78 der schifting kunnen wij ons eene voorstelling maken uit de enkele om standigheid, dat de negen heeren van de Agence zes maanden tijd hadden om honderden millioenen documenten in vier hoopen te verdeelen. Waar zij soms voor de verantwoordelijkheid terugdeinsden om belangrijke serieën op te ruimen, werden zij tot doortasten aangespoord door Camus, garde (sic) des archives, of den minister Garat. Tegenstand van archivarissen werd licht overwonnen. Die van Rijssel, voor onze vaderlandsche geschie denis zulk een belangrijk depot, kreeg van Garat dezen uitbrander: „Je ne vois dans l'ancienne Chambre des comptes de Lille rien a conserver que ce qui peut établir les créances de la nation envers les comptables, et cette vérification ne me parait exiger des recherches si longues ni pénibles. Tous les papiers anciens et d'écriture gothique ne doivent, la comme ailleurs, être que des titres de féodalité, d'assujettissement du faible au fort et des règlements politiques heurtant presque toujours la raison, l'humanité et la justice. Je pense qu'il vaut mieux substituer a ces ridicules paperasses la Déclaration des droits de l'homme; c'est le meilleur titre qu'on puisse avoir. Je vous engage done a vous conformer a ces obser vations; agir dans d'autres principes ne serait pas, de votre part, vous montrer digne de la confiance qui a déterminé le choix que Tadministra- tion a fait de vous". De archivaris Ropra had den moed te antwoorden. „J'espère, citoyen ministre, que vous voudrez bien me permettre de ne prendre aucune part a cette opération qui n'est comparable qu' a l'incendie de la bibliothèque d'Alexandrie et qui ne me parait nécessitée par aucun motif raisonnable. Car, quand il serait vrai que ces papiers anciens et gothiques ne seraient que des titres de féodalité, je pense qu'on devrait encore les conserver comme des monuments propres a faire aimer la Révolutionmais lorsque l'on considère que ces titres contiennent la preuve de l'amour que les Beiges ont toujours eu pour la liberté et l'égalité, alors ils deviennent infiniment chers a tous les êtres pensants et sentants". Het protest redde niet de enorme massa perkamenten, die bij het gewicht verkocht, 80000 frs. op bracht, of in 300 wagens naar het arsenaal gereden werd om te dienen voor de vervaardiging van kardoezen. Ingekomen boeken. De boekhandel te Amsterdam, voorname lijk in de 17e eeuw. Biographische en geschiedkundige aanteekeningen, verzameld door M. M. Kleerkooper, aangevuld en uitgegeven door W. P. van Stockum Jr. Het nu verschenen tweede gedeelte brengt niet het slot van dit werk zie blz. 173 van den vorigen jaargang maar breekt af met Robbert Roger. Schetsen uit de Middeleeuwen, door Dr. Mr. S. Muller Fz. Nieuwe bundel. De schrijver acht de in dezen bundel opgenomen schetsen wat 79 rijper dan die der eerste, in 1910 verschenen serie; echter kent hij aan het geheel minder eenheid van karakter toe, wegens de opneming van een aantal opstellen, die een meer zuiver wetenschappelijk karakter droegen, in een populairen vorm, waarvan de omwerking hemzelf niet geheel be vredigt. Van de tien opstellen vindt men er zes in de bekende biblio- graphieënnr. 2 is getrokken uit „Collatierecht en incorporatie van kerken" (Archief Ned. Kerkgeschiedenis, 1887), nr. 4 uit de inleiding tot „De registers en rekeningen van het bisdom Utrecht, 13251336" (Werken van het Historisch Genootschap, 188991), nr. 8 uit „Over claustraliteit" (Verhandelingen der Kon. Academie van Wetenschappen, afd. Letterkunde, 1890), nr. 9 uit de inleiding tot de vierde afdeeling der „Rechtsbronnen van den Dom van Utrecht" (Werken der Vereeniging tot uitgave der bronnen van het Oude Vaderlandsche recht, 1903). De erfenis van de Brederode's, door Mr. Peter van Meurs. (Over druk uit Oud-Holland 1914.) Het archief van de familie Brederode be rustte in de 17de eeuw op het slot Batestein bij Vianen. Toen de laatste wettige afstammeling van het geslacht op 7 December 1684 was over leden, zijn in 1685 boedelbeschrijvingen opgemaakt, o.a. van de archief stukken en de boekerij. Mr. Van Meurs deelt deze, door hem in het ongeordende gedeelte van het archief der gemeente Vianen aangetroffen bescheiden in hun geheel mede. Door wanbeheer en brand is sedert het opmaken dezer beschrijvingen een en ander teloor gegaan, ofschoon de gravin Amelie van der Lippe, de erfgenaam der Brederode's, maat regelen voor de bewaring had genomen. Na den brand stelde de graaf Van der Lippe een bewaarder van zijne charters aan, wien hij eene in structie gaf, welke Mr. Van Meurs terecht belangrijk heeft geacht en daarom heeft ingelascht. Aan zijn plicht om een inventaris der hem toe vertrouwde papieren te maken heeft Mr. Nathan van Dortmont echter niet voldaan. Wel is er een samengesteld door een naamgenoot van hem bij gelegenheid van de splitsing van het archief na den overgang van Vianen in 1725 aan de provincie Holland; daarbij was bepaald, dat het archief, voor zoover het geene familiezaken raakte, aan den kooper zou komen. Een gedeelte, dat als familie-archief beschouwd werd, is naar Detmold overgebracht, terwijl van het achterblijvende eene beschrijving is gemaakt welke te Detmold berust waarop eene verklaring gesteld is door H. van Dortmont, die belooft de stukken, die alsnog zouden geoordeeld worden aan de familie te behooren, te zullen uitleveren. Deze achter gebleven verzameling is in 1764 naar den Haag gezonden, nadat er eene uitvoerige beschrijving van was opgemaakt door Mr. M. van der Craoht deze is in 1831 gevonden in den boedel van Mr. H. van Wijn en is toen naar het Algemeen rijksarchief overgebracht (teruggebracht), maar de verza-

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1914 | | pagina 29