106
Waarlijk verbazend is het, wat aldus in enkele jaren is bijeengebracht;
hem, die thans de lange reeks der zalen doorwandelt, waar elk hoekje
getuigt van de liefde en de toewijding van den beheerder, bevangt een
gevoel van eerbiedige bewondering. Want het Qroningsche museum, door
Feith te voorschijn geroepen uit het niet, is thans een der eerste provin
ciale musea van Nederland.
Het museum is Feith's grootste schepping geweest. Maar daarnaast
heeft hij tal van andere verdienstelijke dingen gedaan en op zijn gebied
veel tot stand gebracht, wat men buiten Groningen niet weet. Hij kende
elk hoekje van zijne stad, elk klein monument, elk merkwaardig oud huis
vele daarvan heeft hij weten te redden en door eene passende herstelling
opgewekt tot nieuw leven. Nooit ontmoette men hem, of hij wist te
vertellen met blijden lach van een nieuw plannetje of eene nieuwe
vondst. En hij slaagde altijd: onbegrensd was in de stad zijn invloed
op het gebied, waar hij meester was, zoowel door zijne overgeërfde positie
als door zijne zelfverworven kennis.
Ook buiten het gebied, waar hij den toon gaf, werd zijn werk hoog
gewaardeerd in de stad. Hij is lid geweest van den gemeenteraad, van
de Provinciale Staten en van tal van commissies, waar men hem gaarne zag
en hartelijk welkom heette. Toen hij om gezondheidsredenen zéér noode
moest besluiten, om, in weerwil van den aandrang zijner medeleden, rust
te nemen, heeft hij (hij vertelde het lachend) op één dag bedankt voor
het lidmaatschap van bijna dertig besturen. Voor Groningen heeft hij
geleefdal zwierven zijne gedachten meestal in het verleden der stad,
geen Groningsch belang liet hem koud, en zoolang hij vermocht was hij
bereid zich in te spannen om dit te bevorderen. Wel terecht heeft de
verweesde Martini-toren den stoet, die hem grafwaarts droeg, begeleid met
de tonen van Chopins treurmarschgeheel Groningen moet rouwdragen
over dezen zoon
Zoo heeft hij geleefd en gewerkt, ons voorbeeld en onze trots; veel
heeft hij tot stand gebracht, meer en beter dan grootscher aangelegde
naturen hebben vermocht. In dezen bescheiden man, die ernstig en stil
zijn levensweg heeft bewandeld, leefden sterk de deugden, die wij, den
Nederlandschen volksaard goed kennend, daarin hoogachten en liefhebben.
Geestdrift met haar luidruchtig gebaar was hem vreemd; maar diep in zijn
kalrnen en vasten geest brandde, stil en zonder flikkering, de klare vlam
der gestadige toewijding, die zijn werk heeft verlicht en verwarmd ieder
uur van zijn mooi leven en die eerst is uitgebluscht door den dood.
Beste, trouwe vriendik zal u nooit vergetenuwe nagedachtenis zal
ik vereeren zoolang ik leef.
S. MULLER Fz.
De eerste inrichting van de griffie van Zeeland.
In het register van resolutiën der Staten van Zeeland, beginnende 11
Augustus 1578, vindt men op fol. 167 169 het volgende stuk:
Reeckenynghe ende bewijs Nicolas Roëls van zessenvijftich ponden
6 schellingen grooten VI., ter ordonnancie ende behoeff van myne
Edele Heeren die Generale Staten slandts ende graaffelicheyt van
Zeelandt oft van hunne Gecommitteerde Raeden geëmploieert
ende uuytgegeven alsoo hiernaer volght.
Ontfanck.
Eerst ontfaen uuyt handen Sr. Charles de Beaulieu,
collecteur-generael van den grooten Zeeuwschen thol,
tot behoeff als boven de somme van
Item noch ontfaen
Item noch ontfaen
Item
Item
Item
Item
Item
Item
Item noch
Somma totalis van allen den voorscreven ont
fanck bedraecht ter somme van
5 5 sc. gr. VI.
3
3 3 sc.
3
9
3
8
12
3 12 sc.
6 6 sc.
56 6 sc. grooten VI.
Uuytgeven tegens den voorscreven ontfanck:
Eerst betaelt aen Hendrick van Coisen, boeck-
binder, voor de leverynghe van den pampiere voor
15 registers, ter ordonnancie van myne heeren den
Staten van Zeelandt gemaect, metter ligature derselver
registeren die somme van zeven ponden, achthien
schellingen, twee grooten VI. naer uuytwysen synen
acquyte ende quitancie, hierop dienende. Alsoo
hier de voorscreven somme van
In margine: Hieraff moeten verandtwoorden
die pensionaris ende secretaris van den Staten.
7 18 sc. 2 gr. VI.