76
Literatuur-kroniek.
Ann ales de Ia Société d'E mulation de Bruges. Tome
LXIV, Fascicules 2 3. MaiAoüt 1914. Bruges. Imprimerie de Louis
de Plancke. 1914.
E. C. S. publiceert den archief-inventaris van de kerk Saint-Gilles
te Brugge.
Verder bevat de aflevering van de hand van H. Rommel een studie
over het Hospitaal van St.-Jan te Brugge, voornamelijk geput uit het
archief van die stichting.
Académie royale de Belgique. Bulletin de la Commis
sion royale d'histoire. Tome LXXX1, Ille Bulletin. Bruxelles.
Librairie Kiessling et Cie. 1912.
In 1908 is het, na herhaalde pogingen, aan professor A. Cauchie
gelukt te Milaan toegang te verkrijgen tot het archief van den graaf
de Barbiano di Beloiojoso, minister van Josef II in de Oostenrijksche
Nederlanden van 1783 1787. Professor Cauchie maakte van de gelegen
heid gebruik om een inventaris van het archief samen te stellen, die in
dit bulletin wordt gepubliceerd, als bijlage tot een zeer onderhoudende
studie betreffende de hervormingen, door Josef II in de Belgische provincies
tot stand gebracht gedurende het ministerschap van Beloiojoso. De betrek
kingen met de Republiek komen in het opstel uitvoerig ter spraak.
Deutsche Geschich tsblatter. Monatsschrift für Erforschung
deutscher Vergangenheit auf landesgeschichtlicher Grundlage. XV Band,
August/September 1914, 11/12 Heft. Gotha 1914. Friedrich Andreas
Perthes A.-G.
Uitvoerig wordt besproken het in 1913 verschenen deel van de
Inventare der evangelischen Pfarrarchive im Groszher-
zogtum Hessen, bewerkt door F. Herrmann. Het is het eerste deel
van een reeks publicaties onder den algemeenen titel Inventare der
nichtstaatlichen Archive im Groszhertogtum Hessen, her-
ausgegeben auf Veranlassung des groszherzogl. Haus- und
Staatsarchivs. De Hessische monumentenwet van 1902 stelt alle
archieven van het land onder staatstoezicht j op grond van deze bepaling
kon het Opperconsistorium aan de kerkbesturen het bewaren en inventari
seeren der kerkelijke archieven, volgens een bepaald schema, als plicht
voorschrijven. Door den heer Herrmann zijn de ingekomen inventarissen
persklaar gemaakt en voorzien van een opgave der literatuur, die bestaat
over de tweehonderd plaatsen, welker kerkarchieven in dit deel beschreven
zijn. Het tweede deel zal, behalve de overige inventarissen, een inleiding
en indices bevatten.
77
Archief voor de geschiedenis van het Aartsbisdom
Utrecht. Veertigste deel. Ie en 2e aflevering. Utrecht, Wed. J. R.
van Rossum. 1914.
Twee bijdragen, beide van archivarissen, vullen de eerste aflevering.
Dr. J. de Hullu geeft uittreksels uit de acta der classis Deventer, de
resolutiën van Ridderschap en Steden van Overijsel en brieven, bewaard
in het Deventersch gemeentearchief, die de middelen schilderen, met welke
de gereformeerde machthebbers in Kerk en Staat in de 16e en 17e eeuw
in den omtrek van Deventer het Katholicisme trachtten te verdringen.
De rijksarchivaris in Limburg publiceert het doop-, trouw- en sterfregister
van Abcoude 1573 1578, voorzien van een inleiding en aanteekeningen.
In de tweede aflevering wordt door den heer H. W. van Soest de
uitgaaf voortgezet van de stukken uit het archief van Hasselt, die de
bijlagen vormen tot zijn vroeger verschenen artikel over het kerspel van
den h. Stephanus te Hasselt. J. Kleyntjens heeft, voornamelijk uit
ongedrukte archiefstukken, bouwstoffen verzameld voor de kerkelijke ge
schiedenis van Gelderland 1567 1648. De stukken uit het gemeente
archief te Arnhem, medegedeld door J. S. van Veen, betreffen de moei
lijkheden, die voorafgingen aan de vestiging van het Observantenklooster
te Arnhem in 1488.
Archivum Franciscanum historicum. Periodica publicatio
trimestris. Annus VII, Fase. III. 1914. Typographia, Directio et Admi
nistrate ad Claras Aquas prope Florentiam.
P. Hieronymus Goyens O. F. M. publiceert een studie over het Oude
Hospitaal van St.-Jan te Gent op grond van archivalia, die voor een deel
in extenso worden afgedrukt.
A. M. v. E.
Revue des questions historiques, fondée par M. Ie
marquis de Beaucourt. Paris. 190e livraison, 1 April 1914.
Gustave Gautherot behandelt hierin „les destructions d'archives a
1'époque révolutionnaire". Tusschen 1789 en 1793 zijn in Frankrijk de
heerlijke gerechten, de geestelijke gestichten, de gewestelijke besturen, de
rekenkamer enz. opgeheven, waardoor de natie in het bezit kwam van den
inhoud van ongeveer 10000 archiefbewaarplaatsen. Achtereenvolgens zijn
eene Agence temporaire des titres en een Bureau de triage des titres
bezig geweest om uit deze massa te zoeken, wat in aanmerking kwam om
bewaard te blijven, terwijl de groote hoop bestemd was om te worden
verbrand. Dit vond geen bijval bij praktische menschen, die van oordeel
waren, dat de industrie van de perkamenten en papieren nut kon hebben,
en inderdaad is er daarom veel bij het gewicht verkocht. Van de waarde