186
allen te zamen bezoldigden deskundigen beheerder, verdient in zulke ge
vallen ernstige overweging.
13°. Het schijnt mij bepaaldelijk gewenscht, de invoering van het
Registratuur-stelsel geheel af te scheiden van de toepassing daarbij van het
Decimale stelsel en ook van het Bibliographische systeem. Het Registratuur
stelsel heeft zijne bezwaren, maar ook zijne onmiskenbare voordeden, die
ten slotte den doorslag geven. Maar tegen het Decimale stelsel schijnen
in het gebruik de bezwaren zeer ernstig te zijn. En voor de invoering
van het Bibliographische systeem, waartegen overwegende bezwaren gelden,
schijnt mij zelfs geen enkel voordeel te pleiten. Ik wil die bezwaren even
bespreken, onder uitdrukkelijke herhaling, dat zij geheel niet gelden tegen
de invoering van het Registratuur-stelsel op zich zelf.
Het Decimale stelsel maakt het splitsen der onmatig aanzwellende
dossiers mogelijk, gemakkelijk. Maar natuurlijk neemt het getal cijfers
van het nummer van elk dossier spoedig toemen spreekt zelfs van getallen
van 20 a 30 cijfers. Naar het mij voorkomt, maken zóó samengestelde
nummers het gebruik van het stelsel onmogelijk; het is te bezien, of dit
bezwaar vermeden zal kunnen worden.
Dit groote, aan de decimale nummering der dossiers verbonden
bezwaar wordt zeker belangrijk verergerd door het Bibliographische systeem,
dat (de naam duidt het reeds aan) in elkaar gezet is met het oog op de
ordening van groote bibliotheken en daarom alle mogelijke onderwerpen
der menschelijke samenleving omvat. Voor den beheerder eener groote
bibliotheek kan het inderdaad gemakkelijk zijn, om zulk een leiddraad bij
het organiseeren van zijn depot te bezitten, gemakkelijk, hoewel niet
onmisbaar. Maar het spreekt van zelf, dat dit gemak voor een archief,
waarin uit den aard der zaak de overgroote meerderheid der duizenden
bij duizenden rubrieken van het systeem niet kan voorkomen, geenszins
bestaat. Wat is dan het voordeel van het stelsel? Het is mij niet ge
bleken, waartoe het dienstig is, dat in alle gemeenten ter wereld de dos
siers, die hetzelfde onderwerp betreffen, genummerd zullen worden met
hetzelfde volgnummer. Als eenig voordeel heeft men mij genoemd het feit,
dat, indien het systeem algemeen in gebruik kwam, ambtenaren, die van
de eene gemeente naar de andere verplaatst werden, zich daar in de
administratie onmiddellijk zouden thuis gevoelen, een gering voordeel,
naar mijn inzien, dat alleen geldt voor de enkele, met de voortzetting
der registratuur belaste ambtenaren, daar het voor de anderen slechts eene
besparing zou leveren van een paar uren aandacht bij het kennismaken
met het systeem. Tegenover dit geringe voordeel nu staan bij eene toe
passing van het Bibliographische systeem op archieven tal van ernstige
bezwaren. Verreweg de meeste nummers van dit systeem worden, zooals
ik zeide, in een archief zeker nooit toegepast, zoodat het dossier-nummer
187
geheel onnoodig bezwaard wordt met de tallooze duizenden cijfers, die
aan het gebruikte nummer voorafgaan. Gissenderwijze sprak ik er b.v.
van, dat het dossier Bruggenbouw in een gesystematiseerd overzicht
der gemeente-administratie het getal 104 zou kunnen dragen, dat dan bij
voortgezette splitsing allengs verlengd zou wordenin het Bibliographische
systeem zou dit nummer echter zeer goed 324.482 kunnen zijn, hetgeen
het dagelijksche gebruik van het nummer wel wat bemoeielijkt. Men
gevoelt dit dan ook natuurlijk, en ten einde de getallen van het reuzen-
systeem niet al te veel op te drijven, moet dus de onderverdeeling der
rubrieken tot het allernoodigste beperkt worden, hetgeen in de archieven
weder aanleiding geeft tot tal van willekeurige splitsingen buiten het
Bibliographische systeem om, die, gevoegd bij de zeer talrijke plaatselijke
topographische splitsingen, die natuurlijk in het groote Bibliographische
systeem niet opgenomen kunnen worden, het getal der buiten het
systeem toegevoegde nummers allengs zeer belangrijk maken. Boven
dien schijnt mij het behoud der in alle gemeenten gelijkluidende cijfers
van het Bibliographische systeem slechts mogelijk door het aanvaarden
door al die gemeenten van zekere afhankelijkheid van het (naar ik meen
te Brussel zetelende) bureau van het stelsel, eene afhankelijkheid, die
althans op den duur voor een gemeentebestuur duldeloos moet zijn en
die toch, wil men de uniformiteit handhaven, door het daaraan gehechte
bureau niet prijsgegeven zal kunnen worden.
Naar het mij voorkomt, zal het dus gewenscht zijn, dat men zich bij
de invoering van het Registratuur-stelsel, dat ontegenzeggelijk vele voor
deden aanbiedt, onmiddellijk geheel losmake van het door het Brusselsche
hoofdbestuur geprotegeerde Bibliographische systeem. Maar men dient
zich dan ook zelf te voorzien van een ander hulpmiddel: men zal goed
doen, vóórdat men tot de invoering overgaat, een in bijzonderheden
uitgewerkt systeem van indeeling van het archief te doen ontwerpen,
hetgeen trouwens voor iemand, die de administratie der gemeente (of
van den anderen betrokken tak van dienst) kent en de registers der laatste
jaren tot zijne beschikking heeft, niet al te moeielijk kan zijn. Niet onwaar
schijnlijk zal een dergelijk systeem zelfs wel kunnen dienen voor de
gezamenlijke Nederlandsche gemeentebesturen, vooral wanneer men voor
kleine gemeenten beneden een zeker aantal inwoners, een uit het eerste
getrokken eenvoudiger systeem aanbeveelt.
Wanneer eene dergelijke bewerking van het systeem door en voor
verschillende gemeenten vervaardigd wordt, zal men zeker het voordeel
verkrijgen, dat het vollediger dan anders zal zijn en dus in het gebruik
ook blijken zal minder lacunes te bevatten. Van het gebruik van zulk
een systeem, expresselijk voor dit doel door verschillende gemeenten
samengesteld en niet bezwaard met de tallooze, hier onnoodige rubrieken