122
Catalogus van de bibliotheek over Utrecht, 1881, 11.
Supplement o. d. Catalogus v. d. bibliotheek over Utrecht, 1906, 63.
B. MUSEUMBEHEER.
I. Museumbeheer in het algemeen.
Over Museum-Catalogussen. Den Heere A. Pit. (Buil O B I 98
110) 1900, 47.
De questie van het Ethnografisch Museum (N. S. 29, 39 en 67) 1904, 57, 58.
De archeologische conferentie te Utrecht (Buil. O. B. VII, 41) 1906,' 65^
Het Rijksmuseum en het geschenk-Drucker (A. Hbl. 27 Aug.) 1912, 79
Het stokpaardje van Dr. Veth (A. Hbl. 20 Sept.) 1912, 79.
Zuivering in het Rijksmuseum (met anderen) (Buil. O. B. 2, V, 170) 1912, 80.
Stellingen over de inrichting der plaatselijke Musea, (met'anderen) (Buil
O. B. 2, V, 12, 177) 1913, 81.
A. Pit, Het goud- en zilverwerk in het Ned. Museum, (Buil O B III
122, 191) 1901, 51. f
Th. Hampe, Das Germanische Nationalmuseum 1852—1902 (Mus 2121
1903, 56. f
Die Konservirung von Alterthumsfunden, (Buil. O. B. 1, 80) 1900, 47. f
Over het reinigen van gepolychromeerde beelden v. d. later daarop aan-
gebr. verflagen, (Buil. O. B. I, 96) 1900, 47.
Herstelling van zwaar geroest oud ijzerwerk, (Buil. O. B. III, 202) 1901, 52.
II. Stedelijk Museum Utrecht.
Verslagen over den toestand der (na 1881 over het voorgevallene in de)
gemeenteverzamelingen, 1874—1912, 2.
Catalogus van het Museum van Oudheden, 1878, 6.
Catalogus van het Museum van Oudheden, 2de druk, 1904, 58.
Ons Museum van Oudheden (U. D. 7 Juni9 Aug.) 1891, 27.
Gids door het Sted. Museum van Oudheden te Utrecht, 1892, 28.
Gids Sted. Museum. Tweede herz. uitgave, 1906, 64.
Gids Sted. Museum. Nieuwe uitgave, 1913, 81.
De aanwinsten v. h. Sted. Museum te Utrecht (Buil. O. B. I, 15) 1899, 46.
De tentoonst. betr. de geschiedenis der Hoogeschool in hetSfed. Museum.
I. Het Onderwijs, II. Studentenleven. (U. D. 21 24 Juni! (O IJ VI
1896, 38. V
Catalogus der Schilderijen in het Museum Kunstliefde, door Mr. A. D.
de Vries Az. en A. Bredius. Met medewerking van Mr. S Muller Fz
1885, 17.
123
Supplement door Dr. A. Bredius en Mr. S. Muller Fzn., 1893, 30.
De schilderijen van Jan v. Scorel in het Museum Kunstliefde te Utrecht,
beschreven en toegelicht, 1880, 9.
Utrecht's Schilderijen-museum (U. D. 25 Juni) 1911, 76.
C. KUNSTGESCHIEDENIS.
La maison hollandaise au temps de Louis XIV, 1891, 27.
Un cabinet du XVII siècle, (L'Art XXVI, 91) 1906, 65.
Het oud-HoIlandsche huis. Veertig platen (met beschr. tekst) met Dr. W.
Vogelsang. Hollandsche en Duitsche uitgave, 1909, 72.
Schilders, beeldhouwers enz. voorkomende in de rekeningen der stad Utrecht,
(Obr. A. II, 239) 1880, 10.
Getuigenverhoor te Antwerpen over het maken van ontwerpen van gebouwen
in de 16de eeuw door schilders, goudsmeden, timmerlieden en metse
laars, (Obr. A. IV, 227) 1882, 12.
De Utrechtsche archieven. I. Schildersvereenigingen te Utrecht. Beschei
den uit het Gemeente-archief, 1880, 9.
Utrechtsche schildersvereenigingen, (O. H., 1) 1904, 58.
Nog Jacobus Amstelaedamensis, (N. S. 338) 1884, 15.
Contract van den schilder Joost Droochsloot met eenen Utrechtschen
kunstkooper 1620, (Obr. A. V, 328) 1883, 14.
Een regentenstuk van Johan van der Meer, (O. H., 25) (O. U. V.) 1888, 21.
Nog eens het regentenstuk van Johan van der Meer, (O. H., 159) 1889, 23.
De authoriteit van Pieter Saenredam, (Buil. O. B. 2 III, 197) 1910, 73.
Jan v. Scorel als ingenieur, (Obr. A. III, 243) 1881, 12.
Jan v. Scorel en Gustaaf Wasa, (Obr. A. V, 1) 1883, 13.
Aan Dr. A. Bredius (over schilderijen van Jan v. Scorel), (N. R. Ct., 29
Sept.) 1903, 56.
De portretten der ouders van prins Willem I, (E, H. 724) 1892, 30.
Het nieuw aangekochte familieportret van den admiraal De Ruyter, (Buil.
O. B. 2 V, 137) 1912, 80.
Specklin's afbeeldingen en Hogenberg's prentwerk, (O. H. 172) 1911, 76.
Contract met den Dombouwmeester Godijn van Dormael, (Buil. O. B. VI,
147) 1905, 61.
De gravenbeeldjes in het Rijksmuseum, (Kron. 7 Juni) 1896, 38.
De Utrechtsche beeldhouwer Colyn de Nole en zijn geslacht, (O. H. 49)
1907, 68.
