86
14 October 1915 overleed op 79-jarigen leeftijd de heer G. A. Vorster-
man van Oyen, die vele openbare betrekkingen heeft bekleed, o. a. van
18741892 archivaris der gemeente Aardenburg is geweest en de Rechts
bronnen dier stad heeft uitgegeven.
Burgemeester en Wethouders van Delft hebben aan den Raad dezer
gemeente voorgesteld, de ethnographische verzameling, behoord hebbende
tot de vroeger aldaar gevestigde Indische Instelling, van de hand te doen,
voor zoover de gemeente daarover de beschikking heeft. Het voorstel
wordt o. a. aanbevolen, omdat de ruimte, thans door de verzameling inge
nomen, vrijkomen zou voor het gemeentelijk oud-archief met de letter- en
geschiedkundige bibliotheek.
In De West, Nieuwsblad uit en voor Suriname, van 26 October 1915
leest men het volgende
De politieke archieven der kolonie. Sedert eenige weken
vertoeft in onze kolonie de heer Th. Morren, oud-hoofdcommies van het
Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage, die in opdracht der regeering
de archieven onzer kolonie zal overzenden naar Nederland.
De heer Morren stond ons heden welwillend een onderhoud toe.
Enkele dagen na zijn aankomst was de heer Morren getuige van den
grooten brand te dezer stede, die hem niet weinig versterkte in de over
tuiging, dat onze historisch zoo interessante archieven niet veilig bewaard
zijn in deze houten stad.
Ook afgescheiden echter van het brandgevaar zoo verklaarde hij
ons zijn er overwegende redenen, die de overbrenging van het archief
noodzakelijk maken.
Herhaaldelijk is geconstateerd, dat het archief sterk achteruitgaat, niet
alleen door schromelijke verwaarloozing, maar ook in hooge mate door
invloed van het klimaat en insecten. Vele stukken zijn reeds onleesbaar
geworden, en de toestand wordt steeds hachelijker, zoodat er ingegrepen
moet worden.
Mr. A. Telting, de archivaris, die in 1899 de kolonie bezocht, advi
seerde om een brandvrij archiefdépöt op te richten. Een plan daarvoor is
opgemaakt door den den Rijksbouwmeester Peters. Vermoedelijk is echter
de uitvoering afgestuit op de kosten. Naast de kosten van het gebouw
zou men hebben gehad de jaarlijksche uitgaven voor de aanstelling van
een archivaris en een wetenschappelijk assistent.
De heer Telting heeft in 1899 zeer verdienstelijk werk gedaan, door
in den chaos van het archief ter Gouvernements-secretarie orde te scheppen
en een inventaris te maken.
87
Dit archief is daarna opnieuw in de war geraakt. De heer F. Oud
schans Dentz werd toen belast met het opnieuw ordenen daarvan en het
overbrengen van de stukken naar het archiefdépöt, dat ingericht was onder
het Logeergebouw. Hij heeft in die richting heel nuttig werk gedaan,
doch het niet kunnen voleindigen. Bovendien is de bergplaats onder het
Logeergebouw te vochtig.
De toestand der archieven, ook die der Administratie van Financiën,
werd steeds wanhopiger, zoodat van uit Suriname er op gewezen werd,
dat, tenzij spoedig maatregelen werden genomen, de archieven een wissen
ondergang tegemoet gingen.
De regeering heeft toen besloten in te grijpen. De archieven zullen
naar Nederland worden gezonden, ondergebracht worden in het Algemeen
Rijksarchief te 's-Gravenhage, waar ook de archieven berusten van de
voormalige Oost- en West-Indische Compagniën. Het Rijksarchief bevat
een mooi ingericht, brandvrij dépot.
Voorloopig zullen in hoofdzaak de politieke archieven worden overge
bracht, de archieven van Gouverneurs en Raden, van de Administratie van
Financiën, zoomede dat van de voormalige Wees- en Bewaarkamer. Het
notarieel en justitieel archief blijft voorshands in de kolonie.
In het Rijksarchief te 's-Gravenhage zullen ten allen tijde belang
stellenden gelegenheid hebben, de stukken te raadplegen. Waarschijnlijk
zal daar meer van die gelegenheid gebruik worden gemaakt dan hier.
Trouwens de toestand, waarin de archieven zich hier bevinden, maakt het
raadplegen moeilijk. Op dit oogenblik zijn er slechts twee personen, die
met veel animo de oude archieven doorsnuffelen, de heeren Oudschans
Dentz en Ds. Ort. Beiden erkennen echter, dat het overbrengen der
archieven beslist noodzakelijk is.
Verklaart de toestand der archieven tot zekere hoogte de geringe
belangstelling, die daarvoor aan den dag wordt gelegd in de kolonie, het
zelfde kan zeker niet gezegd worden van de Koloniale Bibliotheek, die
goed ingericht en welvoorzien is, doch heel weinig bezocht wordt. Dit
was den heer Morren opgevallen.
De weg te zenden archieven zullen geïnventariseerd worden en in
groote, speciaal daarvoor ingerichte kisten naar Nederland worden verzonden.
Als de heer Morren met zijn arbeid hier gereed is, reist hij naar
Curasao en onderhoorige eilanden, met gelijke opdracht als voor Suriname.
Vermoedelijk zullen daar in hoofdzaak medegenomen worden de archieven
van Curasao en van St. Eustatius.
Van Curagao zal de heer Morren via New York repatrieeren.
De heer Morren heeft een wensch, dien hij nu de gelegenheid
zich daartoe aanbood gaarne door middel van ons blad zag bekend
gemaakt.