so Protestantenblad voor de kolonie Suriname, 1915. De heer Fr. Oudschans Dentz te Paramaribo gevoelt zich teleurgesteld door de kortheid, waarmede de Hervormde Kerk in Suriname is behandeld in de Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië en hij publiceert daarom in bovengenoemd blad een aanvullend artikel, dat tal van bijzonderheden bevat. De mededeelingen over het kerkelijk oud-archief wekken een droevig beeld van verwoesting en achteruitgang. Het grootste gedeelte der stukken is verloren gegaan bij de branden van 1821 en 1832. Slechts een notulen boek van den kerkeraad, 1825 1832, de resolutiën vanaf 1810 en een kasboek, 1821 1825, zijn gespaard gebleven. Gelukkig bewaart het oud archief der Gouvernements-secretarie eenige doop- en huwelijksregisters, waarvan het oudste in 1688 is aangelegd. De toestand van de meeste dezer stukken gaat hard achteruit en de heer Dentz vreest, dat er over eenige jaren weinig leesbaars van zal overgebleven zijn. Hoe eerder de registers worden afgeschreven, hoe beter, want zij bevatten de eenige afdoende gegevens voor de genealogieën van vele Nederlandsche geslachten. Deutsche Geschichtsblatter. Monatsschrift für Erforschung deutscher Vergangenheit auf landesgeschichtlicher Grundlage. 16. Band, 8. Heft, August 1915. Friedrich Andreas Perthes A.-G. Gotha. De aflevering bevat een uitvoerige bespreking van de tien tot nu toe verschenen Wurtembergsche inventarissen van gemeentelijke en kerkelijke archieven, door dr. A. Tille. Spoedig na 1890 is de Württembergische Kommission für Landesgeschichte begonnen door haar beambten die archieven te doen inventariseeren. In 1911 was de beschrijving voltooid en in 1912 werd met drukken aangevangen. De titel luidt: Die Pfarr- und Gemeinderegistraturen der Oberamter en de publicatie maakt deel uit van de serie: Württembergische Arc hi v- inventare, waarvan in 1907 het eerste nummer verscheen. De summiere inventarissen dienen voornamelijk om een ernstige controle mogelijk te maken van „den inhoud en den toestand der archieven, welke niet onder deskundige leiding staan. Derhalve wordt, voorloopig afgezien van het drukken der inventarissen van grootere stadsarchieven, die door archiva rissen worden beheerd. Creglingen bezit het oudste doopboek (1533). A. M. v. E. Berichten. Staatsbegrooting. Aan de Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1916 ontleenen wij het volgende: 81 Begrooting met uitgewerkten en toelichtenden staat. Vde Hoofdstuk. Vide Afdeeling. Kunsten en Wetenschappen. Art. 181. Jaarwedden, toelagen en verdere belooningen der ambte naren en bedienden bij 's Rijks archief te 's-Gravenhage a. b. c. d. e. g- h. Rijksarchivaris6000. archivarissen13800. hoofdcommiezen7875. commiezen9050. adjunct-commiezen9262.50 klerk600. concierges en verdere bedienden 9212.50 toelagen voor gemis van genot van kopieloonen500. Art. 182. Kosten van onderhoud, huishoudelijke uit gaven, personeele hulp, schrijfloonen, reis- en verblijfkosten, inrichting en onderhoud van gebouwen, terreinen en van lokalen en aankoopen voor 's Rijks archief te 's-Gravenhage 2) Art. 183. Jaarwedden, toelagen en verdere belooningen der ambtenaren en bedienden bij de Rijksarchieven in de provinciën 3) a. archivaris in Noordbrabant 2900.— b. Gelderland 3600.— c. Noordholland 3200.— d. Zeeland 3200.— e. Utrecht 3600.— f- Friesland 3100.— g- Overijssel 3600.— h. Groningen 3600.— i. Drenthe 3000.— j- Limburg 3600.- k. hoofdcommiezen, commiezen, adjunct commiezen, klerken, concierges en verdere beambten 47300.— 1. toelagen voor gemis van genot van kopieloonen 1000.— 56300.— 11000.- 81700.— Zie de Memorie van Toelichting. ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1915 | | pagina 21