62
huis zou worden overgebracht, werd tengevolge van den wereld
oorlog niet vervuld.
Rotterdam. Aangezien onderscheiden secretarie-afdeelingen
ook dit jaar een groot aantal stukken naar het archief-depot hebben
overgebracht, is de beschikbare bergruimte aanmerkelijk geslonken.
Schiedam. De vertrekken in het archiefgebouw, bewoond door
den concierge, werden in den loop van 1914 ontruimd. Twee ver
trekken in het beneden-gedeelte van het gebouw werden van kasten
voorzien, zoodat nu alle gelegenheid bestaat, om den zolder, waar
veel van het nieuw-archief tijdelijk was geborgen, te ontlasten.
Vlaardingen. De archivaris klaagt, dat het gebrek aan ruimte
steeds grooter wordt, zoodat zelfs de vloer in de archiefkamer tot
bergplaats moet dienen. Gevolg van een en ander is, dat het be
hoorlijk ordenen en geordend houden der stukken zeer bezwaarlijk
gaat en niet met die zorg kan geschieden die noodig is.
Vlissingen. De verwachtingen in 1913 geuit ten opzichte
van de berging van het oud-archief in het nieuwe gebouw, werden
in den loop van 1914 niet beschaamd.
Beschrijving der Verzamelingen.
Alkmaar. Het maken van een drievoudigen klapper werd vol
tooid voor de hoofdstukken van den inventaris I, II en III, en aan
gevangen wat betreft het omvangrijke VI, de bewijzen van verkrijging
of vervreemding van vaste goederen bevattende, het laatst onder-
nomene van de zeven hoofdstukken der handschriften.
De 26 deelen verpondingsboeken werden geordend en van rug
titels voorzien.
Amersfoort. De klapper op de resolutieboeken van 1700
1750 kwam gereed. De regestenlijst van Amersfoortsche charters
werd nagenoeg voltooid.
Amsterdam. De inventaris van het familie-archief De Graeff
werd gepubliceerd.
Na de verhuizing naar het nieuwe gebouw werden de regeling
en beschrijving der boedelpapieren van de Weeskamer voortgezet.
Aangevangen en voor een niet onbelangrijk deel voltooid werd
de samenstelling van een topografische collectie kaarten (fiches), be
schreven met de plaatsnamen en die der eigenaren, c.q. bewoners,
van erven en huizen, vermeld in de in de verschillende archieven aan
wezige, losse brieven van transport of van oud-eigen, rente of kusting
op erven en huizen gevestigd, loopende van de 14e eeuw tot 1700.
Met deze topografische collectie, welke lexicografisch op de persoons
namen geordend zal worden, wordt beoogd een belangrijk supplement
63
te verkrijgen op de minuutregisters van de „quytscheldingen", waar
van over de jaren 15001700 meerdere ontbreken.
De collectie kaarten van de gecopieerde doopacten werd over
de jaren 1741 tot 1745 voltooid; de acten van 1736 tot 1740 werden
gecopieerd.
De kaartencollectie betreffende de behuwde en ingeboren poorters
werd tot het jaar 1652 voortgezet.
Voorts werden verschillende werkzaamheden ten bate van het
nieuw-archief verricht.
Arnhem. Het in het einde van 1913 naar het rijksarchief
gebouw overgebrachte deel van het nieuwere gemeente-archief werd
in den loop van 1914 daar nader opgenomen, op een staat gebracht
en, nadat de noodige inschikkingen hadden plaats gevonden, achter
het oude stadsarchief gerangschikt. Alles bleek in vrij goeden toestand
te verkeeren. Alleen, bij doorzien van den opgemaakten staat en
vergelijking met den gedrukten inventaris van 1864 bleek, dat nog
heel wat van het gemeentearchief uit de jaren 1814 1859 voorshands
op het gemeentehuis was achtergebleven.
Breda. De doopboeken der Brugstraatsche kerk werden voor
een groot gedeelte alfabetisch en lexicografisch bewerkt.
Br iel le. De arbeid aan de in het Algemeen Rijksarchief be
rustende protocollen van Brielsche notarissen werd voortgezet. Er
werden uitvoerige aanteekeningen uit gemaakt; tevens werd aan een
alfabetisch register daarop gewerkt. In het geheel zijn de protocollen
van 18 notarissen behandeld.
Met de gewone ordening van het archief het maken, ver
beteren en in het net overschrijven van alfabetische registers werd
voortgegaan. Ook bleek het noodig, dat een gedeelte van den inven
taris der alleroudste stukken op nieuw bewerkt werd.
Delft. De ten vorigen jare genoemde werkzaamheden werden
vervolgd.
Deventer. De nadere beschrijving en regeling van de stukken,
behoorende tot het tijdvak der Republiek (1591 1795), kwam in 1914
gereed. De opgemaakte catalogus bevat de beschrijvingen der archieven
van Schepenen en Raad, de Achtenkamer, de Rekenkamer, de Ostage-
kamer, de Nieuwe Kamer, den Schoolraad, Dijkgraaf en Heemraden
van de Brixkampsche schouw, den Ambtman van Colmschate, de
Provisoren der Jufferenhuizen, de Capitularen en de Gezworen Gemeente.
Door de voltooiing van dezen omvangrijken arbeid is een belangrijk
en tevens het meest volumineus gedeelte van het archief der stad
geordend en beschreven.
Dordrecht. Aan de verdere beschrijving der tweede afdeeling