150 onder den notaris berust, wel een bewijs, dat deze als bewijskrachtig stuk boven het afschrift gaat. Spoedig worden ook geene registers (afschriften) meer aangehoudenvele notarissen, vooral in de steden, doen dan hunne minuten inbinden en geven aan zulke banden ook den naam van protocol. Van de 210 notarissen, die op de Zeeuwsche eilanden geresideerd hebben en van wie de stukken bewaard zijn gebleven, zijn er slechts 7, die een of meer deelen protocol en 43, welke deelen en banden afschriften hebben achtergelaten wat Vlaanderen betreft, van 132 notarisen zijn die getallen resp. 1 en 12. Merkwaardig is een deel van een Veerschen notaris van 1673 tot 1682, dat tot October 1679 minuten, daarna afschriften, en een ander van een notaris te Oostburg (1663— 1670), dat afwisselend afschriften en minuten bevat, gelijk er zulk een deel (1668 1687) zich eveneens bij de Middelburgsche notarieele archieven bevindt. Hierbij zij er aan her innerd, dat van den oudsten tijd, toen vrij zeker het protocol memgvuldiger voorkwam, de meeste stukken verloren zijn gegaan. Ter bevestiging van de hierboven gegeven verklaring van een notarieel protocol volgt hier thans een gedicht, dat een notaris van Groede schrijft vóór in een band met minuten over de jaren 16601662. Dit is een prothocol van alle de minuten, die in drie jaren lang in de Groed', oock daer buyten, sijn gepasseert voor hem, wiens name ende hantmerck, als notaris, men siet hier doorgaens in dit werck. Ghy suit overal sien veel blaren onbeschreven, en weet ghy niet waerom, ick sal u reden geven dat is omdat het al in minuten bestondt, eer dat men het te saem in een prothocol bondt. Dan suit ghy mogelick dit werck comen te laecken en seggen, dat men moet altijt protocol maecken, eer dat men daerin schrijft, maar wacht ick weet wel, dat Ick woone hier te Land, en Ghy woont in de Stadt. Ghy moet u prothocol noyt verre mede te dragen, en waer het hier alsoo, het sou my wel behagen, maer die de boeren dient, het valt hem al te swaer sijn protocol met hem te slepen hier en daer. i) Hieronder zijn niet begrepen de archieven van de Middelburgsche notarissen; deze beginnen op eene enkele uitzondering na met het midden der 17e eeuw en bestaan bijna geheel uit banden met minuten. 151 Het sal nog bovendien wel hondert mael gebeuren, dat ghy een instrument ontstucx suit moeten scheuren, omdat een lompe boer zijn dingen qualick seght en niet soo het betaemt de saecke voor en legt. Dan moet Ghy wederom van vooren gaen beginnen, en daerom ben ick niet genegen noch van zinnen te houden prothocol op een ander manier, 't kan anders niet wel gaen in dese plaetse hier. Pieter Syx. Zoo heeft het protocol zich gevormd naar de behoefte van de praktijk, waartoe de onderwerping van de notarieele akten aan de zegelbelasting ongetwijfeld ook heeft bijgedragen, en zulks met afwijking van het voor schrift, waarin de overheid blijkbaar heeft berust. Het woord bleef intusschen in het spraakgebruik voortleven bij de omschrijving der stukken in een inventaris moest het echter m. i., historisch juister, gebruikt worden voor een deel, dat aan het oorspronkelijk begrip voldoet, maar ook dan alleen. Het zij mij vergund even te wijzen op de N.B. van nr. 186, waarin gesproken wordt van een derde deel, dat er blijkbaar niet isen te vragen, waarom nr. 187 niet wordt overgebracht naar de gemeente-bewaarplaats? De indices zijn bewerkt door den heer C. L. de Leur en in hoofdzaak ingericht volgens de Proeve van regelen voor het samenstellen van indices op historische geschriften, in het bijzonder op archief inventarissen Bewerkt dus door een ander persoon dan door hem, die de Catalogussen bewerkte, wat in het algemeen niet geacht kan worden in het belang van de zaak te zijn. Het indiceeren toch is van verdere strekking dan het verzamelen van de gegevens, die in een werk voor komen, zij moeten ook geordend en gerangschikt worden, waardoor de details niet zelden eene bijzondere beteekenis krijgener moet beoordeeld worden, wat weggelaten en wat bijgevoegd moet worden. Weglaten, wat er staat, en schrijven, wat er niet staat, het schijnt eene helsche ketterij, en nochtans is deze leer niet onzuiver, hetgeen door tal van voorbeelden is te staven. Door zelf het werk ter hand te nemen, zal de bewerker van den inventaris zich veel moeite en tijd besparen en tevens eene uit muntende gelegenheid hebben tot vergelijking en het vaststellen van druk fouten. In Utrecht betreft het een bijzonder gevaldaar kon Mr. Muller gebruik maken van den dienst van zijn adjunct-commies, die op het gemeente-archief reeds vele jaren werkzaam is en dagelijks in de gelegen- Archievenblad 1909/10, blz. 45 vlg., besproken door Mr. Fruin aldaar, blz. 171 vlg.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1914 | | pagina 30