72 een der heeren secretarissen, of bij derzelver absentie buiten adsistentie van een daartoe gequalificeert persoon. En is verder geresolveert, dat aan de deur van de prothocolkamer twee nieuwe differente slooten zullen gemaakt worden, waarvan de sleutels aan de bewaringe van de heeren secretarissen van 't Gerecht zullen worden overgegeven en toebetrouwd". (Vroedschapsresolutiën van Utrecht. 1772 fol. 59 vso.) S. M. Boekbespreking. Dr. J. Cuvelier. Les dénombrements de foyers en Brabant du XlVe au XVle siècle. Bruxelles, Kiessling Co., 1912. CCCXXXIX 548 blz. De nieuw opgetreden Belgische rijksarchivaris heeft het zeldzame geluk gehad, dadelijk in de gelegenheid te zijn, om zijn nieuw ambtswerk in te luiden met eene wetenschappelijke publicatie, die klinkt als een klok, een monumentaal werk, dat, vrucht van geduldig en scherpzinnig onder zoek, een grooten stap vooruitbrengt op een nog weinig betreden veld, eene imposante bronnen-uitgaaf, die op welsprekende wijze verkondigt, dat de nieuwe leider onzer Belgische collega's niet alleen, naar wij reeds wisten, ten volle in staat is, om met krachtige hand de teugels vast te houden en zijn klein leger te sturen in eene goede richting, maar hen ook zal voorgaan met een lichtend voorbeeld, door wetenschappelijken arbeid, door het opwekken der doode archiefoorkonden tot een nieuw leven. Het is alweder Pirenne, die hier baangebroken heeft. Hij, die wij weten het goed bekend is met het werk der Duitsche historici, met wie hij eenmaal broederlijk gezeten heeft aan den Berlijnschen Stammtisch, heeft het eerst gepoogd, ook in zijn vaderland de demogra- phische studiën inheemsch te maken. En zijn vriend Cuvelier is een der eersten, die hem gevolgd is, de allereerste, die deze studiën thans in België heeft gegrondvest op een stevigen wetenschappelijken basis. In een zwaren (onhandelbaren) kwartijn van 548 bladzijden heeft hij alle bescheiden betreffende de middeleeuwsche haardtellingen in Brabant van 1374 tot 1526, die hij met onverdroten geduldigen arbeid in de Belgische archieven heeft opgezocht, met zorg te zamen uitgegeven. Verdienstelijk en zeer nuttig werkMaar hij heeft het daarbij niet gelatenin eene inleiding van niet minder dan 339 bladzijden heeft hij dit uitgebreide materiaal van alle zijden op gelukkige wijze toegelicht en reeds dadelijk aan de drooge massa cijfers met echt wetenschappelijke methode niet alleen de resultaten ontlokt, die men van de studie der stukken ver wachten mocht, maar er bovendien tal van belangwekkende feiten uit op- 73 gedolven, die men daar bij oppervlakkige lektuur geheel niet had vermoed. Van deze voortreffelijke inleiding geef ik eerst een kort overzicht. De schrijver, zijne taak hoog opvattend, bespreekt eerst het karakter van het land en zijne verdeeling. Dan kritiseert hij de enkele vroegere uit gaven van demographischen aard (waarbij hij terecht opmerkt, dat in Nederland nog niets van dien aard verricht is, hetgeen trouwens althans eenigszins gecompenseerd wordt door Fruin's reeds oude uitgaaf van de hoogst merkwaardige Enqueste en Informacie). Dan gaat hij over tot zijne nieuw gevonden bronnen. Om het juiste begrip daarvan voor te bereiden, beschrijft hij eerst den vorm der middeleeuwsche huizen, be handelt uitvoerig de belangrijke questie van het gemiddelde aantal bewoners van een middeleeuwsch huis, en besluit met eene bespreking van de betrouwbaarheid der middeleeuwsche haardtellingen. Zoo komt onze schrijver tot de speciale behandeling van de haardtellingen zeiven, die hij uitgeeft. De voorbereiding van elke telling en de wijze van hare uit voering wordt naar de bronnen medegedeeldhet verschil in opvatting der verschillende telcommissies en de langzame verbetering van hun werk wordt telkens geconstateerdook de belangrijke questie van het normale aantal kinderen en dienstboden in een middeleeuwsch gezin wordt uit voerig toegelicht. De lektuur dezer inleiding is een wetenschappelijk genot. Steeds brengt de schrijver de cijfers, die hij mededeelt, in verband met den aard der verschillende landstreken, en stelt zoo de oorzaken vast van het ver schil in dichtheid van de bevolking der verschillende gewesten. Door scherpzinnige redeneeringen wordt het wisselende aantal der getelde haard steden bijna overal verklaard uit de historische lotgevallen van het hertogdom. Met groote zorg wordt het bij de opneming der haardsteden gevolgde procédé beredeneerd, om een juist oordeel over de verkregen resultaten mogelijk te makeninconsequenties der commissies bij het tellen der haardsteden worden verklaard. Door tal van ingewikkelde statistische be cijferingen worden ons ten slotte de conclusies, die uit de cijfers volgen, kort en sprekend voor oogen gesteldde methode, waarmede deze con clusies getrokken worden, is voortreffelijk. Een meesterlijk overzicht van het totale resultaat der studie vormt het slot der inleiding, die ons een levendigen indruk geeft van de groote beteekenis van deze oudste volks tellingen voor de vermeerdering onzer kennis van de vroegere sociale toestanden in België. De haardtellingen zijn door Philips den Goede uit Frankrijk in zijne landen ingevoerdhet oude hoofdgeld wordt dan haardstedegeld. Eene belangrijke verbeteringwant ontegenzeggelijk is de belasting per gezin billijker dan een gewone hoofdelijke omslag. Toch is het merkwaardig, dat de belasting (al worden nu de vrouwen, de kinderen en de dienst-

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1912 | | pagina 22