52 plan volhardt, misschien worden gezegd, dat dit geen vertrekken zijn, waar menschen verblijven, doch eenvoudig bergplaatsen net alsof er turf of steenkolen bewaard zullen worden en dus daarop de verordening niet van toepassing is; maar, omdat wat ik hier zeg in de Handelingen zal worden afgedrukt en dus de burgemeester het zal kunnen lezen, wil ik hierover mijn opinie mededeelen. De lokalen voor het archief zijn wel degelijk vertrekken, die tot ver blijf van menschen moeten dienen. Men moet niet meenen, dat de amb tenaren van tijd tot tijd hun neus steken in deze donkere holen. Ik zelf heb 25 jaren lang aan het Departement van Binnenlandsche Zaken juist over dezelfde archieven en bibliotheek, die het hier gelden, het beheer gehadik kan er dus over meepraten en weet, hoe het werk aldaar verricht wordt. Welnu, het bestaat hierin, dat de ambtenaren in de depóts moeten zijnelk oogenblik moeten er stukken uit de portefeuilles gehaald of er in worden opgeborgen. Het gebeurt soms, dat men op verzoek van een ambtenaar 10 of 20 portefeuilles moet doorwerken om een dossier van ouden datum te vormen. Men kan dan natuurlijk deze portefeuilles niet naar het bureel brengen, maar doet het werk ter plaatse op een tafel of een opgeslagen plank. Die menschen zijn daar dus voortdurend werk zaam en daarom vallen deze lokalen onder de rubriek vertrekken en der halve onder de bepaling der verordening, die het maken van zulke holen onder den grond verbiedt. Nu kunnen burgemeester en wethouders daar van natuurlijk dispensatie gevenmaar ik vertrouw, dat zij dit niet zullen doen en ik vertrouw nog meer, dat de Minister er niet naar zal vragen en liever zijn plan zal verbeteren. Dit kan zeer goed. Men zou het terrein veel beter kunnen gebruiken men kan desnoods binnen het terrein een archiefgebouw plaatsen met verschillende verdiepingen, zooals men de bibliotheek heeft gemaakt aan het Departement van Justitiemen kan ook het archief plaatsen aan den overkant van de straat naast de poort, en zoo dat zulks volstrekt geen kwaad doet aan de Grafelijke zalen. Men zou misschien kunnen zeggen, dat er dan de straat tusschen ligt, maar dit is geen bezwaar30 a 40 jaren lang heeft aan het Departement van Binnenlandsche Zaken deze toestand bestaan. Alles was er opgeborgen in de groote zaal, waar thans de opening der Staten-Generaal plaats vindttot moeilijkheden heeft dit nooit aanleiding gegeven". Ten slotte stelde hij namens de Commissie van Rapporteurs de volgende motie voor: „De Kamer, overwegende, dat tegen het ontworpen plan voor de verbouwing van het Departement van Binnenlandsche Zaken onderscheidene bezwaren zijn 53 geopperd, zoowel uit historisch en archaeologisch oogpunt, als wegens de te geringe plaatsruimte, bestemd voor archief en bibliotheek en de bedenke lijke wijze van berging van beide, alsmede wegens het ontnemen van licht aan het Mauritshuis, enz. is van oordeel, dat dit ontwerp nader aan een deskundig onderzoek behoort te worden onderworpen vertrouwt dat van den uitslag van dit onderzoek aan de Kamer mede- deeling zal worden gedaan, en gaat over tot de orde van den dag." Bij de behandeling dier motie, gelijktijdig met de algemeene beschou wingen over het aanhangige wetsontwerp, antwoordde de Minister van Waterstaat als volgt „Thans nog een voorname quaestie, n.l. de berging van het archief in den kelder. Ik geloof, dat men in de wereld veel meer spijt heeft gehad van archieven op zolders met gevaar van overbelasting en met brandgevaar, dan van archieven in kelders. Het is opmerkelijk, dat ook reeds in 1891 de Kamer haar goedkeuring heeft gegeven aan een plan, waarbij het geheele archief in de kelderverdieping lag. Er is dus niets nieuws in dit plan. De heer De Stuers heeft ons nu een heel aardige voorstelling gegeven, hoe de menschen in dien kelder zullen staan, en naar aanleiding daarvan vraag ik in gemoede of het wel aangaat op deze wijze de Kamer voor te lichten, waar toch aan de Vijverzijde, dit is de voor naamste zijde van het Departement van Binnenlandsche Zaken, de vloer van dien kelder dus niet het plafond maar de vloer zelfs boven den hoogsten waterstand van den vijver zal zijn gelegen, en alleen aan die zijde zullen ambtenaren geregeld verblijven. Aan de Binnenhofzijde zal door het aanbrengen van een koekoek van anderhalve meter breedte, voldoende ventilatie en licht worden verkregen. Ik geef toe niet vol doende licht om elk stuk te vinden, maar daarvoor dient de electrische verlichting. Dat met de tegenwoordige techniek wel een uitnemende en aan alle eischen voldoende berging van het archief in een behoorlijk ge ventileerde en droge kelderverdieping kan worden verkregen, behoeft niet te worden betwijfeldik heb mij daarvan, ook door voorlichting van des kundigen op dit gebied, verzekerd. Indien men het archief niet in den kelder zou willen plaatsen, dan moet men, gelijk de geachte afgevaardigde heeft gezegd, een apart archief gebouw maken. Dat heeft men ook al eens in teekening gebracht, zooals men hier kan zien, en hieruit blijkt, dat door een apart gebouw midden tusschen de gebouwen van Binnenlandsche Zaken en Waterstaat elk ver band wordt verbrokenwaardoor eventueele latere samenvoeging on-

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1912 | | pagina 12