64
van het archief (1572—1795) werd af en toe gearbeid. Veel tijd
werd besteed aan het ordenen der bescheiden, die van het kantoor
van den gemeente-ontvanger naar het archief waren overgebracht.
Van de doopboeken werden de jaren 1601 1606 op kaarten
gebracht, terwijl een paar registers van nieuwe alfabetische klappers
werden voorzien.
Gouda. Een lijst werd gemaakt van de oude registers van
doop, huwelijk en overlijden, zoowel oorspronkelijk kerkelijke als
stedelijke, die berusten ter secretarie der gemeente.
De ordening der „uitgaande stukken" werd voltooid.
's-Gravenhage. Het archief van Burgemeesteren als ambachts-
heeren van Rijswijk, met als tweede afdeeling het archief der ambachts-
heeren vóór 1688, toen 's-Gravenhage de heerlijkheid kocht, werd
geheel geordend en beschreven. De verschillende gildenarchieven,
die met stukken uit het archief van Burgemeesteren vermengd waren,
werden daarvan afgescheiden en vervolgens beschreven en geordend.
Behalve eene revisie, teneinde volkomen gelijkvormigheid van behan
deling te verkrijgen, werd ook deze arbeid geheel voltooid.
De ordening van het archief der z.g. Sociëteit werd voortgezet,
evenzoo geregeld die van het archief na 1813.
De regeling van de ongeordende stukken der Weeskamer vorderde
weer belangrijk: in 1914 werden van ongeveer 700 boedels de be
scheiden geordend, zoodat het aantal boedels, wier papieren weer
geregeld zijn, thans ruim 3000 bedraagt.
Ook aan den klapper op de trouw-, doop- en begrafenisregisters
werd weer gedurig voortgewerkt. Het aantal bewerkte registers om
vat thans het tijdperk van 17 Januari 1598 tot 19 December 1699,
zoodat de 17e eeuw thans geheel op klapper gebracht is.
De klapper op de appointementsregisters kwam (tot 1795) geheel
gereed, die op de buurtboeken werd grootendeels voltooid.
Tenslotte werden nog eenige Scheveningsche doopregisters ge
klapperd, alsmede enkele doop-, trouw- en begraafregisters van het
einde der 18e en het begin der 19e eeuw.
De vereeniging „Die Haghe", welke de bewerking der oude
notarieele protocollen voor hare rekening heeft genomen en daarop
een klapper op fiches laat vervaardigen, was door haren, tengevolge
van de tijdsomstandigheden, slechteren financieelen toestand gedwongen
het aantal werkkrachten te verminderen. Bewerkt werden verschillende
registers, in den loop van het jaar van het Rijk in bruikleen ont
vangen, terwijl werd voortgegaan met de bewerking der registers
tusschen 1660 en 1670.
Groningen. De inventaris van de eerste afdeeling van het
65
stadsarchief (loopende tot 1594, het jaar der reductie) kwam in
concept gereed.
Haarlem. Van de van het Rijk in bruikleen ontvangen nota
rieele archieven werd een voorloopige inventaris opgemaaktvoorts
werd een overzicht samengesteld van de gelijktijdig hun ambt uit
geoefend hebbende notarissen. (Beide stukken zijn als bijlagen achter
het verslag van den gemeentearchivaris gedrukt.)
De acten van notaris Hendrik Quirijnsz. Talesius (15791590)
werden op fiches gebracht, evenzoo een gedeelte der acten van notaris
Jacob Schoudt (1621 1670).
Hoorn. De inventaris van het gemeentearchief werd (door de
goede zorgen van den Rijksarchivaris in Noord-Holland) geheel afge
drukt. Daarna werd met het drukken der regestenlijst begonnen.
Leeuwarden. De verschillende, vroeger aangelegde registers
werden bijgehouden en voortgezet.
Daarenboven werd een klapper gemaakt op de door de gemeente
verleende vergunningen, 1850—1880. De ten vorige jare vermelde
klapper op de namen der koopers van perceelen in Leeuwarden en
het rechtsgebied daarvanvoorkomende in de Groot-consentboeken
van 1581 1811, kwam gereed. Een register op de Klein-consent-
boeken, loopende over de jaren 1546—1811, is in bewerking en
nadert zijn voltooiing. Tenslotte werd de inhoud van het vierde deel
der Leeuwarder Placcaatboeken, dat de jaren 15801584 omvat,
beschreven.
Leiden. Het drukken van den inventaris van de archieven der
Stadsheerlijkheden en van de Vroonwateren kwam gereed.
Daarna werd begonnen met het voor den druk gereed maken
van den inventaris der kerkelijke archieven. Het eerste deel werd
afgedrukt, terwijl met den druk van het tweede deel werd begonnen.
Met de bewerking van het archief Van Eys, eene voor de han
delsgeschiedenis zeer belangrijke verzameling brieven uit de jaren
1710—1751, werd een begin gemaakt.
De alfabetische klapper op de poorterboeken kwam gereed.
De regestenlijst van de in druk verschenen Leidsche oorkonden
werd voorloopig afgesloten.
Het alfabetiseeren der doopbriefjes van de hoofdkerken tot het
jaar 1700 werd voortgezet. Dit omvangrijke werk kwam in het begin
van 1915 gereed voor zoover betreft de eigennamen, beginnende met
de letters P—Z.
Het collationeeren van de fiches op de namen der bruiden vor
derde van 1647 1799.
De fiches op de doopboeken van de Hooglandsche kerk werden