62 Delft. De archivaris klaagt over gebrek aan plaatsruimte. Dordrecht. In verband met de komst der notarieele proto collen, door de gemeente van het Rijk in bruikleen ontvangen, werden door het gemeentebestuur maatregelen genomen ter verhoo ging van de veiligheid der bergplaats. Gouda. Het gebouw bevond zich over het algemeen in be vredigenden staat. 's-Gravenhage. Het gebouw en de inrichting bleven zeer goed voldoen, tenminste als men zich op het standpunt stelt, dat het gebouw t ij d e 1 ij k is. H a a r 1 e m. De toestand van de bewaarplaats liet niets te wenschen over. Door de verplaatsing van het Gemeentelijk museum naar het nieuwe gebouw werd bovendien bergruimte gewonnen. Leeuwarden. Tengevolge van de vernieuwing van het dak van het raadhuis werd een der tot archiefbewaarplaats gebruikte ver trekken, de zoogenaamde wapenkamer boven de groote raadzaal, aanmerkelijk verbeterdzij verkreeg meer licht en bergruimte. Leiden. De inrichting van het gebouw gaf geen aanleiding tot opmerkingen. Maastricht. De beschikbare bergruimte van het bibliotheek- locaal is geheel onvoldoende. Het archieflocaal, hoewel erg bekrom pen, biedt in de eerstkomende jaren nog voldoende plaats om de spaarzame aanwinsten van archivalia op te bergen. Wellicht komt echter in een en ander verandering tengevolge van de aanschrijving van den Minister van Binnenlandsche Zaken aan het gemeentebestuur, waarbij ontruiming van de stadsbibliotheek en het stadsarchief uit de localen van het Rijksarchiefgebouw op 1 januari 1915 gelast wordt. N ij m e g e n. De archieflocalen in het gemeentehuis waren in goeden staat. R h e n e n. Het brandgevaar bleef nog steeds uitermate groot. Rotterdam. Het archiefgebouw bleef goed voldoen. Schiedam. De verschillende locaüteiten, voor de berging van archief en bibliotheek in gebruik, bleven goed voldoen. De Raad besloot (op voorstel van B. en W.) de vertrekken in het ar chief, bij den concierge in gebruik, voor de berging van archivalia enz. te gebruiken. S n e e k. Ten aanzien van brandgevaar en bergruimte verwijst de gemeentesecretaris, behalve naar zijne vroegere verslagen, naar de discussiën in den gemeenteraad op 3 November 1913, waar o. m. secretarie en archief een brandstapel werden genoemd. Vlaardingen. De archivaris wijst nogmaals met nadruk op het groote gebrek aan bergruimte. 63 V 1 i ss i n g e n. Het oud-archief verkreeg eigen huisvesting door de schenking van mevrouw Van den Broek—Van der Os, te 's-Graven- hage, die het kapitale heerenhuis, Bellamypark 19, afstond aan de gemeente ten behoeve van de oudheidkundige verzameling en het oud-archief. Het geheele oud-archief vóór 1851 is reeds overgebracht. De nieuwe, droge en luchtige vertrekken blijken bij uitstek voor hun nieuwe bestemming geschikt, terwijl er nog ruimte overblijft voor uitbreiding. IV. Beschrijving der Verzamelingen. Alkmaar. De adjunct-archivaris vervolgde de bewerking van den drievoudigen klapper op den inventaris van het archief, waarvan nu gereed zijn de afdeelingen IV, V en VIL Onderhanden is afdee- ling I, handvesten en privilegiën. Amersfoort. De werkzaamheden bestonden grootendeels in het bijeenbrengen en beschrijven (voorzoover dit nog niet verricht was) van alle op het archief berustende chartersverder in het maken van klappers op de resolutieboeken en het bijhouden van den inventaris. Amsterdam. De regeling der boedelpapieren van het Wees- kamer-archief werd voortgezet en de naamklapper op die papieren belangrijk uitgebreid. Het topografisch register op de Kwijtscheldingen op transporten van huizen en erven over de jaren 17801803, dat in bewerking was, kwam gereed. De collectie kaarten van de gecopieerde doopacten werd, terug gaande, tot het jaar 1741 voltooid en tot 1746 lexicografisch geregeld. Voorts werden eenige werkzaamheden ten bate van het nieuw- archief verricht. Breda. De doopboeken en trouwregisters der Groote kerk zijn alfabetisch en lexicografisch bewerkt. Met de bewerking van de registers der andere kerken is een begin gemaakt; gereed kwam een doopboek van de kerk in de Nieuwstraat over de jaren 1704 tot 1748. B r i e 11 e. De bewerking van de acten der Brielsche notarissen uit de 17de en 18de eeuw werd voortgezet. Op de gemaakte uit treksels werd tegelijk een klapper vervaardigd. Ook aan verdere klappers werd gearbeid. Delft. Voortgegaan werd met het behandelen der stukken tusschen 1813 en 1842. Deventer. De nadere beschrijving en regeling der stukken behoorende tot het tijdvak der Republiek (1591 1795) werd voort gezet.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1914 | | pagina 21