192 Oorzaken der wijzigingen in de Iconographie der oude Nederlandsche schilderkunst en verder bibliographische aanteekeningen van K. de Flou betreffende de censuur onder de regeering van keizer Napoleon I in het departement der Leie. In de September-aflevering vindt men door Edw. Gaillard een „incident" beschreven, voorgevallen op een terechtzitting te Brugge in het jaar 1463. Dezelfde schrijver geeft in de November aflevering een uitvoerige studie over de „Processiën generael" en de „Hallegeboden" te Brugge, waarin hij aardige bijzonderheden mededeelt over de bemoeiing der burgerlijke overheden met godsdienstzaken in vroeger dagen. Registers van zaken, personen en plaatsnamen en een woordenlijst zijn er aan toegevoegd. Over al de afleveringen verspreid, kan men de vernuftige opmerkingen vinden, die Gaillard in de rubriek „Kleine Verscheidenheden" maakt. Als prijsvraag voor geschiedenis schrijft de Academie voor het jaar 1918 uit: „Een verhandeling, naar de oorspronkelijke bronnen, over den toestand van handel en nijverheid in de Nederlandsche Provinciën, ten tijde van de Oostenrijksche Heerschappij". Prijs 600 fr. Te beantwoorden uiterlijk 10 December 1917. Congrès international des archivistes et des b i- bliothécaires. Bruxelles 1910. Actes, publiés par J. Cuvelier et L. Stainier, secrétaires généraux. Bruxelles. Au siège de la Commis sion. 1912. „Lang gewacht, stil gezwegen, Nooit gedacht, toch gekregen". Dit opschrift op het hek van een boerenhoeve kwam mij te binnen, toen de post het lijvige Verslag van het Brusselsche congres bracht. Het eerste gedeelte, dat de „Documents préliminaires"oproep tot deelneming, reglement, ledenlijst enz. bevat, telt 63 bladzijdenhet tweede, waarin de uitgebrachte rapporten zijn afgedrukt, beslaat niet minder dan 812 bladzijden. Daar in het Archievenblad reeds meermalen melding van het congres en van het voorloopig verslag is gemaakt, mag de inhoud bekend verondersteld worden. Alleen zij thans nog meegedeeld, dat het boekwerk er flink en royaal uitziet en als een verrassing voorin de goedgelijkende portretten brengt van de beide congresvoorzitters, de heeren Muller en Martin. Als een kleine grieve vermeld ik even, dat de inleiders geen enkelen overdruk van hun rapport hebben ontvangen. Of volgen die wellicht nog? E. W. 193 Berichten. Den 14den Mei 1913 overleed te Groningen, in den ouderdom van 36 jaren, de heer Mr. P. G. Bos, archivaris aan het Algemeen Rijks archief en secretaris van de Vereeniging van Archivarissen in Nederland. De begrafenis had den 17den Mei plaats. Aan het graf werd o.a. gesproken door Dr. De Hullu, rijksarchivaris te 's-Gravenhage, die, als plaatsvervanger van den Algemeenen Rijksarchivaris, namens de Regeering Bos' verdiensten huldigde, en door den Voorzitter van het Groningsch studentencorps, waarvan Bos eerelid was. In de volgende aflevering zal een aan zijne nagedachtenis gewijd opstel worden opgenomen. Den 6 Februari 1913 overleed te Amsterdam de heer Mr. J. J. Loeff, commies aan het Nieuw-archief aldaar. Bij Kon. besluit van 9 April 1913 zijn benoemd tot archivaris aan het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage Mr. P. A. N. S. van Meurs, Dr. J. de Hullu en Mr. P. G. Bos, allen adjunct-archivarissen bij het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage. Bij Kon. besluit van 31 Maart 1913 is, met ingang van 1 Augustus, benoemd tot Rijksarchivaris in Groningen Mr. J. G. C. Joostino, thans Rijksarchivaris in Drenthe, met gelijktijdig eervol ontslag uit laatstgenoemde betrekking. Bij Kon. besluit van 28 Maart 1913 zijn, met ingang van 1 April, benoemd: tot commies bij het Rijksarchief in Utrecht: Jhr. mr. B. M. de Jonge van Ellemeet, thans adjunct-commies bij dat archief, en tot commies bij het Rijksarchief in GroningenDr. P. A. Meilink, thans adjunct-commies bij dat archief. Bij Kon. besluit van 31 Maart 1913 is, met ingang van 1 April, benoemd tot adjunct-commies bij het Rijksarchief in Noordbrabant de heer Mr. J. P. W. A. Smit. Bij Kon. besluit van 28 Maart 1913 is benoemd, met ingang van 1 April, tot commies bij het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage J. K. Bondam, thans adjunct-commies bij dat archief. Bij Kon. besluit van 28 Maart 1913 is benoemd, met ingang van 1 April, tot adjunct-commies bij het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage A. 't Hart te 's-Gravenhage.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1912 | | pagina 21