158
Daar de opneming in den index van dijken, duinen, hoofden, peilingen,
sluizen, watergangen, wegen etc. noodzakelijk scheen, mochten die onder
deden, wanneer ze in algemeenen zin, zonder plaatsbepaling, in het werk
voorkomen, niet onvermeld blijven, waarom deze onder het hoofdwoord
„Walcheren" geïndiceerd zijn. Intusschen schijnt het onnoodig, alles, wat
in den inventaris staat, ook in den index van plaatsnamen op te nemen
in den regel kunnen veilig daarbuiten blijven de uit den aard van een
werk telkens, zonder persoonsnamen, terugkeerende titulaturen van autori
teiten en ambtenaren, stukken van het archief, die voldoende uit den inhoud
blijken enz, Daarentegen is het wenschelijk, dat in de eerste groep de
organisatie en de veranderingen van het bestuur, vooral van groote
lichamen, zich zooveel mogelijk afspiegelen. Van Walcheren scheen mij
zulks zoo belangrijk, dat een overzicht van het bestuur in eene afzonder
lijke bijlage aan den inventaris is toegevoegd, te meer daar die organisatie
in hoofdzaak op dezelfde gronden berust als die van het grootere ge
westelijk bestuur. Het was voor mij tot nog toe nooit volkomen helder
geweest en de Walchersche archieven boden een geschikte gelegenheid
den nevel te doen optrekken. Naast elkander als op een prent staan daarin
de verschillende standen uit de maatschappij met de voor- en familienamen
hunner repraesentanten. Voor de namen van het oudste gedeelte daarvan kon
in den index van ambten en waardigheden naar die bijlage verwezen worden.
Het stelsel, dat ik een gewijzigd Zeeuwsch stelsel zou willen noemen,
en, van achteren gezien tot mijn spijt, slechts gedeeltelijk en niet geheel
en al vlekkeloos heb toegepast, kan geen aanspraak maken op groote
vindingrijkheid, daarvoor ligt het te veel voor de handhet wil eene
rationeele beperking van de taak van den bewerker; het is elastisch, kan
op vele inventarissen toegepast worden, en komt gedeeltelijk tegemoet aan
den meermalen uitgesproken wensch van één doorloopenden index, eigen
schappen, die het tot aanbeveling kunnen strekken. De gedachte twee
groote indices kunnen desverlangd ook ineensmelten; doch de voorstanders
van één index mogen wel bedenken, dat, gesplitst of samengevoegd, de
omvang van het werk dezelfde blijft; in geen geval echter doet men het
voor zijn genoegen, en indien er nog altijd iemand is, die dat meenen
mocht, hij leze het door wijlen den hooggeachten, aan het archiefwezen
te vroeg ontvallen rijksarchivaris Jhr. Mr. J. A. Feith aangehaalde gedicht
waarvan hij de waarheid bij het doen van zulk werk aan den lijve zal voelen.
Moge de lengte dezer bespreking verschooning vinden in het heuglijk
feit: de geheele voltooiing der inventarisatie van het archief der stad
Utrecht door Dr. Mr. S. Muller Fz.
C. DE WAARD.
Archievenblad 1910/11, blz. 122.
159
Literatuur-kroniek.
Korrespondenzblatt des Gesamtvereins der deutschen
Geschichts- und Altertumsvereine. Zwei und sechzigster Jahr-
gang 1914. Nr. 11 u. 12.
In de vergadering van den „Verein für die Geschichte der Mark
Brandenburg", gehouden op 14 October 1914, is de directeur-generaal der
Pruisische staatsarchieven, Reinhold Koser, herdacht, die op 25 Augustus
1914 overleed. In 1882 werd hij benoemd tot geheim staatsarchivaris te
Berlijn en twee jaar later tot buitengewoon hoogleeraar aldaar. In 1891 ging
hij als gewoon professor naar Bonn en in 1896 volgde hij H. von Sybel
op als directeur-generaal der Pruisische staatsarchieven. Zijn eerste werkzaam-
zijn als archivaris van 18821884 viel in den tijd, dat het Berlijnsche
geheime staatsarchief volgens het herkomstbeginsel opnieuw geordend werd.
Hij werd toen geheel voor het nieuwe principe gewonnen en een der
eerste algemeene bepalingen, door hem vastgesteld toen hij in 1896 weer
tot het archiefwezen terugkeerde, maakte het herkomstbeginsel „grundlegend"
voor de ordening der archieven. Toch wilde hij dit beginsel niet mecha
nisch zien toegepastde doorvoering moest zich in elk bepaald geval
aanpassen aan de historische ontwikkeling en de bijzondere toestanden.
Talrijke heilzame maatregelen zijn verder aan Koser te danken. De archief-
school werd verplaatst van Marburg naar Berlin en zelf gaf hij in het staats
archief een college over archiefwetenschap. Het aantal archivarisplaatsen, dat
geregeld op de begrooting voorkwam, werd op zijn aandringen verhoogd
van 23 tot 41. Ook bewerkte Koser, dat de archiefstukken vrijer konden
worden gebruiktde verzending van archivalia, ook buiten de grenzen
van het rijk, werd vergemakkelijkt. Doch niet alleen een arsenaal voor
vreemden moesten de archieven vormen, naar zijn opvatting behoorden
zij tevens wetenschappelijke laboratoria voor de ambtenaren te zijn. De
directeur gaf hun het goede voorbeeld. Verscheiden afleveringen der door
hem gestichte „Mitteilungen aus der preussischen Archiv-
verwaltung" werden ook door hemzelf gevuld en met prof. Droysen
gaf hij de briefwisseling tusschen Frederik den Grooten en Voltaire
uit, die door hem voor het staatsarchief was verworven.
Gli Archivi Italian i. Rivista bimestrale di archivistica di
discipline ausiliari, fondata da Eugenio Casanova e pubblicata colla colla-
borazione degli archivisti italiani. Anno I. 1914. Direzione e Ammi-
nistrazione: Napoli, 18 vico Montemiletto. Siena. Stab. Arti Grafiche
Lazzeri, 1914.
De staatsarchivaris te Napels, Dr. Euoenio Casanova, heeft in 1914 een
Italiaansch tweemaandelijksch archievenblad doen verschijnen. De jaargang