98 Artikel 176. Jaarwedden en verdere belooningen der ambtenaren en bedienden bij het Bureau der Commissie voor 'sRijks geschiedkundige publicatiën: a. directeur5000. b. onderdirecteur3000.— c. klerk735. 8735 Artikel 177. Kosten van huishoudelijke uitgaven, personeele hulp, schrijfloonen, reis- en verblijf- kosten en verdere uitgaven der Commissie voor 'sRijks geschiedkundige publicatiën10000 Memorie van toelichting. Vde Hoofdstuk. Vide Afdeeling. Kunsten en Wetenschappen. Art. 172. Jaarwedden en verdere belooningen der amb tenaren enz. bij 'sRijks archieven te 's-Gravenhage. Voor periodieke traktementsverhoogingen ingevolge de bij Koninklijk besluit van 22 Januari 1904, no. 35, vastgestelde regeling en ten einde een der adjunct-commiezen tot commies te kunnen bevorderen, is 1145 meer noodig, terwijl 1500 meer vereischt wordt, omdat de jaarwedde en persoonlijke toelage van den nieuw benoemden Algemeenen Rijksarchivaris op den dienst van het loopende jaar slechts voor 3/4 was uitgetrokken. Verder is het wenschelijk voorgekomen, om een boekbinder, een tijde- lijken klerk en een werkman, tot dusver uit het artikel „Materieel" bezol digd, een vaste aanstelling te geven en wel met dien verstande, dat de tijdelijke klerk tot adjunct-commies worde benoemd. Voor een en ander zal in de veronderstelling, dat die benoemingen op 1 April 1913 zullen ingaan, meer noodig zijn een bedrag van f 1995. In het geheel is het artikel mitsdien verhoogd met 4640. Art. 173. Kosten van onderhoud, huishoudelijke uit gaven, personeele hulp, enz. bij 'sRijks archieven te 's-Gra venhage. In verband met het bij het vorige artikel uitgetrokken bedrag, voor het definitief aanstellen van tijdelijk personeel, is dit artikel 1800 lager geraamd. Art. 174. Jaarwedden en verdere belooningen der amb tenaren enz. bij 'sRijks archieven in de provinciën. Een bedrag van f 1200 meer is vereischt voor periodieke traktementsverhoo gingen ingevolge de bij Koninklijk besluit van 22 Januari 1904, no. 35, vastgestelde regeling, terwijl 1550 is uitgetrokken, ten einde de adjunct commiezen bij de Rijksarchieven in Utrecht en Groningen tot commies te kunnen bevorderen, aan het Rijksarchief in Noord-Holland een tijdelijken 99 klerk, tot dusver uit het artikel „Materieel" bezoldigd, eene vaste aan stelling te kunnen geven en den concierges bij de Rijksarchieven in Zee land en Friesland ieder eene verhooging van jaarwedde van 100 te kunnen toekennen. In het geheel is het artikel dus verhoogd met f 2750. Art. 197. Uitgaven en subsidiën voor ondernemingen van wetenschap en kunst. Nieuw wordt aangevraagd: In het Rijksarchief te Kopenhagen worden de rekeningen van den Sonttol over de jaren 1497 tot 1857 bewaard, een tijdvak derhalve van ruim drie en een halve eeuw. Voor de geschiedenis van het internationale verkeer vormen zij een bron, die, naar het oordeel van deskundigen, nergens ter wereld haar gelijke heeft. Sinds een tiental jaren is men van Deensche zijde begonnen, dit materiaal voor de beoefenaars der handelsgeschiedenis toegankelijk te maken door het uitgeven van overzichtelijke tabellen. Deze arbeid, die overal met vreugde begroet is, dreigt te zullen worden gestaakt, voornamelijk uit overweging, dat de uitgave voor Denemarken zelf van slechts weinig belang is, en in de eerste plaats voor de geschiedenis van andere landen betee- kenis heeft. Onder die landen bekleedt Nederland een allereerste plaats. Historici van verschillende nationaliteit trachten thans den voortgang van het werk te verzekeren door het bijeenbrengen van de noodige fondsen. Men vraagt van Nederland gedurende 10 jaren 3000 per jaar. Hiervan heeft de gemeente Amsterdam 1000 voor hare rekening genomen, terwijl van particuliere zijde eveneens 1000 toegezegd is. Het komt den ondergeteekende, na overleg met zijnen ambtgenoot van Landbouw, Nijver heid en Handel, voor, dat het ontbrekende van Regeeringswege dient te worden bijgebracht. Vandaar dat hier een bedrag van 500 als eerste termijn van een over tien jaren te verdeelen Rijkssubsidie wordt uitge trokken, terwijl gelijke som op hoofdstuk X der Ontwerp-Staatsbegrooting wordt voorgesteldf 500. Voorloopig Verslag. Vde Hoofdstuk. Vide Afdeeling. Kunsten en Wetenschappen. Wettelijke regeling van het archiefwezen. Naar aanleiding van de mededeeling van den Minister in deze Kamer (Handelingen 1911 1912, bladz. 1489), dat hij gelegenheid hoopte te vinden een eenvoudig wetsontwerp, deze aangelegenheid betreffende, aan te bieden, vroeg men hoe het met de voorbereiding daarvan staat en wanneer de indiening is te verwachten. Ruil van archieven met België. In de Memorie van Antwoord betreffende hoofdstuk V van de Staatsbegrooting voor 1911 kwam de mededeeling voor, dat de Minister had gemeend deze zaak voorloopig te

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1912 | | pagina 35