86
Hebben goedgevonden en verstaan te bepalen als volgt:
Artikel 1.
Het personeel, verbonden aan de archiefdepóts des Rijks, zoo te
's Gravenhage als in de provinciën, bestaat uit
1 Algemeen Rijksarchivaris;
Rijksarchivarissen in de onderscheidene provinciën, met uitzondering
van de provincie Zuidholland
archivarissen aan het algemeen Rijksarchief te 's Gravenhage
hoofdcommiezen, commiezen, adjunct-commiezen, klerken, amanuen
sissen, binders, 1 machinist aan het algemeen Rijksarchief te 's Gravenhage,
concierges, assistent-concierges, stokers, bedienden en portiers.
Artikel 2.
Indien de werkkring van het in het vorige artikel genoemd personeel
een anderen titel vordert dan aldaar is vermeld, wordt bij de benoeming
een der rangen, in dat artikel voorkomende, aangewezen, welke zal worden
ingenomen.
Artikel 3.
Het personeel tot en met den rang van adjunct-commies wordt be
noemd en ontslagen door Ons, het overige door Onzen Minister van
Binnenïandsche Zaken.
Artikel 4.
De bezoldiging van het in artikel 1 vermelde personeel bedraagt, voor
den Algemeenen Rijksarchivaris ten minste 3700 en ten hoogste
4500;
de Rijksarchivarissen in de provinciën en de archivarissen aan het
Algemeen Rijksarchief te 's Gravenhage ten minste 2800 en ten hoogste
3600, doch voor den Rijksarchivaris in Noordholland, zoolang deze in
het genot van vrije woning is, en voor den Rijksarchivaris in Friesland,
zoolang deze tevens bezoldigd bibliothecaris der provincie Friesland is,
respectievelijk ten minste 2400 en 2300 en ten hoogste 3200 en
ƒ3100;
de hoofdcommiezen ten minste 2400 en ten hoogste ƒ2700;
de commiezen ten minste 2000 en ten hoogste 2300
de adjunct-commiezen ten minste 1300 en ten hoogste 1900;
de klerken, amanuensissen en binders ten minste 600 en ten hoogste
1200;
87
den machinist aan het Algemeen Rijksarchief te 's Gravenhage, ten
minste 1250 en ten hoogste 1650;
de concierges, assistent-concierges, stokers, bedienden en portiers ten
minste ƒ600 en ten hoogste 1000, met dien verstande, dat de maximum
jaarwedde van die concierges, welke tevens de functie van klerk, amanuensis
of binder vervullen, 1200 zal bedragen, en dat de maximum jaarwedde
van die concierges, die tevens in het genot zijn van vrije woning, vrij
vuur en vrij licht, verminderd wordt met het bedrag, waarop dat genot
voor de pensioensbijdrage is getaxeerd.
Artikel 5.
De bezoldiging van het in artikel 4 genoemde personeel wordt bij
bekwaamheid, geschiktheid en dienstijver verhoogd als volgt:
voor den Algemeenen Rijksarchivaris na 2, 4, 6 en 8 jaren dienst tot
3900, 4100, 4300 en 4500 'sjaars;
voor de Rijksarchivarissen in de provinciën en de archivarissen aan
het Algemeen Rijksarchief te 's Gravenhage na 2, 4, 6 en 8 jaren dienst
tot 3000, 3200, 3400 en 3600 'sjaars, doch voor den Rijksarchi
varis in Noordholland, zoolang deze in het genot van vrije woning is, na
2. 4, 6 en 8 jaren dienst tot ƒ2600, 2800, 3000 en 3200 'sjaars,
en voor den Rijksarchivaris in Friesland, zoolang deze tevens bezoldigd
bibliothecaris der provincie Friesland is, tot 2500, 2700, 2900 en
3100 's jaars
voorde hoofdcommiezen na 2 en 4 jaren dienst tot 2550 en
en 2700 'sjaars;
voor de commiezen na 2 en 4 jaren dienst tot 2150 en 2300
's jaars
voor de adjunct-commiezen na 2, 4, 6 en 8 jaren dienst tot 1450,
1600, 1750 en 1900 'sjaars;
voor de klerken, amanuensissen en binders na 2, 4, 6 en 8 jaren
dienst tot 750, 900, 1050 en 1200 'sjaars;
voor den machinist aan het Algemeen Rijksarchief te 's Gravenhage,
na 2, 4, 6 en 8 jaren dienst tot 1350, 1450, 1550 en 1650 'sjaars;
voor de concierges, assistent-concierges, stokers, bedienden en portiers
na 2, 4, 6 en 8 jaren dienst tot 700, 800, 900 en 1000 'sjaaars.
Gaat de benoeming tot eene der voormelde betrekkingen in op een
anderen datum dan den eersten dag van een kwartaal, dan worden de
hiervoren vermelde tijdvakken geacht aan te vangen met den eersten dag
van het kwartaal, volgende op dat waarin de benoeming is geschied.
De toekenning van de traktementsverhoogingen geschiedt door Ons,
voor zooveel den Algemeenen Rijksarchivaris, de Rijksarchivarissen in de