66 chirugijns en apothekers, der bidders en der bierdragers, en in aan sluiting hiermede die van de kleermakersgezellen, de gildenbeurzen en de rederijkers. Begonnen werd met het collationeeren en ordenen van de (vroe ger vervaardigde) fiches op de poorterboeken. Gereed kwamen de afschriften uit de poorterboeken over de jaren 1364 1550, in het geheel ongeveer 12500 fiches. Voortgegaan werd met het alfabetiseeren van de doopbriefjes der hoofdkerken, waarvan de letters H—O werden afgewerkt. Evenzoo met den klapper op de namen der bruiden, waarvan het laatste gedeelte over de jaren 1795—1811 gereed kwam. Begonnen werd verder met het op fiches brengen van de doop boeken der Hooglandsche kerk na 1700. Men vorderde tot 1745, welk tijdvak ongeveer 30,000 fiches opleverde. Tenslotte werden klappers vervaardigd op het Stedeboek en het Register Diversorum. Maastricht. De bewerking der oude pastoraale doopregisters werd voortgezet. Middelburg. Voortgegaan werd met de inventariseering van het notariëel archief, die echter slechts langzaam vorderde. Roermond. Aan de ordening van het oud-archief werd nog steeds „met ijver" gewerkt Rotterdam. Geïnventariseerd werden de archieven van de N. V. Rotterdamsche Bouwvereeniging, van de Vereeniging van inge landen van de Gasthuislaan, van de Commissie van het openbaar onderwijs, van het Bestuur van den polder Robbenoord en Plompert en van de Afdeeling Rotterdam en omstreken van de Ned. Maatschappij tot bevordering der geneeskunst. De in bewerking zijnde inventaris van het archief van den kerkeraad der Evang. Luthersche gemeente is nog niet geheel gereed gekomen. Indices werden gemaakt op het concept-kohier van de personeele quotisatie over de ingezetenen van Rotterdam van 1743/4, het kohier der verponding van 1672 van Rotterdam en het kohier der verponding van 1620 van Delfshaven, de Resolutiën en Dispositiën van Burge- meesteren en Regeerders der stad Rotterdam dl. I III, 1646- 1678, en het „Oude kohier van de graven in de Groote kerk, beginnende 25 Sept. 1641" (Oud-archief Kerkmeesters no. 13). O De zorg voor „archief en bibliotheek" is in deze gemeente opgedragen aan den hoofdcommies ter gemeente-secretarie, die hiervoor jaarlijks 150.krijgt. Deze is tevens belast met het houden van toezicht op de Algemeene Begraafplaats, waarvoor hij 50.geniet! (Zie Gemeente-verslag 1913, 67 Tilburg. Voortgezet werd de bewerking van het oud-archief van den Burgerlijken Stand. Er werden klappers vervaardigd op de R. C. doopboeken van 1726-1810, op de begraafregisters van 1762- 1810, op de kerkelijke trouwboeken van 1734—1796 en op de burgerlijke trouwboeken van 16791810. Utrecht. De inventaris van de archieven der Begijnhuizen verscheen in druk. Hiermede is de beschrijving van alle aan de stad Utrecht behoorende archieven voltooid. De indices op den inventaris van het archief der stad Utrecht kwamen gereed. De druk van den inventaris, waarvan deze indices een deel zouden uitmaken, is reeds begonnen. De beschrijving der 811 nummers archiefstukken, die sedert den druk van den eersten inven taris verkregen waren, en de verbeteringen en bijvoegselen van den eersten inventaris zijn afgedrukt; de druk der indices zal echter nog eenigen tijd vorderen. De bewerking van de geschiedenis der perceelen aan de Oude Gracht (met behulp van de transportregisters en decreetboeken) kwam tot 1580; zij zal worden doorgezet tot 1577, het jaar waarmede de inventaris van het middeleeuwsche stadsarchief eindigt, tevens het oudste jaar waarop vroeger een index vervaardigd is. Vlaardingen. Begonnen werd met het maken van een klapper op de doopboeken der Ned. Herv. kerk. Het afwerken der kaartklappers op onderdeden van het (nieuw-) archief, in 1912 met medewerking van de 3e afdeeling der secretarie ondernomen, moest voorloopig worden gestaakt. p>e hoognoodige inventariseering van het archief na 1813 kon wegens de gebrekkige bergruimte nog niet worden, ter hand genomen. V 1 i s s i n g e n. De archivaris spreekt den wensch uit, dat het aantal bureau-uren - dat thans twee (per week) bedraagt - worde uitgebreid tot vijf a zes, opdat hij zich zal kunnen wijden aan de zoo noodige catalogiseering en inventariseering der verzamelingen. V. Aanwinsten Alkmaar. Verkregen werd o. a. het archief der commissie voor het gedenkteeken van mevrouw Bosboom—Toussaint. Amersfoort. Ten geschenke werden o. a. ontvangen stukken afkomstig van mr. J. Both Hendriksen, als secretaris van Amersfoort. B De bewerker heeft getracht slechts de belangrijkste aanwinsten te vermelden. In hoeverre hij hierin geslaagd is kunnen de dTrhllve beleefd beoordeelen. Voor eventueele op- en aanmerkingen houdt hij zich derhalve beieera aanbevolen.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1914 | | pagina 23