70
Boekbespreking.
Inventaris van de archieven van het Borgerkinderenweeshuis, het
Armekinderhuis en de Beide Weeshuizen te Nijmegen, opgemaakt
door Louise Sormani. Gedrukt op last van H.H. Regenten der Beide
Weeshuizen. Nijmegen, Drukkerij Gebr. Janssen, 1915. XVI en
384 blz.
Onder bovenstaanden, eenigszins omslachtigen titel is in het begin
van dit jaar in druk verschenen de inventaris van de in vele opzichten
belangrijke archieven, die thans berusten onder het bestuur der Beide
Weeshuizen te Nijmegen, en die, nadat de regeling was afgeloopen, allen
in een brandvrije kluis in het Protestantsche Kinderweeshuis, waar ook het
kantoor der Beide Weeshuizen is gevestigd, zijn vereenigd. De term
Beide Weeshuizen wordt duidelijk, wanneer men weet, dat er na het
herstel onzer onafhankelijkheid, en wel bepaaldelijk sedert het jaai 1817,
te Nijmegen één college van regenten bestaat, dat het bestuur voert over
het Protestantsche Kinderweeshuis en het Roomsch-Katholieke Weeshuis
gezamenlijk. Met terzijdestelling van den Franschen tijd, toen, zooals
bekend, in iedere gemeente een commission administrative des hospices
was gevestigd die alle gestichten, zoowel gasthuizen als weeshuizen
onder zich vereenigde, was vóórdien elk der beide gestichten een geheel
zelfstandige instelling met eigen bestuur, provisoren genaamd. Ook het
verschil in godsdienst kwam, nadat wel reeds dadelijk in 1795 plannen
in die richting gemaakt waren, eerst in 1817 voorgoed tot uiting. Immers
het Protestantsche Kinderweeshuis van 1817 was de voortzetting van het
voormalige Borgerkinderenweeshuis, terwijl het Roomsch-Katholieke Wees
huis in de plaats trad van het vroegere Armekinderhuis.
Zoowel het Borgerkinderenweeshuis als het Armekinderhuis hadden onder
de Republiek reeds tal van jaren bestaan. Het oudste, het Borgerkinderen
weeshuis, dateerde van 1560 en was opgericht ingevolge het testament
van Stijn, weduwe Gerit Buys d.d. 11 Maart 1554, waarin onder meer
het volgende bepaald was: „Ende wes dan boven dese voirscreven tes-
„tamentz ordinancie van oeren voirscreven naegelaeten guederen noch
„oevert, daarumb the koepen een erff ende huys mit allen synen noit-
"durfftelicken tobehoerten binnen der stadt Nymegen, daertoe dienende,
„soe verne dieselve oere overblyvende guederen hon streckende sijn ende
„vermoegen, om dairin die kleyne arme verlaten weeskens in toe stellen
"ende tonderhalden in doeghden ende guede manieren van leven ther eeren
„Gaitz Almechtich ter tijt toe dat dieselve arme weeskens tot oeren mon-
„digen jaeren sijn gecomen, und alsdan tot ennich ambacht offte hant-
i) Niet te rijmen daarmede is de op blz. 2 van den inventaris onder in de
noot bij Inv. nrs. 4—6 vermelde datum 5 December 1809.
71
„werck te ordinieren, tbestellen ende tonderhalden, soeverne sy dairtoe
„doegen ende hon ter leringhe scicken willen, knechtkens ende meyskens
„elck na sijn gestaltnisse, tot discretie ende nae guetduncken der execu-
„toren ende provisoren in der tijt van denselven weesehuyss, tot salicheit
„der ziele van deser testamentmaeckkersche voirscreven."
Van eenigszins anderen oorsprong is het Armekinderhuis, door den
nood der tijden op initiatief van diakenen tot stand gekomen in het jaar
1639. Het is overigens opmerkelijk, dat, in tegenstelling met weeshuizen
in andere plaatsen, b.v. het Armweeshuis en het Burgerweeshuis te Middel
burg zie daaromtrent de betreffende inleidingen bij C. de Waard.
De archieven, berustende onder het Bestuur der
Godshuizen te Middelburg. Inventaris van de oude
archieven, 134 3— 1812 te Nijmegen de gestichten zich verder
geheel onafhankelijk van de diaconie hebben ontwikkeld. Zoo is in Mid
delburg nog resp. tot 1797 en 1781 de geldelijke administratie geheel in
handen geweest van diakenen, terwijl in Nijmegen dadelijk bij de oprichting
in 1639 de band tusschen de diaconie en het Armekinderhuis is verbroken
en het Borgerkinderenweeshuis zelfs nooit iets met de diaconie had uit te
staan. Het is duidelijk, dat zoodoende van deze vrijwel zelfstandige lichamen,
die alleen aan den magistraat rekening en verantwoording schuldig waren,
een veel uitgebreider en vroeger teruggaand archief kon bewaard blijven.
Om weder een vergelijking te maken met Middelburg, in deze plaats be
vatten wel is waar de diaconierekeningen van vroegere jaren posten betref
fende de weeshuizen; maar de uitsluitend op die instellingen betrekking
hebbende, tot de resp. archieven behoorende rekeningen zijn eerst sedert
de bovengenoemde jaren 1797 en 1781 aangelegd. In Nijmegen daaren
tegen zijn met kleine hiaten de rekeningen van de stichtingsjaren 1560 en
1639 af aan bewaard gebleven, en zoo is het te begrijpen, dat, zoowel
wat betreft ouderdom als quantiteit en qualiteit van stukken, de Nijmeeg-
sche archieven belangrijker zijn te achten dan de archieven der weeshuizen
te Middelburg, die van den uitgebreiden inventaris van de archieven der
Godshuizen, d. w. z. gast- en weeshuizen te zamen, slechts een gering en
vrij onbelangrijk deel uitmaken. En de inventaris van de archieven der
weeshuizen te Nijmegen is nog volumineuser geworden, doordat in den
gedrukten inventaris ook het archief van de Beide Weeshuizen sedert 1817
is opgenomen. Daargelaten of het is aan te bevelen in het algemeen den
inventaris van een dergelijk nieuw archief in druk uit te geven, is opneming
van Inv. nr. 480 in geen geval te verdedigen. Dit stamboek der weezen
toch, waarbij geen eindjaar is opgegeven, is blijkbaar nog thans voor den
i) Zie Schets der
gerkinderenweeshuis
staan op 1 Mei 1860,
Lotgevallen van
enz., uitgegeven
blz. 165.
het voormalige Bur-
bij het 300-jarig be-