96
Museum van het Utrechtsche Studentencorps. Dr. A. A.
Nijland, praeses, Utrecht; Dr. W. C. A. baron van Vredenburch, 's-Gra-
venhage; Jhr. Mr. D. G. Renders Hora Siccama, Utrecht; Mr. H. Waller,
Haarlem, en Jhr. M. R. Radermaclier Schorer, ab-actis, Utrecht, oud-leden
en lid van het Utrechtsche Studentencorps, hebben een commissie gevormd,
die pogingen wil aanwenden, om onder voorlichting van den Utrechtschen
archivaris Mr. S. Muller Fz. het nog zeer arme en onvolledige corps
museum uit te breiden, ten einde aldus bouwstoffen te verzamelen voor
een geschiedenis van het studentenleven te Utrecht in het algemeen, van
het Utrechtsche Studentencorps in het bijzonder. Deze bouwstoffen kunnen
bestaan in boeken en tijdschriften, studentenbladen, brochures en vlug
schriften, beschrijvingen en afbeeldingen, maar ook in realia: insignes,
penningen, bullen, presentielijsten, menu's, aanplakbiljetten, programma's,
wetten en reglementen, enz. De commissie zou wenschen in staat gesteld
te worden, in 1914 ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van den
Senatus Veteranorum (opgericht 26 Febr. 1814) een gedocumenteerde
geschiedenis in het licht te geven van het studentenleven te Utrecht
sedert 1636.
N. R. C., 8 Nov. 1912.
Papiermerken. Onder de auspiciën van het Internationale Biblio
grafisch Instituut te Brussel heeft zich daar een internationale vereeniging
gevormd tot onderzoek en bestudeering van papier. Zij zendt thans pro
spectussen rond met het verzoek, om toe te treden als lid, hetzij als werkend,
hetzij als contribueerend. Bewijzen van instemming met haar doel worden
ingewacht bij den heer E. de Witte, Museumstraat 1, te Brussel.
Herstelling van archivalia. De heer Pier-Ignazio Vottero,
directeur van het Koninklijk Huisarchief te Pisa, heeft een handleiding
uitgegeven voor het conserveeren en restaureeren van dokumenten, waarin
hij een overzicht geeft van zijne methode, zooals die werd goedgekeurd
en toegepast door de Staatscommissie, belast met de herstelling van archi
valia in het Rijksarchief te Pisa.
Staatsbegrooting. Aan de Staatsbegrooting voor het dienstjaar
1913 ontleenen wij het volgende:
Begrooting met uitgewerkten staat.
Vde Hoofdstuk. Vide Afdeeling. Kunsten en Wetenschappen.
Artikel 172. Jaarwedden, toelagen en verdere beloo
ningen der ambtenaren en bedienden bij 's Rijks archieven
te 's-Gravenhage:
97
a.
f
6000.—
b.
adjunct-archivarissen
9600.—
c.
hoofdcommiezen
7200.—
d.
8250.—
e.
adjunct-commiezen
6685.—
concierges en verdere bedienden
8195.—
g-
toelagen voor gemis van genot van kopie-
loonen500.—
Artikel 173. Kosten van onderhoud, huishoude
lijke uitgaven, personeele hulp, schrijfloonen,
reis- en verblijfkosten, inrichting en onderhoud
van gebouwen, terreinen en van lokalen en aan
koopenvoorde R ij ksarchieven
Artikel 174. Jaarwedden, toelagen en verdere be
looningen der ambtenaren en bedienden bij de
R ij ksarchieven in de provinciën:
a. archivaris in Noordbrabant3000.
b. Gelderland3600.
c. Noordholland3200.
d. Zeeland2800.
e. Utrecht3600.
Friesland3100.
g. Overijssel3000.
h. Groningen3600.
i. Drenthe3400.
j. Limburg3483.33
k. hoofdcommiezen, commiezen, adjunct-com
miezen, klerken, concierges en verdere
beambten38466.67
l. toelagen voor gemis van genot van kopie-
Ioonen1000.—
Artikel 175. Kosten van onderhoud, huishoude
lijke uitgaven, personeele hulp, schrijfloonen,
reis- en verblijfkosten, aankoopen, meubilair, aan
koop, huur, stichting en inrichting van lokalen en
terreinen en verdere uitgaven voor de archieven
in de provinciën
46430
11700
72250
41000
ff
ff
ff
ff
ff