64
Dordrecht. De regeling van het archief van 1572 tot 1795 vor
derde dit jaar slechts weinig, daar andere werkzaamheden veel tijd eischten.
Eenige jaren der doopboeken werden op kaarten gebracht, zoodat
nu een aaneengesloten geheel van 15721600 is verkregen.
Op enkele weesboeken en op een verpondingsregister van 1626
werden klappers vervaardigd.
Gouda. Er werd een begin gemaakt met de ordening en
inventarisatie van verschillende kleinere archieven, in het stadsarchief-
depöt ondergebracht. Zoo werden beschreven de deelen en stukken
van het Leproos- en Proveniershuis en die van de Scholarchie. Voorts
werd gewerkt aan de ordening der „uitgaande stukken."
's-G r a v e n h a g e. Terwijl de inventarisatie van het eigenlijke
stadsarchief (welke telkens tot omvangrijke onderzoekingen noopt) slechts
zeer weinig vorderde, werden kleinere archieven voltooid of onder
handen genomen. Zoo het archief van Burgemeesteren als ambachts-
heeren van Rijswijk, waarbij als tweede afdeeling gevoegd kon worden
het oude archief der heeren van Rijswijk vóór 1688 (jaar van den
aankoop der ambachtsheerlijkheid door de stad)zoo ook de gilde-
archieven, met wier inventarisatie een aanvang werd gemaakt. Ge
ruime tijd werd verder besteed aan de bestudeering van het archief
van het regeeringscollege, de zoogenaamde Sociëteit, vooral ten
opzichte van zijn financiëele bemoeiingen, belastingheffing enz. De
ordening van het archief na 1813 werd geregeld voortgezet.
De regeling van de ongeordende stukken der Weeskamer vor
derde belangrijk: gedurende 1913 werden van 600 boedels de be
scheiden geordend.
Aan den klapper op de trouw-, doop- en begrafenisregisters
werd gedurig voortgewerkt. Het aantal bewerkte registers van onder
trouw en trouw bedraagt 15, waardoor het tijdperk van 1598 (Jan. 17)
tot 1680 (Febr. 25) geheel geklapperd is. Bij de ondertrouwliggers
ten stadhuize, die hierbij als grondslag dienen, zijn geregeld de
trouwboeken der verschillende kerken vergelekener is dus eigenlijk
uit veel meer registers materiaal verzameld. Het geheel omvat onge
veer 50.000 fiches.
De klapper op de appointementsregisters kwam tot het jaar 1780.
Met een andere, waaraan dringend behoefte bestaat, nl. op de zoo
belangrijke registers der buurten, werd een begin gemaakt.
Ook de klapper op de protocollen der oude notarissen, door
de vereeniging „die Haghe" ondernomen, vorderde: in 1913 werden
alle registers tot 1660 bewerkt en een gedeelte der registers tot 1670.
Tenslotte werden nog eenige Scheveningsche doopregisters ge
klapperd.
65
Groningen. De regeling en beschrijving der dossiers be-
hoorende tot het stedelijk archief vóór 1594 kwam tegen het einde
van 1913 gereed. Daarmede was de beschrijving van het geheele
stadsarchief vóór 1594 (met welk jaar de eerste afdeeling zou eindigen)
voorloopig voltooid en kon met het ineenzetten van den inventaris
begonnen worden.
De in 1912 gereed gekomen beschrijving der kaarten en teeke-
ningen, aanwezig op het bureau van den rentmeester der stadsbezit-
tingen, werd door den rentmeester gecontroleerd. Daarna werd
begonnen met het inventariseeren der kaarten en teekeningen, aan
wezig op het kantoor van den ingenieur der stadsbezittingen.
Haarlem. Met het op fiches brengen van de belangrijkste
transportregisters werd voortgegaan. De doopboeken van een der
R. K. staties, alsmede het Personeel kohier van 1742, werden even
eens op fiches gebracht.
's-Hertogenbosch. De chronologische ordening der „stukken
van allerlei aard" (met eenige lacunes loopende van 1581 1799)
werd voortgezet.
Hoorn. De Rijksarchivaris in Noord-Holland deelt mede, dat
de inventaris van het archief van Hoorn ter perse is en in 1914
afgedrukt zal komen.
Kampen. Met de inventarisatie werd regelmatig voortgegaan.
Dit geldt zoowel voor de registers voor het volgend deel der „Char
ters &en Bescheiden" als voor de eigenlijke inventarisatie en het be
werken van den alfabetischen klapper.
Leeuwarden. Naast eenige werkzaamheden ten bate van
het nieuw-archief, werden de verschillende, vroeger aangelegde re
gisters bijgehouden en voortgezet. Vervolgd werd de beschrijving der
stukken, uitmakende de tien Leeuwarder Placaetboekendit jaar
kwamen deel II (1571-1579) en deel III (1577-1591) gereedvoorts
werd gewerkt aan den klapper op de consentboeken, waarin de ver-
koopingen van huizen staan opgeteekend, behoorende tot het rechter
lijk archief der stad Leeuwarden. Deze klapper is van bijzonder be
lang, omdat Leeuwarden geen oude notariëele archieven bezit.
Leiden. In druk verschenen de inventarissen en regestenlijsten
van de gasthuizen.
De beschrijving van de archieven der stadsheerlijkheden werd
teneinde gebracht, waarna met het drukken van den catalogus een
aanvang gemaakt werd.
Het archief der schutterij vóór 1814 werd voorloopig beschreven.
De voorloopige beschrijving der gildearchieven werd voortgezet.
Beschreven werden de archieven van de gilden van St. Lucas, der