijdigheid zagen in de vereeniging van den Amerikaanschen
adelaar met den vóór-revolutionistischen datum van 1686 in hun gewijzigd
zegel, hebben de stadsvaderen van 1915 niet geaarzeld ten opzichte van
de adelaarsbekroning, om den datum op het standaardzegel eenige jaren
vroeger te stellen en wel op het historische jaar 1664.
Zegel van 1915. Enkele mededeelingen mogen volgen betreffende
het nu aangenomen stadszegel uit het Rapport en de toelichting van de
Art Commission Associates, die het Rapport van eene door haar benoemde
subcommissie tot het hare heeft gemaakt, aan de Art Commission, d.d.
111
9 Januari en 22 Maart 1915 (3e en 5e afdeeling). In de eerste plaats
is het het verlangen van de commissie geweest, alleen om eene nauw
keurige en artistieke wedergave van het stadszegel te verkrijgen, zooals
dat vroeger is aangenomen en nu in gebruik is, ten einde een goed
gewaarborgden en behoorlijk uitgevoerden standaard vast te stellen, die
er thans niet is. De nog heden in gebruik zijnde zegels komen in alge
meen karakter wel overeenmaar toch zijn er nauwelijks twee van hen
precies gelijk, en de meeste er van onnauwkeurig en in de hoogste mate
onaesthetisch. Ter wille van de uniformiteit moet het zegel, waar ook
gebruikt, absoluut hetzelfde in afdruk zijn. Het behoort ook zoo nauw
keurig mogelijk historisch te wezen, en ontworpen en uitgevoerd met de
hoogste artistieke bedrevenheid, en in verband met het gebruik er van
niet alleen als een stempel op officieele bescheiden, maar ook als een
architectonische trek, indien het op stedelijke gebouwen wordt aangebracht.
De commissie is zoo gelukkig geweest, zich de diensten te verzekeren van
Mr. Paul Manship, den welbekenden stempelsnijder, om een model van
het zegel volgens photo's, aan zegels van archiefstukken ontleend, te ver
vaardigen. In dit model zijn alle bijzonderheden van het oorspronkelijke
zegel (van 1668, doch met den adelaar en het jaartal 1664) met historische
nauwgezetheid en fijn artistiek gevoel weergegeven, en de commissie ge
voelde, dat Mr. Manship een belangrijken publieken dienst had bewezen
door aldus zoowel den afdruk als den geest van het oude stadszegel te
bewaren in een vorm, die geschikt was voor het gebruik als zegel in
letterlijken zin van het woord alsook om te dienen als stempel en
architecturaal ornament. De commissie beval daarom aan, dat het aldus
uitgevoerde model zou worden aangenomen als standaard van het stads
zegel, dat het zou worden gegoten in brons of anderen blijvenden vorm
en bewaard op de secretarie, en dat het zegel op de stadsdocumenten of
stadsgebouwen in de toekomst aan dit model zouden worden conform
gemaakt. (Zie afbeelding 5 op de plaat hierbij.)
Tot slot van dit gedeelte der bespreking veroorloof ik mij in het
bijzonder nog even te wijzen op de twee leemten, die er nog in de
geschiedenis van het zegel der stad New-York bestaan. Van het zegel
van 1669 is niets met zekerheid bekend, en evenmin van het tijdstip der
verandering van de hertogskroon in een keizerlijke kroon in het zegel van
1686. De mogelijkheid schijnt niet buitengesloten, dat in de archieven
van de West-Indische Compagnie, Suriname enz stukken van de jaren
1669 tot 1701, voorzien van een afdruk van het zegel van New-York,
voorkomen. Zou ik dit punt ter wille van onze Amerikaansche vrienden,
die zooveel belang in hunne geschiedenis stellen, in de welwillende aan
dacht, speciaal in die van den archivaris onzer koloniale archieven, mogen
aanbevelen