204 pakken zijn handelbaarder en beter te overzien, wanneer de afschriften afzonderlijk bijeengeplaatst zijn. De meeste afschriften zijn aangekomen als bijlagen tot de brieven van de Zeeuwsche gedeputeerden in de verga dering van H. H. M., of zijn door hen persoonlijk meegenomen en bij hun mondeling rapport overgelegd; in het eerste geval is er dikwijls, en dan doorgaans aan het slot van den brief, eene opsomming van gegeven, terwijl het mede voorkomt, dat de inhoud van het schrijven met de bijlage in verband staat en dat er uitdrukkelijk naar verwezen wordt. In zulke gevallen ben ik begonnen de bijlagen bij de brieven te laten, maar op den duur heeft de onhandelbaarheid van de op deze wijze geconstrueerde pakken mij doen besluiten tot eene scheiding. Wie een afschrift zien wil, kan het dan toch vinden, en de meeste gebruikers zullen tevreden zijn, wanneer zij de brieven van de Zeeuwsche heeren in Den Haag aan hunne lastgevers bijeen aantreffen. Daar uniformiteit in onze inventarisatie wenschelijk is en onder mijne ambtgenooten wellicht zijn, die bij hun werk verwante moeilijkheden hebben moeten oplossen, zal ik gaarne met eventueele opmerkingen rekening houden bij de verbeterde rangschikking, welke eerlang na de voorloopige, waarvan het einde zich laat zien, zal moeten volgen. K. HEER1NGA. Kleinere bijdragen. Pogingen tot redding van een archief in de zeven tiende eeuw. Het hier medegedeelde stuk is in het archief der gemeente Oudshoorn aangetroffen. Aen de Ed. Mog. Heeren de Gecommitteerde Raden van de Ed. Groot Mog. Heeren Staten van Hollant ende Westvrieslant. Verthoont met respect Corn, de Vlaming van Outshoorn, heere van Outshoorn ende Gnephoeck, soo voor hem selven als in den name ende van wegen syne inwoonderen ende ingelanden, hoedat tsedert veertich ende meer jaren herwaerts door het veranderen ende afsterven van de respective heeren, mitsgaders schouten secretarissen der voorsz. heerlic- heden eenige prothocollen, vierschaerboecken, reeckeningen andere muni- menten, concernerende de voorsz. heerlicheden resorte van dien, sijn gediverteert, verstroyt ter quader trouwen ondergehouden werden, tot merckelicke schade ondienst van den heere verthoonder syne goede inwoonderen ingelanden, soodat den heere verthoonders secretaris tot verscheyden reysen is aengesproocken om eenige oude prothocollen, reecke ningen andere bescheyden op te soecken, de afgeloste rente- custing- brieven te royeren, gelijck hy noch onlangs aengesproocken is van wegen den heere ontfanger van de gemeenlantsmiddelen over Leyden Rhijn- 205 lant, om te hebben visie van den prothocollen van de jaren 1626 1627, gehouden by Jan Willemsz. van Rhijn, in sijn leven secretaris van Outs hoorn Gnephoeck, ter oorsaecke geen XXX, XLen LXXXen penningh ten dienste vant gemeenlant, opgestelt tsedert den len April 1626 totten XII Februari 1627, is verantwoort, twelck den voorsz. secretaris niet en can leveren, doordien den prothocolle vermist wert, nadien niet alleen geseyt wert, maer oock ten deele des noot sijnde blijcken sal, dat eenige prothocollen, vierschaerboecken, reeckeningen munimenten, de voorsz. heerlicheden resorte aengaende, ondergeslaegen sijn ondergehouden werden by Jan Roosenboom, secretaris tot Alphen, getrout gehadt hebbende de eenige dochter erfgenaem van Joris Huybertss. van Eyck, die in sijn leven eenige jaren schout secretaris van Outshoorn Gnephoeck is geweest; item de weduwe van Philps Janss. van Heyningen, in sijn leven schout secretaris, mede soon en erfgenaem van Jan Janss. van Hey ningen, mede in sijn leven geweest sijnde schout en secretaris van Outs hoorn en Gnephoeck; noch Hester Salomons, weduwe van Louris de Monde, getrout met Cornelis Stevensen Steeckelenburch, in sijn leven mede geweest sijnde schout en eenige jaren secretaris; noch Cornelis Dirxss. van Rhijn, Jan Dirxss. van Rhijn Arien Roosenboom, schout tot Alphen, nomine uxoris mede erfgenaem van Dirck Willimss. van Rhijn, haren vader schoonvader saliger, die in sijn leven mede erfgenaem is geweest van de voorsz. Jan Willimss. van Rhijn, dselve Cornelis Dircxss., Jan Dircxss. Aryen Roosenboom, als behulpen van Trijntgen Willims' dochter van Rhijn, weduwe van de voornomde Philps Janss. van Heyningen, haere muye; noch de weduwe kinderen van Claes Janss. van Schelingerhout, in sijn leven geweest eenige jaren schout secretaris van Outshoorn Gnephoeck, d' erfgenamen van Pieter Dircxss. van Leeuwen, in sijn leven mede laetst geweest schout en secretaris voorschreve; alle dewelcke den heere verthoonder doen aenspreecken heeft om overleveringe van hare onderhebbende prothocollen munimenten te doen, maer de sake ten deele ignoreren int wilde slaen, sulcx niet en behoort, alsoo den heere verthoonder tot dienste gerusticheyt van syne inwoonderen ingelanden van de hebbende te vercrygen prothocollen, vierschaerboecken muni menten soude doen maken een pertinenten staet inventaris, om naer behooren bewaert te werden, dat het te moyelick conde vallen ter saecke voorschreve tegens yder der voorschreve persoonen, woonende in diverse jurisdictiën, proces te sustineren, maer dat oock dese saecke om te hebben de gerechticheyt van den XXen, XXXen, XLen ende LXXXen penningh het gemeenlant is aengaende, soo keert den heere verthoonder hem daerover aen UEd. Mog., versoeckende UEd. Mog. appointement in margine deses, daerby alle d' voorsz. persoonen respective belast bevolen sy, aen den heere verthoonder ofte desselfs gecommitteerde onder behoorlicke recipisse

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1914 | | pagina 18