172 en uitgaande stukken van dat bestuur, die den grondslag der resolutiën en ook de bijlagen der rekeningen vormen. Niet anders is het gesteld met de resolutiën der commissiën, die door het bestuur zijn ingesteld voor het behartigen van verschillende aangelegenheden. Al deze serieën, die niet uiteengenomen kunnen worden, behandelen natuurlijk de meest verschillende onderwerpen; het is dus onmogelijk, om het hoofd bestanddeel van elk archief te rangschikken naar de daarin behandelde onderwerpen. Niet het behandelde onderwerp moet de rangschikking van een archief beheerschen, maar het college, dat het archief, welks bestand- deelen zich van zelf om de resolutiën groepeeren, heeft gevormd. De resolutiën en de rekeningen van elk college en van elke commissie vormen, met alle bij de resolutiën behoorende stukken, die van het college of de commissie uitgegaan of daarbij ingekomen zijn en met de bijlagen der rekeningen, afzonderlijke afdeelingen. Dit was de grondslag van ons systeem. Niettegenstaande wij het niet zeer praktische van de toepassing van dat systeem gevoelden, hebben wij het met overtuiging aanvaard, omdat wij inzagen, dat wij niet anders konden doen en dat alleen zoodoende eene goede en logische organisatie van een archief tot stand gebracht kon worden. De aanwezigheid in elk archief van verschillende afdeelingen, die zich groepeerden om verschillende serieën resolutiën, rekeningen en andere serieën en registers, die allen niet uiteengenomen en in hunne bestanddeelen ontleed konden worden, dwong ons tot dit besluit. Maar op den duur heeft men toch een middel gevonden, om ons bezwaar uit den weg te ruimen. In de praktijk van het meer en meer toegepaste Decimale stelsel is men er allengs toe gekomen om te doen, wat vroeger onmogelijk scheenmen heeft de serieën resolutiën en de registers van andere akten, die over verschillende onderwerpen handelden, inderdaad opgelost door elke resolutie of akte op een of meer losse papieren over te schrijven; het tijdverlies en de kosten, die daarvan, wanneer een besluit nu en dan op meer dan één onderwerp betrekking had, het noodzakelijke gevolg waren, schijnen in de praktijk toch geen overwegend bezwaar te leveren. Men kan dus thans al die losse resolu tiën en akten zeer goed indeelen naar de daarin behandelde onderwerpen de onmogelijkheid daarvan kan ons systeem niet langer rechtvaardigen. En eene andere omstandigheid, waarop wij niet gelet hadden, had bovendien reeds de mogelijkheid geschapen, om voortaan de organisatie der gemeente-archieven op gewenschte wijze te vereenvoudigen. De Gemeentewet van 1851 heeft de verschillende raadscommissies, die vroeger eene zekere zelfstandigheid genoten, vervormd tot zuiver adviseerende lichamen. Te Utrecht b.v. was de Finantiekamer van ouds, tot ver in de 19e eeuw toe, eene stedelijke commissie, die Burgemeesteren op hun verzoek diende van 173 advies, maar die tevens op finantieel gebied over kleine zaken zeker beheer voerde, omdat zij door Burgemeesteren met de uitvoering van vele besluiten belast werd. De Aalmoezenierskamer en de Ambachtskamer verkeerden in hetzelfde geval. Deze beide commissies nu hebben het in den loop der eeuwen gebracht tot zekere zelfstandigheidzij hadden zelfs eigene gebouwen en eigene vermogens, en natuurlijk vormden zij dus ook eigene archieven. Dit alles lag toen in den geest van den tijdook buiten Utrecht is het dus zeker op vele plaatsen zoo gegaan. Maar thans is het geheel anders geworden. Burgemeester en Wethouders zijn nu (met den gemeenteraad) de eenige bestuurders der gemeentede stedelijke commissies dienen hen alleen van advies en hebben geen schaduw van zelfstandigheid meer; zij nemen geene besluiten en zijn er dan ook hier en daar reeds toe gekomen, om hunne adviezen, hunne eenige handelingen, niet meer in registers bijeen te bewaren. Zij vormen dus ten slotte eigenlijk ook geene afzonderlijke archieven meer, die het noodig is apart te houden. Zoo kan dus de organisatie der gemeente-archieven ook in dit opzicht belangrijk vereenvoudigd worden. Alles, wat het geraamte van de oude archieven vormde en hunne organisatie en indeeling bepaalde, is dus allengs uiteengevallen en opgelost. De nieuwe archieven hebben nu noodzakelijk eene geheel andere gestalte dan de oudehet is dus gewenscht ze dienovereenkomstig ook anders te organiseeren, te meer omdat zich aldus de gewenschte gelegenheid aanbiedt, om ze tegelijkertijd eenvoudiger en meer overzichtelijk in te deelen. Het beginsel, waarvan wij uitgingen, dringt ons zelfs daartoe; altijd toch hebben wij verkondigd, dat de organisatie van een lichaam ook de organisatie van zijn archief moest bepalen: nu die organisatie verandert, moet dus ook de indeeling van het archief eene andere worden. Zoodra onze hoofdbezwaren aldus weggenomen waren, zag ik in, dat thans de basis was gegeven, waarop wij het over de organisatie der nieuwe archieven met de voorstanders van het Decimale stelsel wellicht eens zouden kunnen worden. Reeds geruimen tijd geleden heb ik daarover ook met andere collega's gesprokentoen het bleek, dat zij uit mijne mededeelingen dezelfde conclusie trokken, was mijn besluit genomen, om het Zaandamsche gemeente-archief, dat het uitgangspunt van het Decimale stelsel is, te gaan bezoeken, om ook over de praktijk van het stelsel te kunnen oordeelen. Verschillende omstandigheden hebben dit bezoek, waarbij de heer Zaalberg zich met de meeste bereidvaardigheid als leider aanbood, nog eenigen tijd doen uitstellen; maar ten slotte heeft het thans plaats gehad. Ik beijver mij gaarne, om de resultaten hier uiteen te zetten. Vroeger, toen men aan de ordening van het archief in hoofdzaak de organisatie van het bestuur, dat het archief geschapen had, ten grondslag

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1914 | | pagina 2