82 Memorie van toelichting. Vde Hoofdstuk. Vide Afdeeling. Kunsten en Wetenschappen. Art. 182. Jaarwedden en verdere belooningen der ambte naren enz. bij 's Rijks archieven te 's-G ra ven ha ge. Voor periodieke traktementsverhoogingen ingevolge de bij Koninklijk besluit van 13 Maart 1914, no. 6, vastgestelde regeling en ten einde twee der commiezen tot hoofdcommies en een der adjunct-commiezen tot commies te kunnen bevorderen is ƒ3125 meer noodig. Verder is ƒ450 uitge trokken, ten einde een tijdelijken klerk, tot dusver uit het artikel„Materieel" bezoldigd en werkzaam bij de bibliotheek van het Algemeen Rijksarchief, met ingang van 1 April 1915 eene vaste aanstelling te kunnen geven. In het geheel is het artikel dus verhoogd met 3575. Art. 184. Jaarwedden en verdere belooningen der ambte naren enz. bij 's Rijks archieven in de proviciën. Een bedrag van 2172.50 is vereischt voor periodieke traktementsverhoogingen inge volge de bij Koninklijk besluit van 13 Maart 1914 no. 6 vastgestelde regeling, terwijl 975 is uitgetrokken, ten einde de adjunct-commiezen bij de Rijksarchieven in Zeeland en Utrecht tot commies te kunnen be vorderen. Verder is het wenschelijk gebleken, het personeel bij het Rijksarchief in Noordbrabant uit te breiden met een klerk en het personeel bij het Rijksarchief in Overijssel, tot dusver met het kleine Drentsche archief het eenige depot, waaraan geen wetenschappelijk ambtenaar verbonden is, met een adjunct-commies. In de veronderstelling dat de hier bedoelde benoemingen met 1 April 1915 zullen ingaan, zal daarvoor in 1915 vereischt zijn een bedrag van 1537.50. In het geheel is het artikel dus verhoogd met 4685. Art. 186. Jaarwedden en verdere belooningen der ambte naren enz. bij het bureau der commissie voor 's Rijks geschiedkundige publicatien. Overeenkomstig de mededeelingen gedaan op bladz. 53 van de Memorie van Toelichting op hoofdstuk V der Staatsbegrooting voor 1910 heeft de onderdirecteur bij het bureau der Commissie voor 's Rijks geschiedkundige publicatiën in 1915 recht op zijne eerste verhooging van jaarwedde van 450 en wel met ingang van 1 September van dat jaar; mitsdien is het artikel met 150 verhoogd. Art. 187. Kosten van huishoudelijke uitgaven enz. der commissie voor 'sRijks geschiedkundige publicatiën. Het is gebleken, dat het crediet aan de commissie verleend te gering is; hiervan is o. a. het gevolg, dat de commissie niet in staat is om de werken, welke door de losse medewerkers gereed gemaakt zijn, te doen 83 drukken. Dit feit, waarop in de jaarverslagen der commissie, welke verschijnen in den jaarlijkschen bundel der archiefverslagen, meermalen is gewezen, geeft aanleiding tot ongewenschte toestanden en de vrees bestaat, dat de ijver dier losse medewerkers langzamerhand zal verflauwen. Om eenigermate aan de bezwaren toegemoet te komen is het artikel met 2000 verhoogd. Nota van wijzigingen. Vde Hoofdstuk. Vide Afdeeling. Kunsten en Wetenschappen. Art. 182 (nieuw art. 180) wordt verminderd met 225. Toelichting. Jaarwedden en verdere belooningen der ambtenaren enz. bij 'sRijks archieven te 's-Gravenhage. Dit artikel is ver minderd met 225, het bedrag dat noodig was voor de voorgestelde rangsverhoogingen. Art. 183 (nieuw art. 181) wordt verminderd met 2850. Toelichting. Kosten van onderhoud, huishoudelijke uitgaven enz. voor de Rijksarchieven te 's-G ra venhage. Deze post kan met 2850 verminderd worden, daar voornamelijk de aankoopen tot het hoogst noodzakelijke beperkt zullen moeten worden. Art. 184 (nieuw art. 182) wordt verminderd met 1950. Toelichting. Jaarwedden en verdere belooningen der ambtenaren enz. bij 'sRijks archieven in de provinciën. De bedragen noodig voor de benoeming van een adjunct-commies in Overijssel en voor bevordering van twee adjunct-commiezen tot commies bij de Rijksarchieven in Zeeland en Utrecht, gezamenlijk 1950, zijn van het artikel afgevoerd. Art. 185 (nieuw art. 183) wordt verminderd met f 5000. Toelichting. Kosten van onderhoud, huishoudelijke uitgaven enz. voor de Rijksarchieven in de provinciën. Dit artikel is ƒ5000 lager geraamd om dezelfde reden, als bij art. 183 (nieuw art. 181) is medegedeeld. Inde Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag van de Tweede Kamer omtrent het Vijfde Hoofdstuk der Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1914 komt het volgende voor:

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1914 | | pagina 31